argumentatieschema's 1

Boek kiezen
Welkom 4V

Leg je boeken, pen en papier op tafel. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Boek kiezen
Welkom 4V

Leg je boeken, pen en papier op tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

H. 21 argumentatieschema's
Je leert drie soorten argumentatieschema's onderscheiden en je leert hoe je bij elk schema de juiste kritische vragen kunt stellen.
Wat is een argumentatiestructuur?
  • Het verband tussen het argument en het standpunt.

Slide 2 - Tekstslide

Argumentatieschema:
Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen standpunt en argument.
1. Kenmerken
- voorbeelden
- voor- en nadelen
2. Vergelijking
3.  Causaliteit (oorzaak en gevolg)
- doel-middelrelatie

Slide 3 - Tekstslide

Kritische vragen:
1. Kenmerken: 
- Is het wel kenmerkend?
2. Vergelijking
- Zijn er ook verschillen? Zijn die groter dan de overeenkomsten? 
3. Causaliteit (oorzaak en gevolg)
- Leidt de oorzaak wel tot het gevolg?
- Is er geen andere manier om het gevolg te bereiken?

Slide 4 - Tekstslide

Je kan beter een elektrische auto kopen, die zijn milieuvriendelijker. 
1. Wat is het standpunt en wat is het argument?
2. Welk argumentatieschema herken je?
3. Welke kritische vraag hoort bij dat schema?
4. Wat is het antwoord op de vraag?

Slide 5 - Tekstslide

Wij komen nooit meer op tijd, deze file staat tot Utrecht
A
kenmerken
B
causaliteit
C
vergelijking

Slide 6 - Quizvraag

Als je griep hebt, moet je daar eerst zelf wat aan proberen te doen voordat je naar de dokter gaat. Zo voel ik me al een stuk beter als ik een paar paracetamols neem.
A
kenmerken
B
causaliteit
C
vergelijking

Slide 7 - Quizvraag

Om de gezondheid van leerlingen te verbeteren, zouden scholen meer sportactiviteiten moeten organiseren.
A
kenmerken
B
causaliteit
C
vergelijking

Slide 8 - Quizvraag

De prijzen voor kaartjes van voetbalwedstrijden zijn dit jaar bijna niet gestegen. Ik verwacht dan ook niet dat de tickets voor theatervoorstellingen duurder zullen worden.
A
kenmerken
B
causaliteit
C
vergelijking

Slide 9 - Quizvraag

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 

Maak opdracht 1 t/m 4, 6 en 7 (blz. 102). 
timer
14:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Standpunt: Leerlingen moeten zelf bepalen wanneer ze pauze hebben.

Schrijf enkelvoudige argumentatie bij dit standpunt. 
Kies één van de drie argumentatieschema's. 

Schrijf in stilte. 
timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

Wissel uit met diegene naast je. 

- Is de argumentatiestructuur enkelvoudig?
- Welk argumentatieschema herken je?
- Welke kritische vraag kun je stellen?

Slide 14 - Tekstslide