Communicatie - Argumentatieleer - les 7

Communicatie - Argumentatieleer - les 7
Argumentatieschema's
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Communicatie - Argumentatieleer - les 7
Argumentatieschema's

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Vorige les heb je geleerd hoe je verzwegen argumenten in een argumentatiestructuur kunt invullen en heb je geleerd hoe je kritisch kan kijken naar een betoog en hoe je correct kunt reageren op de zwakke plekken in een betoog. Verder heb je geoefend met het maken van een argumentatiestructuur (zo'n blokjesschema)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
  • Ik weet wat een argumentatieschema op basis van kenmerken, vergelijkingen en causaliteit is
  • Ik kan in een kort betoog de gebruikte argumentatieschema's herkennen
  • Ik kan de juiste kritische vragen stellen bij een gebruikt argumentatieschema
  • Ik ben in staat om kritisch te kijken naar een betoog en ik kan correct reageren op mogelijk zwakke plekken in een betoog

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke woorden
Criminoloog = Een criminoloog onderzoekt wat criminaliteit is en wat de oorzaken en gevolgen hiervan zijn voor de samenleving
Excessief = buitensporig
Perceptie = waarneming
Promovendus = iemand die op het punt staat een academische graad tot doctor te verwerven.
Rebellie = opstand, oproer
Selectief = waarbij een keuze wordt gemaakt
Sociale ladder - de opeenvolgende rangen en standen

Slide 4 - Tekstslide

Lees de volgende argumentaties en noteer steeds wat het verzwegen argument is. Gebruik 'Als...dan...'-vorm

Slide 5 - Tekstslide

a. Onze minister-president is een goede premier, omdat hij laat zien dat hij boven de partijen staat.

Slide 6 - Open vraag

b. Mensen zullen wel meer gaan autorijden, want de brandstof wordt steeds goedkoper.

Slide 7 - Open vraag

c. Meer zakgeld krijg je niet: je zus kreeg destijds evenveel

Slide 8 - Open vraag

d. De gezondheidszorg in Nederland is geprivatiseerd, maar lijkt nog steeds een overheidsorganisatie, want de patiënt staat nog steeds niet centraal.

Slide 9 - Open vraag

e. Iedereen zou evenveel belasting moeten betalen, want bij de slager betalen we toch allemaal ook evenveel voor een karbonaadje

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

10. Hoe helpt het invullen van het verzwegen argument je bij het beoordelen van een argument?

Slide 12 - Open vraag

Naar welke punten kijk je als je een argument kritisch beoordeelt?
A
aanvaardbaarheid, relevantie, betrouwbaarheid
B
aanvaardbaarheid, relevantie, betrouwbaarheid en consistentie
C
aanvaardbaarheid, betrouwbaarheid en consistentie
D
aanvaardbaarheid, relevantie, consistentie

Slide 13 - Quizvraag

Nog vragen of opmerkingen?
Naar aanleiding van het huiswerk nog opmerkingen of vragen?
Vraag extra uitleg wanneer je onderdelen niet begrijpt.

Slide 14 - Tekstslide

Argumentatieschema's
In je oordeel over de aanvaardbaarheid van iemands argumentatie zijn de dingen die niet gezegd worden vaak belangrijker dan dingen die wel gezegd worden. 

Slide 15 - Tekstslide

Argumentatieschema
Verzwegen argumenten zijn dus belangrijk. Ze helpen je met de beoordeling van een redenering.

Het verzwegen argument laat het verband zien tussen het argument en het standpunt.

We noemen dit verband ook wel het gebruikte argumentatieschema

Slide 16 - Tekstslide

Drie soorten argumentatieschema's
Er zijn drie soorten argumentatieschema's die aan de basis liggen van alle redeneringen:

Op basis van kenmerken
Op basis van vergelijking
Op basis van causaliteit

Slide 17 - Tekstslide

Argumentatie op basis van kenmerken
Arjen is niet echt met de milieuproblematiek bezig en hij geeft zijn kinderen een slecht voorbeeld, want hij eet gewoon elke dag vlees.

Kennelijk gaat de spreker er vanuit gegaan dat vlees eten kenmerkend is voor mensen die niets om het milieu geven. 

Iemand die vlees eet, geeft niets om de natuur.

Slide 18 - Tekstslide

Argumentatie op basis van kenmerken
Arjen is niet echt met de milieuproblematiek bezig en hij geeft zijn kinderen een slecht voorbeeld, want hij eet gewoon elke dag vlees.

Kennelijk betekent dat de spreker het niet hardop zegt. Er is hier sprake van een verzwegen argument.  

Slide 19 - Tekstslide

Argumentatie op basis van kenmerken
Arjen is niet echt met de milieuproblematiek bezig en hij geeft zijn kinderen een slecht voorbeeld, want hij eet gewoon elke dag vlees.

Als je de redenering compleet maakt moet je het verzwegen argument zelf invullen: 

Als je elke dag vlees eet, dan ben je niet bezig met de milieuproblematiek
 

Slide 20 - Tekstslide

Argumentatie op basis van kenmerken
De aanvaardbaarheid van de redenering valt of staat met inhoudelijke juistheid van het verzwegen argument
De vraag die jezelf kunt stellen bij een argumentatie op basis van kenmerken is dus altijd hoe kenmerkend het een voor een ander is.

