EF 1: Vragenlijst
1 / 33
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. Ik pas me makkelijk aan als er iets verandert.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 2 - Quizvraag
2. Ik pas me aan anderen aan, zonder mezelf tekort te doen.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 3 - Quizvraag
3. Ik schakel makkelijk tussen verschillende activiteiten.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 4 - Quizvraag
4. Ik zorg dat mijn (school)werk zich niet opstapelt.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 5 - Quizvraag
5. Ik kan andere dingen (ook leuke) bewaren voor later.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 6 - Quizvraag
6. Ik kan mezelf ertoe zetten aan het werk te gaan.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 7 - Quizvraag
7. Ik vind het makkelijk om aan het werk te blijven.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 8 - Quizvraag
8. Ik wil graag een resultaat halen waar ik tevreden over ben.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 9 - Quizvraag
9. Ik kan goed mijn eigen doel en aanpak bepalen als een opdracht open is.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 10 - Quizvraag
10. Ik houd makkelijk mijn aandacht bij mijn werk.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 11 - Quizvraag
11. Ik maak mijn werk af.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 12 - Quizvraag
12. Ik blijf rustig in gespannen situaties, zoals ruzies of een belangrijke toets.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 13 - Quizvraag
13. Ik blijf rustig als iets anders gaat dan verwacht.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 14 - Quizvraag
14. Ik spreek mijn gevoelens uit als dat nodig is.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 15 - Quizvraag
15. Ik denk na of wacht even voor ik iets zeg of doe.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 16 - Quizvraag
16. Ik denk na over de gevolgen van wat ik zeg of doe.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 17 - Quizvraag
17. Ik wacht rustig tot het moment dat iets kan of mag.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 18 - Quizvraag
18. Ik weet hoe ik het beste leer.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 19 - Quizvraag
19. Ik zoek bronnen of hulp als ik ergens niet uit kom.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 20 - Quizvraag
20. Ik bekijk mijn werk en mijn aanpak om van te leren.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 21 - Quizvraag
21. Ik onthoud wat ik heb afgesproken.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 22 - Quizvraag
22. Ik onthoud wat ik nog moet doen.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 23 - Quizvraag
23. Ik onthoud bij een grote opdracht de informatie die ik nodig heb.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 24 - Quizvraag
24. Ik schat realistisch in hoe lang iets duurt.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 25 - Quizvraag
25. Ik neem de tijd voor wat ik moet doen.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 26 - Quizvraag
26. Ik verdeel mijn tijd goed over wat ik moet doen.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 27 - Quizvraag
27. Ik richt mijn werkplek zo in dat ik goed kan werken en leren.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 28 - Quizvraag
28. Ik zorg ervoor dat ik de benodigde spullen bij de hand heb.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 29 - Quizvraag
29. Ik orden belangrijke informatie.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 30 - Quizvraag
30. Ik zorg voor overzicht als er veel te doen is.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 31 - Quizvraag
31. Ik weet wat ik als eerste ga doen als ik druk ben.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
Slide 32 - Quizvraag
32. Ik zorg voor structuur bij een grote opdracht die lang duurt.
A
Ik kan dit (al) goed
B
Soms wel, soms niet
C
Ik vind dit nog moeilijk
