Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
5.4 Geld genoeg?
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
4 videos
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling 5.3
Leerdoelen 5.4
Instructie 5.4
Aan de slag met 5.4
Evaluatie lesdoelen
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Goedemorgen
Jassen uit
Graag je laptop pakken
Telefoons weg, airpods en andere oortjes uit.
Graag meedoen met de les: Lessonup inloggen.
Herhaling 5.3
Slide 3 - Tekstslide
Het minimumbedrag dat je volgens de overheid nodig hebt om van te kunnen leven.
Zo word Nederland, vanwege zijn goede voorzieningen, ook wel genoemd
Hier zijn uitkeringen onderdeel van
Sociaal minimum
Verzorgingsstaat
Sociale zekerheid
Slide 4 - Sleepvraag
Vandaag leer je:
Hoe de overheid de inkomsten en uitgaven onder controle houdt.
Hoe je rekent met grote getallen.
Hoe de rijksoverheid aan inkomsten komt.
Wat voor inkomsten de gemeente heeft.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Uitgaven en inkomsten van de overheid
Rijksbegroting
= verwachte uitgaven en inkomsten van de overheid in het komende jaar.
In de
miljoenennota
worden de gemaakte keuzes uitgelegd. Doordat de overheid leent, is er een
staatsschuld.
Doordat de overheid leent, is er een staatsschuld.
Worden er meer inkomsten dan uitgaven verwacht? Dan is er een begrotingsoverschot.
Worden er meer uitgaven dan inkomsten verwacht? Dan is er een begrotingstekort.
Slide 7 - Tekstslide
De inkomsten op de rijksbegroting zijn lager dan de uitgaven.
Uitkering die betaald wordt met belastinggeld. Voorbeeld is de bijstand.
Land waarvan de overheid zorgt voor goede sociale zekerheid, gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs voor iedereen.
De inkomsten op de rijksbegroting zijn hoger dan de uitgaven.
Begrotingsoverschot
Begrotingstekort
Verzorgingsstaat
Sociale voorziening
Slide 8 - Sleepvraag
Een overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven van rijksoverheid voor het komende jaar.
Toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën over de gemaakte keuzes.
Een schuld die is opgebouwd in alle jaren dat de overheid een begrotingstekort had en dus geld heeft moeten lenen van banken.
Miljoenennota
Rijksbegroting
Staatsschuld
Slide 9 - Sleepvraag
Inkomsten van de overheid
De overheid heeft verschillende inkomsten:
Belastingen:
leveren de meeste inkomsten op.
Sociale premies:
bedoeld voor de uitkeringen van de sociale verzekeringen
Niet-belastingontvangsten
: bijvoorbeeld
de winst van overheidsbedrijven boetes
Slide 10 - Tekstslide
Belastingen
Belastingen kun je in twee groepen verdelen:
1. Directe belastingen
betaal je rechtstreeks aan de Belastingdienst van de overheid.
Slide 11 - Tekstslide
Belastingen
2. Indirecte belastingen
betaal je met een omweg aan de Belastingdienst van de overheid.
Slide 12 - Tekstslide
Belastingen
Niet-belastingontvangsten
BTW
Accijns
Winst overheidsbedrijven
Boetes
Inkomsten-belasting
Slide 13 - Sleepvraag
Directe belasting
Indirecte belasting
Andere inkomsten
Slide 14 - Sleepvraag
Indirecte belastingen
Directe belastingen
Btw
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Accijns
Slide 15 - Sleepvraag
Geld voor de gemeente
Hoe komt de gemeente aan geld?
Het grootste deel: uit het Gemeentefonds van het rijk.
Burgers en bedrijven betalen gemeentelijke belastingen en heffingen voor. Voorbeelden :
onroerendezaakbelasting (ozb)
rioolheffing
afvalstoffenheffing
Slide 16 - Tekstslide
Bij welk antwoord staan alleen gemeentelijke inkomsten
A
OZB, BTW en het Rijk
B
Het rijk, leges, OZB
C
OZB, afvalstofheffing, BTW
D
Afvalstofheffing, BTW en rioolrechten
Slide 17 - Quizvraag
Wat zijn de belangrijkste inkomsten van een gemeente?
A
Inkomsten vanuit het rijk
B
Gemeentebelastingen
C
Geld vanuit de verkoop van paspoorten
D
Geld vanuit parkeerboetes
Slide 18 - Quizvraag
Snel van miljarden naar miljoenen
Als je rekent met de overheidsfinanciën, heb je vaak met miljarden en miljoenen te maken.
Zo reken je snel om van miljarden naar miljoenen:
Slide 19 - Tekstslide
Snel van miljoenen naar miljarden
Als je rekent met de overheidsfinanciën, heb je vaak met miljarden en miljoenen te maken.
Zo reken je snel om van miljarden naar miljoenen:
Slide 20 - Tekstslide
45 miljard = ... miljoen
A
4500
B
450
C
0,45
D
45000
Slide 21 - Quizvraag
650 miljoen = ... miljard
A
65
B
0,65
C
650.000
D
6,5
Slide 22 - Quizvraag
€ 200 miljoen x 5.000 = ... miljard
miljoen x duizend = miljard
A
1 miljard
B
10 miljard
C
100 miljard
D
1.000 miljard
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Ga zelfstandig aan het werk met...
Het maken van een mindmap/samenvatting of maak sleutelwoorden van paragraaf 5.4
Slide 25 - Tekstslide
Wanneer er sprake is van een begrotingstekort, heeft de overheid meer begroot dan .
Bij een begrotingsoverschot heeft de overheid meer begroot dan .
Vul de woorden in op de juiste plek.
inkomsten
uitgaven
inkomsten
uitgaven
Slide 26 - Sleepvraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Maak opgaven 5.3 en 5.4
Maak opgaven 17 tot en met 24
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
Slide 32 - Video
Meer lessen zoals deze
Leerjaar 3 hst 6 les 3
April 2020
- Les met
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
De rijksbegroting
Januari 2019
- Les met
33 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
5.4 Geld genoeg?
December 2022
- Les met
25 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
5.4 Geld genoeg?
December 2022
- Les met
26 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
M4, 5.4 geld genoeg
November 2024
- Les met
25 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
§ 5.4 Geld genoeg?
November 2023
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
M2 herhaling H6
19 dagen geleden
- Les met
21 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
§ 5.4 Geld genoeg?
Januari 2023
- Les met
28 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4