Slide 21 - Tekstslide

Argumentatie op basis van kenmerken
Arjen is niet echt met de milieuproblematiek bezig en hij geeft zijn kinderen een slecht voorbeeld, want hij eet gewoon elke dag vlees.

Hoe kenmerkend is het een voor het ander? In dit geval: Is vlees eten een kenmerkende eigenschap voor mensen die niks om het milieu geven?

Slide 22 - Tekstslide

Argumentatie op basis van kenmerken
Ook redenering met voorbeelden of voor- en nadelen zijn argumentatieschema's op basis van kenmerken.

 Een toets die uitsluitend gericht is op het reproduceren van feitelijke informatie beperkt de mogelijkheid van studenten om kritisch denken.


Voorbeelden zie je in de Drillsteroefeningen terug

Slide 23 - Tekstslide

Argumentatieschema op basis van vergelijking
Het is niet raar dat in Brazilië op grote schaal oerwoud in brand wordt gestoken om landbouwgrond te creëren: in West-Europa hebben wij onszelf toch ook in de loop der jaren moeten ontwikkelen tot we een moderne samenleving zijn geworden?

De spreker vergelijkt de ontwikkeling van Europa de ontwikkeling van Brazilië. 

Slide 24 - Tekstslide

Argumentatieschema op basis van vergelijking
Het is niet raar dat in Brazilië op grote schaal oerwoud in brand wordt gestoken om landbouwgrond te creëren: in West-Europa hebben wij onszelf toch ook in de loop der jaren moeten ontwikkelen tot we een moderne samenleving zijn geworden?
Ook in deze redenering moet je het verzwegen argument invullen om de redenering compleet te maken: Als iets goed gewerkt heeft in het verleden voor de ontwikkeling van het ene land, dan is dat ook goed voor de ontwikkeling van een ander land.  
 

Slide 25 - Tekstslide

Argumentatie op basis van vergelijking
De kritische vraag die je kunt stellen bij een argumentatie op basis van vergelijking is: 

Zijn er behalve overeenkomsten ook verschillen?

Er kunnen overeenkomsten zijn, maar misschien zijn de verschillen wel veel belangrijker dan de overeenkomsten.

Slide 26 - Tekstslide

Argumentatie op basis van causaliteit
Bij een argumentatieschema op basis van causaliteit gaat in het verzwegen argument uit van een oorzaak-gevolg-wetmatigheid
oftewel die in overeenstemming is met de regels.

Slide 27 - Tekstslide

Argumentatie op basis van causaliteit
Er zal zich in de toekomst minder geweld tegen hulpverleners voordoen, want de straffen die worden opgelegd aan overtreders zijn inmiddels zwaarder geworden

De spreker gaat er hier kennelijk vanuit dat hogere straffen (de oorzaak) leidt tot minder geweld (gevolg)
Het verzwegen argument wordt dan: Als je strenger straft dan neemt het geweld af.

Slide 28 - Tekstslide

Argumentatieschema op basis van causaliteit
Ook de doel-middelrelatie is een vorm van argumentatieschema op basis van causaliteit.
Het gekozen middel is hierbij de oorzaak en het gevolg is het doel

Een doel-middelrelatie wordt bewust ingezet om een bepaald resultaat te behalen terwijl bij een oorzaak-gevolgrelatie het een op een natuurlijke manier tot het ander leidt

Slide 29 - Tekstslide

Argumentatieschema op basis van causaliteit
Kritische vragen bij een doel-middelrelatie zijn:

Leidt het een wel automatisch tot het ander?

Kan het gevolg ook door iets anders zijn veroorzaakt?

Slide 30 - Tekstslide

Oefenen met Drillster
Maak in de online omgeving Drillsteroefening D1. Argumentatieschema's

Slide 31 - Tekstslide

Ik weet wat argumentatieschema's op basis van kenmerken, vergelijkingen en causaliteit zijn
Ik kan in een kort betoog de argumentatieschema's herkennen
Ik kan de juiste kritische vragen stellen bij een gebruikt argumentatieschema
Alle leerdoelen behaald
Leerdoelen deels behaald
Een leerdoel behaald
Ik snap er niks van! Help

Slide 32 - Poll

Huiswerk
Kern oefenboek blz 102 maken opdr 1 t/m 6 en opdr 10 en 11

Antwoorden krijg je van je docent en kun je gebruiken als voorbereiding op je toets. 

Slide 33 - Tekstslide

Toetsinhoud

Kern theorieboek
Par 19 Overtuigen blz: 102 en 103
Par 20 Argumentatiestructuren blz 104, 105
Par 21 Argumentatieschema's blz 106 en 107
Oefeningen maken/oefenen/herhalen

Kern oefenboek
Par 19 Overtuigen blz 94 t/m 97
Par 20  Argumentatiestructuren blz 98 t/m 101
Par 21 Argumentatieschema's 102 t/m 105

Slide 34 - Tekstslide