Versieren en docoreren

1 / 27
volgende
Slide 1: Video
Consumptieve techniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Waaruit bestaat garneerglazuur?
A
Poedersuiker, eieren en melk
B
Castormelis, eiwit en vanille-extract
C
Poedersuiker, kunsteiwit en water
D
Basterdsuiker, eiwit en water

Slide 2 - Quizvraag

Op marsepeintaarten gebruik je soms ook chocolade om te garneren.
Dit is echter geen gewone couverture.
Wat is er door de couverture gedaan om er spuitbare en taaie chocolade van te maken
A
Gepasteuriseerde volle en romige melk
B
Warm water
C
Trempeerlikeur met rumsmaak
D
Kokende room

Slide 3 - Quizvraag

Van welk materiaal zijn tegenwoordig de meeste spuitjes gemaakt?
A
Roestvrij staal en kunststof
B
Aluminium en ijzer
C
Kunststof en blik
D
Blik en kunststof

Slide 4 - Quizvraag

In de bakkerij gebruiken we vaak spuitzakken.Welke spuitzakken passen het best in het HACCP-systeem?
A
Uitwasbare spuitzakken van kunststof
B
Wegwerpspuitzakken van kunststof
C
Volledig afwasbare geplastificeerde spuitzakken
D
Volledig afwasbare linnen spuitzakken

Slide 5 - Quizvraag

Hoe kun je het best een cornetje vullen met garneerglazuur?
A
Met een grote lepel
B
Met een plastic krabber
C
Met een spuitzak en een klein rond spuitje
D
Met een garneer mondje

Slide 6 - Quizvraag

Marsepeinbloemen kun je uitstekend gebruiken om taarten en gebak mee te versieren. We noemen dit?
A
Maskeren
B
Glaceren
C
Decoreren
D
Aanzetten

Slide 7 - Quizvraag

Voor het bekleden van taarten en gebak rol je marsepein zeer dun uit je mag bij dit uitrollen beslist geen ...........
gebruiken.
A
Poedersuiker
B
Suikerbakkerspoeder
C
Bloem
D
Tarwena

Slide 8 - Quizvraag

Petitfours zijn kleine .......................... crèmegebakjes die vaak op bruiloften en recepties bij de koffie worden
geserveerd.
A
Ronde
B
Ovale
C
Stervormige
D
Vierkante

Slide 9 - Quizvraag

a. Rouanen geven geen kleurstof af

b. Meikersen worden alleen gekonfijt gebruikt.
A
a= onjuist b = onjuist
B
a= onjuist b = juist
C
a= juist b = onjuist
D
a= juist b = juist

Slide 10 - Quizvraag

Kiwi’s komen alleen vers en..................................in de handel voor.
A
Gekonfijt
B
Gesteriliseerd
C
Gedroogd
D
Bevroren

Slide 11 - Quizvraag

Welke vrucht hoort in het onderstaande rijtje niet thuis?
A
Kersen
B
Appels
C
Pruimen
D
Abrikozen

Slide 12 - Quizvraag

Oude ananas vruchten geven ananas schijven die.......................................zullen zijn.
A
Zacht
B
Zacht/stevig
C
Rafelig
D
Stokkerig

Slide 13 - Quizvraag

Abrikozenpulp zijn abrikozen ...............................................
A
Op extra zware siroop
B
Op zware siroop
C
Op lichte siroop
D
Op water

Slide 14 - Quizvraag

Juist of onjuist
Tik bij de volgende vragen juist of onjuist in..

Slide 15 - Tekstslide

Het verwerken van marsepein moet vlug gebeuren.

Slide 16 - Open vraag

Marsepein droogt snel uit wanneer het onafgedekt in een ruimte staat.

Slide 17 - Open vraag

De hoeveelheid suiker in marsepein kan verschillen en varieert van 1 deel amandelen en 11⁄2 deel suiker tot 1 deel
amandelen en 3 delen suiker.

Slide 18 - Open vraag

Randversieringen pas je toe op slagroomtaarten.

Slide 19 - Open vraag

Garneerglazuur mag uitdrogen.

Slide 20 - Open vraag

Marsepein kun je verschillende kleuren geven. Dat kan door kleurstof door de marsepein te werken of door kleurstof
aan de buitenkant aan te brengen.

Slide 21 - Open vraag

Het maken van mengkleuren bij marsepein is een makkelijk.

Slide 22 - Open vraag

Marsepein is een erg kwetsbaar artikel. Dat wil zeggen, dat het aan bederf onderhevig is.

Slide 23 - Open vraag

Bij elk te maken model gaan we uit van een naadloze bol.

Slide 24 - Open vraag

Neem je marsepein figuren zo weinig mogelijk in de hand.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video