H7.3

Welkom allemaal
Ga lekker rustig zitten.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal
Ga lekker rustig zitten.

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

a Zie onderste cirkeldiagram.
  Niet-EU: 48% = € 180 miljard
  EU: 52% = € 180 miljard ÷ 48 × 52 = € 195 miljard.
 b (a) overschot, (b) € 110 miljard (€ 305 miljard – € 195 miljard),
  (c) tekort, (d) € 60 miljard (€ 120 miljard – € 180 miljard)
 c Dat heeft te maken met onze gunstige ligging en goede infrastructuur: via de Rotterdamse havens en Schiphol komen veel goederen aan, die snel verder vervoerd kunnen worden naar andere EU-landen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

  •  a)  Landen met lage tarieven voor vennootschapsbelasting moeten hun tarieven verhogen, waardoor er eerlijker concurrentie mogelijk is. 

  • b)  Nieuwsbericht: Multinationals sluiten gunstige belastingdeals af met sommige EU-landen. Dat verandert niet als de (officiële) tarieven veranderen.
  •   Eigen argument, bijvoorbeeld:
  •   Landen willen hun gunstige concurrentiepositie om bedrijven te lokken niet opgeven.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is prijsstabiliteit belangrijk voor consumenten in de EU?
A
Een hoge inflatie leidt tot hoge besparingen
B
Een hoge inflatie leidt tot hoge investeringen
C
Een hoge inflatie leidt tot koopkrachtverlies
D
Een hoge inflatie leidt tot loonverlies

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • kun je beschrijven waarom er handelsbelemmeringen zijn
  • Kun je beschrijven welke handelsbelemmeringen er zijn
  • Kun je beschrijven hoe de Europese Unie de landbouw steunt

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het doel van de Europese Unie?

Slide 9 - Open vraag

Binnen de EU is er sprake van:
vrij verkeer van goederen en diensten.
Dat betekent dat er vrijhandel is tussen de EU-landen. Je mag vrij goederen en diensten importeren uit andere EU-landen. Je hoeft bijvoorbeeld geen invoerrechten te betalen.

vrij verkeer van personen. 
Inwoners van een EU-land mogen in een ander EU-land werken en wonen.

vrij verkeer van kapitaal. 
Je kunt je geld op een spaarrekening bij een bank in een ander EU-land zetten. En je mag geld investeren of beleggen in andere EU-landen.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De EU en de internationale handel

  • Nederland moet concurreren met bedrijven uit andere landen
  • Een deel hiervan is binnen de EU maar ook buiten de EU zoals China of de VS

  • De EU kan maatregelen nemen waarmee ze de productie en werkgelegenheid van bedrijven binnen de EU beschermt tegen concurrentie van buitenaf

  • Dit noem je protectiemaatregelen

Slide 12 - Tekstslide

Om bedrijven in de EU te beschermen kan de EU:

  • invoerrechten (of douanerechten of importheffingen) heffen: 
  • de douane heft belasting op ingevoerde producten. Deze producten worden daardoor duurder.

  • contingentering (of importquota) instellen: 
  • een maximum stellen aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd.

Slide 13 - Tekstslide

Om bedrijven in de EU te beschermen kan de EU:

  • een invoerverbod instellen: 
  • bepaalde goederen mogen dan helemaal niet worden ingevoerd in de EU.

  • exportsubsidie geven:
  •  de EU of de Nederlandse overheid geeft subsidie aan exporterende bedrijven. Die bedrijven kunnen hun producten dan goedkoper aan het buitenland verkopen.


Slide 14 - Tekstslide

  • Deskundigen stellen dat er door wereldwijde vrijhandel, de welvaart enorm toeneemt

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekent welvaart?

Slide 16 - Open vraag

  • Deskundigen stellen dat er door wereldwijde vrijhandel, de welvaart enorm toeneemt
  • Landen proberen daarom afspraken met elkaar te maken om de protectiemaatregelen af te schaffen.

  • Dit gebeurt onder leiding van…...

Slide 17 - Tekstslide

  • De WTO (World Trade Organization = Wereld Handelsorganisatie) leidt de onderhandelingen om wereldwijd de vrije handel te bevorderen en afspraken te maken over het afschaffen van protectiemaatregelen.
  • Voorwaarde daarbij is dat de concurrentie tussen die landen eerlijk moet verlopen. 
  • Dat betekent overal fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, geen kinderarbeid en bijvoorbeeld dezelfde milieuregels.

Slide 18 - Tekstslide

Exportsubsidie
  • Om de vrijhandel te bevorderen, besloot de EU om te stoppen met het geven van exportsubsidies op landbouwproducten.
  • Europese boeren kregen in het verleden subsidie, zodat zij voldoende voedsel zouden produceren voor de bevolking van de Europese Unie. 

  • Die subsidie was zo aantrekkelijk, dat boeren veel te veel gingen produceren. Een deel van die productie werd voor een lage prijs in arme landen verkocht. Dat ging ten koste van lokale boeren in die landen.


Slide 19 - Tekstslide

Hoe is het nu?
  • De EU geeft subsidies aan:
  • Boeren die minder dieren per hectare houden
  • Meer groen aanleggen

  • Extra geld beschikbaar voor:
  • Boeren die overschakelen naar productie waar veel vraag naar is

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
 
Lezen 5.4/ H7.4
Heb je alles begrepen?

Klaar? Nakijken
Kort Leerdoelen 7.4 bespreken


Slide 21 - Tekstslide