§2.2 Het bestuur van de stadstaat

1 / 34
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

De Oude Grieken

§2.2 Het bestuur van de stadstaat
In deze les kun je 17 punten verdienen!

Slide 2 - Tekstslide

Volgende dia: leerdoelen.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind:
- kun je 3 bestuursvormen (met kenmerken) opnoemen hoe een land kan worden bestuurd;
- weet je een overeenkomst en een verschil op te sommen tussen de democratie in de stadstaat Athene en Nederland + de Olympische Spelen (toen en nu)

Slide 4 - Tekstslide

timer
1:15
Schrijf enkele woorden op waar de vorige les over 'de oude Grieken' over ging:

Slide 5 - Woordweb

Hiernaast zie je de agora van Athene uit een game. Een agora is een plein met daaromheen belangrijke regeringsgebouwen, godsdienstige gebouwen en stoa's (= een lange zuilenhal die bescherming biedt tegen de felle zon en tegen de regen). Een stoa was een ware ontmoetingsplek waar het liefst werd gepraat over politiek. Dat woord is afgeleid van het Griekse woord polis, dat stadstaat betekent. 
Politiek heeft te maken met het bestuur van een staat. De stadstaten in het oude Grieken waren politiek onafhankelijk, ze namen alle beslissingen over zichzelf. Maar hoe dat gebeurde, verschilde per stadstaat.  Er waren dus verschillende bestuursvormen.
Volgende dia: Google - maps Griekenland - nu.
Daarna: kaart: de Griekse stadstaten (3000 c. C. tot 500 n. Ch.)
Kun jij de stoa op beide plaatjes aanwijzen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Kaart

Griekse stadstaten in tijdvak 2 
(-3000 v. C. tot 500 n. C.)

Slide 8 - Tekstslide

Bestuurssystemen:
Een stadstaat (= een land, kortom een polis, meervoud: poleis) kun je op verschillende manieren besturen.
Tot de 8e eeuw v. C. zijn de meeste stadstaten een monarchie (bv Korinthe) , een stadstaat met een koning (of vorst) die na zijn dood wordt opgevolgd door een familielid (vaak zijn zoon). Kortom, de functie van koning is erfelijk.
Later worden enkele stadstaten (bv Sparta) bestuurd in de vorm van een aristocratie, waarin een groepje rijke aanzienlijken (= wijze mannen) regeert.
Het kon voor komen dat dit groepje mannen ruzie kreeg. Een van hun schakelde alle anderen (met geweld!!!) uit en ging als tiran (= een alleenheerser) het land alleen besturen. Zo is de stadstaat Athene een tijdje een tirannie  geweest onder leiding van tiran Pesistratos. Hij werd na zijn dood opgevolgd door zijn zonen, maar zij waren niet geliefd bij het volk.
Daarom bedacht aristocraat Kleisthenes een nieuw bestuurssysteem voor de stadstaat Athene, namelijk de democratie. In Athene werd vanaf de 5e eeuw v. C. gekozen voor een democratie (= het volk beslist mee) (demos = 'het volk' in het Grieks.
Volgende dia: filmpje uitleg monarchie, aristocratie en democratie bij de Oude Grieken (1:15) met daarna een quizvraag.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat wordt hiernaast in het plaatje uitgebeeld?
A
Een monarchie
B
Een aristocratie
C
Een democratie
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 11 - Quizvraag

Democratie in stadstaat Athene
Democratie in Nederland
Iedereen mag stemmen (meebeslissen), behalve...

- vrouwen
- kinderen
- slaven
- vreemdelingen uit andere stadstaten

Kortom, alleen vrije volwassen mannen waarvan beide ouders uit Athene kwamen mochten stemmen en bezaten dus het burgerschap (± 10% van de mensen was burger)

Iedereen mag stemmen (meebelissen), behalve...

- Jongeren onder de 18 jaar. 
- Mensen zonder Nederlands paspoort
Democratie in de stadstaat Athene en in Nederland:
Volgende dia: verdere uitleg democratie in Athene

Slide 12 - Tekstslide

Wie is een burger in de democratie van de stadstaat Athene?
A
een rijke handelaar met een vader uit de stadstaat Cyrene en een moeder uit Athene.
B
een slaaf die aan kinderen van edelen lesgeeft.
C
een rijke volwassen vrouw uit Athene
D
een arme volwassen man met twee in Athene geboren ouders.

Slide 13 - Quizvraag

Nederland is een democratie, want je mag stemmen in een stemlokaal, maar hoe ging dat in Athene?

