Taak 3

Welkom bij de les mens en maatschappij!
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de les mens en maatschappij!

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
  • Welkom: online les met z'n allen
  • 3 minuten actueel van Annelin
  • Het boek : Waar wil je wonen?  Taak 3 Waar ga je wonen in de stad?
  • Opbouw van een stad herhalen en verder bekijken
  • Internetopdracht Funda
  • Anne Frank : aflevering 4 en 5 en de kijkvraag maken
  • Huiswerk voor volgende week  bespreken : Repetitie

Slide 2 - Tekstslide

Wat leren we in Taak 3?
Leerdoelen: 
  • Je weet waar welke wijken in de stad liggen
  • Je weet wanneer mensen naar en uit de stad verhuisden
  • Je weet waarom mensen naar en uit de stad verhuisden
  • Je weet waarom de regering groeikernen bouwde
  • Je kunt soorten wijken op een foto herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Taak 3 Nederlandse stadswijken

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Van binnen naar buiten
De opbouw van de steden in de loop der jaren:

Van binnen naar buiten:
1. binnenstad met centrum met oude huizen : oranje met rode streepjes

2. uitbreiding met arbeiderswoningen : 1800-1900 okergeel
     niet op het plaatje, eenvoudige woningen 1900-1940 bruingroen

3. naoorlogse wijken: stadswijken met flats 1945-1970 : paars



Slide 6 - Tekstslide

Stadsopbouw
Rond 1850 begon de industriële revolutie = sterke groei van de industrie in korte tijd.
In de landbouw waren minder mensen nodig en dus trokken de mensen naar de stad om daar werk te zoeken in de industrie (bijv in fabrieken)
De steden groeiden enorm.
Tot 1960 groeiden de steden (dus vanaf 1850 = 110 jaar lang)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

2. De arbeiderswijken
  • Na 1850 werden er arbeiderswijken rond het stadscentrum gebouwd. Daar woonden de arbeiders dicht bij de fabrieken. 

Slide 12 - Tekstslide

2. Vooroorlogse wijken
  •  Na de arbeiderswijken komen de vooroorlogse wijken. 
  • Ze worden gebouwd tussen 1900 en 1940
  • De huizen in deze vooroorlogse wijken zijn nog steeds eenvoudig, maar   wel iets groter en ze staan minder dicht  op elkaar dan in de   arbeiderswijken.
  • Meer groen

Slide 13 - Tekstslide

3. Naoorlogse wijken
  • Woningnood na de oorlog
  • Gebouwd tussen 1950-1970
  • Veel hoogbouw: Gebouw met meerdere verdiepingen of flats.
  • Voornamelijk voor jonge gezinnen met kinderen


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Van binnen naar buiten
4. stadswijken met allerlei verschillende woningen 1970-1980 :         vaak op woonerven:  bruin
5. stadswijken met eenvoudige woningen en luxe villa’s na 1980
en daarna Vinex wijken : donkerpaars en cremewit
6. rand van de stad ; bedrijventerreinen : roze
7. Verdere groen = groene ruimte = parken enzovoort

Slide 16 - Tekstslide

Stadsopbouw
Van 1960 tot 1985 trokken veel mensen weg uit de stad.
De mensen vonden de stad te druk en er was te weinig ruimte en te weinig groen.
Buiten de steden kwamen tussen 1960 en 1970 grote nieuwbouwwijken.
Men noemde ze groeikernen
Bijvoorbeeld : Almere , Zoetermeer, Nieuwegein

Slide 17 - Tekstslide

4. Jaren 70-wijken
  • veel eengezinswoningen = een huis dat groot genoeg is           voor een gezin.
  • kronkelige straten en speels opgezet
  • woonerven
  • veel groen
  • verder bij het centrum vandaan 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

5. Nieuwbouwwijken
  •  Aan de rand van de stad 
  • Ruim opgezet

  • Veel natuur
  • Voor gezinnen
  • Vinexwijken

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Stadsopbouw
Pas na 1985 verhuizen de mensen weer terug naar de stad.
Die wijken aan de rand van de grote steden (na 1993) worden Vinexwijken genoemd.
Bijvoorbeeld ; Leidsche Rijn , Vathorst

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Opdracht bij de Geoclip
Je hebt net gekeken naar de Geoclip over 
"de stad groeit"
Opdracht:
Schrijf in 3 zinnen het belangrijkste op dat je gezien hebt en stop het blaadje in je map en bewaar het goed.

