oefentoets Mens en Milieu BK

oefentoets Mens en Milieu BK
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

oefentoets Mens en Milieu BK

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een monocultuur?
A
1 soort gewas
B
Meerdere soorten gewassen
C
Een klein gewas
D
Een groot gewas

Slide 2 - Quizvraag

Is bevolkingstoename een oorzaak van milieuproblemen?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Is windenergie een duurzame energiebron?

A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Een voedselweb is :
A
Een hele lange voedselketen
B
Meerdere voedselketens door elkaar.
C
Een voedselketen zonder planten.
D
Een voedselketen zonder dieren.

Slide 5 - Quizvraag

In het voedselweb is aangegeven wie door wie opgegeten wordt.

Wie staat er aan het eind van dit voedselweb?
A
algen
B
kikker
C
vis
D
reiger

Slide 6 - Quizvraag

Is aardgas een fossiele brandstof?

A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

voordeel van 'Recycling"

A
je hebt veel grondstoffen nodig
B
je kan het verbranden
C
het is niet duurzaam
D
besparen van energie bij het maken van apparaten

Slide 8 - Quizvraag

Is luchtverontreiniging een nadeel van kernenergie?

A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Hieronder staan twee uitspraken over de gevolgen van de bevolkingstoename en de andere manier van leven.
1 Door de bevolkingstoename is er minder ruimte voor dieren.
2 Door de veranderde manier van leven komen er meer afvalstoffen vrij.
Welke uitspraak is of welke uitspraken zijn juist?

A
alleen uitspraak 1
B
alleen uitspraak 2
C
beiden uitspraken

Slide 10 - Quizvraag

Neemt door milieuproblemen het aantal diersoorten toe?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Wat is duurzame energie?
A
Windenergie
B
Zonne-energie
C
Waterkracht
D
Kolen verbranding

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn grondstoffen?
A
aarde
B
grondstoffen halen we uit de grond om producten mee te maken

Slide 13 - Quizvraag


Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een ecologische voetafdruk?
A
Of je grote voeten hebt
B
Hoeveel aarde (en zee) er nodig is voor jou
C
Hoe leuk je het onderwerp ecologie vindt
D
Hoeveel schoenen je hebt

Slide 15 - Quizvraag

Waar is steenkool uit ontstaan?
A
dode resten van planten en dieren
B
stenen
C
stenen en kolen

Slide 16 - Quizvraag

Kan steenkool opraken?
A
nee
B
ja

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een nadeel van gebruik van steenkool?
A
bij verbranding komt CO2 vrij
B
je wordt er helemaal zwart van

Slide 18 - Quizvraag

Is aardgas ontstaan uit de laag steenkool?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Zijn steenkool,aardgas en aardolie ontstaan uit dode resten van planten en dieren?
A
ja
B
nee
C
alleen aardolie
D
alleen aardgas en steenkool

Slide 20 - Quizvraag

Wat gebruiken we om kernenergie op te wekken?
A
aardgas
B
steenkool
C
uranium
D
biomassa

Slide 21 - Quizvraag

Is kernenergie veilig?
Meerdere mogelijkheden!
A
ja, er zijn veel veiligheidsmaatregelen genomen
B
er kan straling vrijkomen als er iets fout gaat
C
waar laten we alle kernafval?
D
ja, er kan niks mee gebeuren

Slide 22 - Quizvraag

Is biomassa een duurzame energiebron?

A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

. Ethanol is een biobrandstof. Euro 95 is gewone benzine. Euro 95 en diesel worden gemaakt uit aardolie.
Welke van deze brandstoffen zorgen voor opwarming van de aarde?

A
diesel en ethanol
B
diesel en euro 95
C
ethanol en euro 95

Slide 24 - Quizvraag

Om elektriciteit op te wekken, wordt onder andere gebruikgemaakt van biomassa, steenkool en wind.
Waardoor neemt de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht toe?

A
door gebruik van biomassa
B
door gebruik van steenkool
C
door gebruik van de wind

Slide 25 - Quizvraag

Waar is sprake van een duurzame voedselproductie?
A
Alleen in de biologische veeteelt
B
Alleen in de bio-industrie
C
Bij geen van beide
D
Zowel in de biologische veeteelt als in de bio-industrie

Slide 26 - Quizvraag

Welke tip hoort er NIET bij om de afvalafdruk te verkleinen.
A
Koop tweedehands of ruil spullen met vrienden.
B
het scheiden van afval en minder weg te gooien.
C
Neem geen plastic tassen aan, maar neem je eigen tas mee voor je gaat shoppen.
D
zorg dat je al je afval samen verzameld, zodat je niet nog een bak nodig hebt.

Slide 27 - Quizvraag


Wat voor soort afval is dit?
A
GFT
B
PMD
C
KCA
D
Rest

Slide 28 - Quizvraag

Een hondendrol is ................afval.
A
biologisch afbreekbaar
B
niet biologisch afbreekbaar

Slide 29 - Quizvraag

Het afval in de afbeelding is ........afval.
A
biologisch afbreekbaar
B
niet biologisch afbreekbaar

Slide 30 - Quizvraag