40 keer per jaar kwamen de Atheense mannen nabij de agora bij mekaar om te vergaderen (volksvergadering). Bij belangrijke beslissingen moesten minstens 6000 mensen aanwezig zijn, bv zullen we een oorlog beginnen of moet de haven worden uitgebreid? 
Je moest een flink stemgeluid hebben en overtuigend kunnen spreken met veel uitstraling om veel invloed te kunnen uitoefenen. Perikles was zo'n goede spreker en overtuigde de menigte om een parthenon te bouwen, een tempelcomplex voor de staatsgodin Athena.
- Op de plek van de volksvergadering (ekklésia) veel potscherven gevonden met een naam erop. Hoe komt dat? 
De volksvergadering kon een schervengericht (ostracisme) houden. Tijdens het schervengericht krasten alle aanwezigen de naam van een ongewenst iemand op een pot scherf, bv iemand di teveel macht greep. De persoon die 6000 stemmen kreeg moest binnen 10 dagen de stad verlaten en mocht 10 jaar lang niet meer terugkreren.
Aan alle genoemde bestuursvormen in de Griekse
poleis kwam een einde toen de koning van Macedonie
(Philippus II) het gebied in de 4e eeuw v. C. de macht
pakte. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Op de plek van de volksvergadering in Athene hebben archeologen veel potscherven teruggevonden.
Deze potscherven gebruikten de leden van de volksvergadering om...
A
aan te geven wie ze wilden verbannen, omdat ze vonden dat deze persoon een gevaar vormde voor de democratie.
B
gaten in de vloer mee op te vullen.
C
hun stem mee uit te brengen door de scherf in één van twee grote potten te doen: één met de stemmen voor en één met de stemmen tegen.
D
lawaai mee te maken, als ze vonden dat de spreker onzin verkondigde en maar weer moest gaan zitten.

Slide 16 - Quizvraag

In deze klas dragen enkele leerlingen Nike-schoenen en Nike-kleding.

Nike is een Griekse god, namelijk de god van de ....
A
energie
B
overwinning
C
sportieve prestaties
D
geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 17 - Quizvraag

0

Slide 18 - Video

Hoe heette de belangrijkste stad van het Oude Griekenland?
A
Sparta
B
Korinthe
C
Delphi
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 19 - Quizvraag

Twee uitspraken:

1. Het Oude Griekenland was een landbouwsamenleving

2. Bekijk hiernaast een print screen van 3:00. Op deze afbeelding zie je een Polis.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 20 - Quizvraag

Een polis is een ander woord voor ....
A
Een stadstaat
B
Een bestuur
C
Een agora
D
Een stoa

Slide 21 - Quizvraag

Een agora is een ander woord voor....
A
een marktplein
B
een stadstaat
C
een akropolis
D
een democratie

Slide 22 - Quizvraag

0

Slide 23 - Video

Hoe heet de oppergod (de belangrijkste god) van de Oude Grieken?
A
(Pallas) Athena
B
Aphrodite
C
Zeus
D
Apollo

Slide 24 - Quizvraag

De Griekse godin Pallas Athena heeft een eigen tempel.

Hoe heet deze tempel?
A
Delphi
B
Het Parthenon
C
De Olympus
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 25 - Quizvraag

Veel gebouwen worden momenteel nog steeds gebouw met de Griekse bouwstijl.

Hoe heet hiernaast in het plaatje het rode gedeelte van een gebouw met een Griekse bouwstijl?
A
Een zuil
B
Een fries
C
Een timpaan
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 26 - Quizvraag

0

Slide 27 - Video

Hiernaast zie de overblijfselen van het Orakel van .....
A
Athene
B
Delphi
C
de agora
D
het Parthenon

Slide 28 - Quizvraag

Om de 4 jaar wordt het grootste sportevenement ter wereld georganiseerd, namelijk de Olympische (zomer)Spelen.

Hierbij wordt altijd het bijbehorende Olympisch vuur aangestoken in....
A
Athene
B
Olympia
C
Sparta
D
Geen van de genoemde plaatsen is juist.

Slide 29 - Quizvraag

Bij welk antwoord staan allemaal sporten die ook tijdens de Olympische Spelen in de Griekse Oudheid werden georganiseerd?
A
Hardlopen, kanoën, boksen, zwemmen en tennis en speerwerpen
B
Zwemmen, volleybal, paardenraces, discuswerpen, worstelen en de hink-stap-sprong
C
Ver springen, tennis, voetbal, duiken, zeilen en judo
D
Paardenraces, hardlopen, speerwerpen, discuswerpen, worstelen en ver springen.

Slide 30 - Quizvraag

Een winnaar van een Olympische sport in de Griekse Oudheid en de winnaar van een huidige Olympische sport winnen beiden .....
A
een leven zonder belasting te betalen
B
een leven met alleen maar gratis maaltijden.
C
een gouden medaille
D
roem en eer

Slide 31 - Quizvraag

Hoe oud is de het grootste sportevenement ter wereld (de Olympische Spelen)?
A
Ongeveer 25 jaar oud
B
Ongeveer 250 jaar oud
C
Ongeveer 2500 jaar oud
D
Ongeveer 25000 jaar oud.

Slide 32 - Quizvraag

Sleep de woorden (links) naar de juiste omschrijving (rechts):
God van de overwinning.
Polis
Lange zuilenhal
Een alleenheerser die met geweld de macht heeft gegrepen.
Een groepje aanzienlijken (= wijze mannen) regeert.
Schervengericht
Nike
Stadstaat
Stoa
Tiran
Aristocratie
Ostracisme

Slide 33 - Sleepvraag

Laatste dia: Voeg via Google-afbeeldingen hieronder een plaatje toe die volgens jou perfect bij deze les past:

Slide 34 - Open vraag