Slide 28 - Tekstslide

Nog even terugkijken: Industriële revolutie
Rond 1850 begon de industriële revolutie = sterke groei van de industrie in korte tijd.
In de landbouw waren minder mensen nodig en dus trokken de mensen naar de stad om daar werk te zoeken in de industrie (bijv in fabrieken)
De steden groeiden enorm.
Tot 1960 groeiden de steden (dus vanaf 1850 = 110 jaar lang)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Opdracht bij de Histoclip
Je hebt net gekeken naar de Geoclip over 
"de stad groeit"
Opdracht:
Schrijf in 3 zinnen het belangrijkste op dat je gezien hebt en stop het blaadje in je map en bewaar het goed.

Slide 31 - Tekstslide





Veranderingen in buurten

Veranderingen in buurten

Slide 32 - Tekstslide

stadsvernieuwing
Na 1985 ging de leegloop van de stadscentra te hard.
De oude wijken raakten vervallen en de eerste bewoners trokken weg.
De regering zei:
- de stad moet aantrekkelijker voor wonen
- de stad moet aantrekkelijker worden voor werken
- de stad moet aantrekkelijker worden voor recreatie
- de stad moet veiliger worden




Slide 33 - Tekstslide

stadsvernieuwing
Sommige stukken werden opgeknapt : dit heet renovatie

Lelijke wijken werden/worden afgebroken en er kwamen nieuwe modernere huizen : dit heet stadsvernieuwing

Slide 34 - Tekstslide

Stadsvernieuwing
Stadsvernieuwing
De kwaliteit van de sociale huurwoningen wordt verbeterd. Dit gebeurd door:
Renovatie
Sanering
De bevolkingssamenstelling (wie er wonen) blijft hetzelfde.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Sleep de juiste woonwijk naar zijn plek toe
Stadscentrum
Arbeiderswijken
Vooroorlogse wijken
Naoorlogse wijken
Jaren 70-wijken
Nieuwbouwwijken

Slide 37 - Sleepvraag

Welke uitspraak over 19e eeuwse arbeiderswijken is goed?
A
Ze zijn goed geïsoleerd.
B
Ze zijn groot en hebben grote kamers.
C
Ze hebben een douche.
D
Ze liggen tegen het stadscentrum aan.

Slide 38 - Quizvraag

Welke uitspraak over Vinexwijken is goed?
A
Ze liggen dicht bij het centrum.
B
Het zijn kleine woningen.
C
Er is veel groen in de wijk.
D
Ze hebben geen douche.

Slide 39 - Quizvraag

Is dit een voorbeeld van renovatie of van stadsvernieuwing?
A
renovatie
B
stadvernieuwing

Slide 40 - Quizvraag

Als renovatie geen zin meer heeft dan vindt ............ plaats.
A
Stadsvernieuwing
B
Restauratie

Slide 41 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?

A
Renovatie
B
Restauratie
C
Opknapbeurt
D
Stadsvernieuwing

Slide 42 - Quizvraag

Stads-
vernieuwing
Renovatie
Restauratie

Slide 43 - Sleepvraag

Noem 2 begrippen die je vandaag in de les hebt onthouden.

Slide 44 - Woordweb

Leerdoelen gehaald?
Leerdoelen: 
  • Je weet waar welke wijken in de stad liggen
  • Je weet wanneer mensen naar en uit de stad verhuisden
  • Je weet waarom mensen naar en uit de stad verhuisden
  • Je weet waarom de regering groeikernen bouwde
  • Je kunt soorten wijken op een foto herkennen

Slide 45 - Tekstslide

Huiswerk?
Vrijdag 28 mei 2021
3 minuten actueel: Lucas
Maken (iedereen): Kijkvraag bij Anne Frank afl. 6

Leren :  Repetitie Hoofdstuk 1 Waar wil je wonen? BK: aantekening 31 t/m 40
                                                                                                      KGT: aantekening 31 t/m 43
Maken:
Basis: Taak 5 met de lesbrief BK
Kader: Taak 5 met de lesbrief

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Oké, doei!
Bedankt voor de aandacht

Slide 48 - Tekstslide