M3 H3 en H4 tekstverbanden NN 6e editie

lezen H3 en 4: tekstverbanden
Je weet dat de samenhang tussen woorden, zinnen en alinea's  tekstverbanden heten.
Je kunt de tekstverbanden opsommend, tegenstellend, voorbeeldgevend of uitleg gevend, chronologisch, oorzaak/gevolg en voorwaardelijk herkennen m.b.v. signaalwoorden.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

lezen H3 en 4: tekstverbanden
Je weet dat de samenhang tussen woorden, zinnen en alinea's  tekstverbanden heten.
Je kunt de tekstverbanden opsommend, tegenstellend, voorbeeldgevend of uitleg gevend, chronologisch, oorzaak/gevolg en voorwaardelijk herkennen m.b.v. signaalwoorden.

Slide 1 - Tekstslide

te doen:
Theorie lezen
oefenen
maken: opdr. 1 en 2 H4 (blz. 91-93)

Slide 2 - Tekstslide

lezen theorie
lees de theorie op blz. 90/91)
Klaar? houd je boek open voor de test....

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent tekstverband?

Slide 4 - Open vraag

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden neem nou, zoals, denk aan?
A
opsommend
B
voorbeeld / uitleg
C
tegenstellend
D
chronologisch

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden daarnaast, tevens, en?
A
opsommend
B
voorbeeld / uitleg
C
tegenstellend
D
voorwaardelijk

Slide 6 - Quizvraag

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden echter, maar, daar staat tegenover?
A
opsommend
B
voorbeeld / uitleg
C
tegenstellend
D
oorzaak-gevolg

Slide 7 - Quizvraag

Welk tekstverband is:
Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.
A
opsommend
B
voorbeeld / uitleg
C
tegenstellend
D
chronologisch

Slide 8 - Quizvraag

Welk tekstverband is:
We hebben Jan aangenomen vanwege zijn kennis. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als leidinggevende.
A
opsommend
B
voorbeeld / uitleg
C
tegenstellend
D
oorzaak-gevolg

Slide 9 - Quizvraag

Welk tekstverband is:
De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Karim. Hij gaat altijd voor een 5,5.
A
opsommend
B
voorbeeld / uitleg
C
tegenstellend
D
voorwaardelijk

Slide 10 - Quizvraag

Welk tekstverband is:
Vroeger zat ik op tennis en nu zit ik op voetbal.
A
chronologisch
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaardelijk
D
opsommend

Slide 11 - Quizvraag

Welk tekstverband is:
Het is wel 45 graden! Het gevolg is dat het ijsje meteen smelt.
A
chronologisch
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaardelijk
D
tegenstellend

Slide 12 - Quizvraag

Welk tekstverband is:
We vertrekken maandag met school naar Ameland, tenzij er onweer voorspeld wordt.
A
chronologisch
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaardelijk
D
voorbeeld gevend

Slide 13 - Quizvraag

Welk tekstverband is:
Ik ga naar het zwembad, voordat ik naar school ga.
A
chronologisch
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaardelijk
D
tegenstellend

Slide 14 - Quizvraag

uitleg opdr. 1 en 2
opdr. 1 blz. 91/92
opdr. 2 blz. 92/93

Slide 15 - Tekstslide

te doen:
leren: theorie blz. 64 en 90/91 (lezen)
maken: opdr. 1 en 2 (blz. 91-93) lezen hoofdstuk 4

Slide 16 - Tekstslide