Les 1: Begrippen kennen

Voorbereiden:
Zet de volgende taak klaar in Numo. 
  1. Noem de taak 'Vormen'
  2. Kies: Meten en meetkunde 1F nieuw
  3. Voeg de opdrachten 1,2,5 van E: vlakke vormen toe 
  4. Voeg de opdrachten 1,2,3 van G: ruimtelijke vormen toe
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiden:
Zet de volgende taak klaar in Numo. 
  1. Noem de taak 'Vormen'
  2. Kies: Meten en meetkunde 1F nieuw
  3. Voeg de opdrachten 1,2,5 van E: vlakke vormen toe 
  4. Voeg de opdrachten 1,2,3 van G: ruimtelijke vormen toe

Slide 1 - Tekstslide

Les 1: Begrippen kennen

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij meten?

Slide 3 - Woordweb

Aan het einde van deze les...
  • ...weet ik wat de begrippen zijn die bij meten horen.

Slide 4 - Tekstslide

Lengte en breedte
Lengte is hoe lang iets is. Breedte is hoe breed iets is. 
Lengte is de lange kant en breedte is de korte kant. 
Dit meet je met een ...?

Slide 5 - Tekstslide

Lengte en breedte
Lengte is hoe lang iets is. Breedte is hoe breed iets is.
Lengte is de lange kant en breedte is de korte kant.   
Dit meet je met een ...?
Liniaal
Rolmaat
Duimstok

Slide 6 - Tekstslide

Kijk om je heen. 
Zoek een voorwerp in de klas waar je de lengte en de breedte van aanwijst. 

Slide 7 - Tekstslide

Horizontaal en verticaal
Horizontaal = plat, een liggende streep
Verticaal = een rechtopstaande streep

Slide 8 - Tekstslide

Welk voorwerp in het lokaal is vooral verticaal?

Slide 9 - Open vraag

Welk voorwerp in het lokaal is vooral horizontaal?

Slide 10 - Open vraag

Vlakke figuren

Bij meten horen ook allerlei figuren:

  1. Cirkel
  2. Rechthoek
  3. Driehoek
  4. Vierkant

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel cirkels zie je hier?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel rechthoeken zie je hier?
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 13 - Quizvraag

Ruimtelijke figuren:

Voor elk vlak figuur, bestaat ook een ruimtelijk figuur. Dat betekent: "het neemt ruimte in"

  1. Bol
  2. Kubus
  3. Balk
  4. Piramide

Slide 14 - Tekstslide

Welk voorwerp heeft de vorm van een balk?
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Welk voorwerp heeft de vorm van een kubus?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Welk voorwerp heeft de vorm van een bol?
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Welk voorwerp heeft de vorm van een piramide?
A
B
C
D

Slide 18 - Quizvraag

Ruimtelijke figuren (3D)
Piramide
Balk
Bol
Kubus

Slide 19 - Sleepvraag

Figuren kunnen we indelen in vlakke figuren en ruimtefiguren.
Sleep de namen van de figuren naar de juiste plek.
Vlak figuur
Ruimtelijk figuur
Balk
Bol
Kubus
Piramide
Vierkant
Driehoek
Rechthoek

Slide 20 - Sleepvraag

En nu zelf aan de slag
Maak de taak 'Vormen' die in Numo klaarstaat. 

Slide 21 - Tekstslide