lezen H3 en 4: tekstverbanden en feiten, meningen en argumenten
Je weet dat de samenhang tussen woorden, zinnen en alinea's tekstverbanden heten.
Je kunt de tekstverbanden opsommend en tegenstellend herkennen aan de signaalwoorden.
Je weet wat een mening is en dat deze onderbouwd wordt door een argument.
Je weet het verschil tussen een feit en geen feit.
Je kunt meningen, argumenten en feiten in de tekst herkennen en benoemen.