Klas Z2b OT GR

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Klas Z2b 
Grammar.

Slide 2 - Tekstslide

I am going to......

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je dit?
-Als je iets hebt besloten en dit in de toekomst gaat doen
VB: I am going to clean my room.
- voorspelling die zichtbaar zijn.
VB: Look at the clouds! It is going to rain.


Slide 4 - Tekstslide

Hoe gebruik je dit?
Am/are/is+ going to+ werkwoord

Slide 5 - Tekstslide

I___________ her next week (trouwen)
A
marry
B
am going to marry
C
are going marry
D
are going to marry

Slide 6 - Quizvraag

They_________ her tonight. (bezoeken)
A
are going to visit
B
are going to search
C
are gonna search
D
is going to search

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden 
I like football. (stam)
Cristiano likes football. (stam+s)

Slide 9 - Tekstslide

T.T
Alleen de stam bij:
I, You, We, They, You 
Bij He/She/It:
stam+ s

Slide 10 - Tekstslide

Present simple met pvnm
I like football.
Cristiano likes football.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

They are eating a burger right now.

Present continuous

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer gebruik je dit?
-Als je het hebt over het NU en het nog niet afgelopen is.

eating a burger right now.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe maak je de present continuous?

am/are/is+ werkwoord+ ing

Slide 15 - Tekstslide

He________right now (sleep).
A
am sleeping
B
slept
C
is sleeping
D
sleeping

Slide 16 - Quizvraag

I_________ at this moment. (work)
A
am working
B
worked
C
work
D
am worked

Slide 17 - Quizvraag

can/could

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer gebruik je can/could?
Can:
-Zeggen dat je iets KUNT
Could:
-Iets beleefd wilt vragen
- zeggen dat je iets KON
-specifiek wilt zeggen dat je iets zou kunnen

Slide 19 - Tekstslide

_____ please help us sir? (kun)
A
Can you
B
Will you
C
Could you
D
can't

Slide 20 - Quizvraag

She_______ swim nowadays since she is healthy. (kan)
A
can
B
couldn't
C
could
D
can't

Slide 21 - Quizvraag

Werk aan je oefentoets!

Mocht je klaar zijn? 
--> Mag je woordjes leren.

Slide 22 - Tekstslide