Formuleren - trappen van vergelijking en als/dan

Trappen van vergelijking
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Trappen van vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Lesdoelen vandaag
  2. Herhalen theorie
  3. Nakijken
  4. Aan de slag met de schrijfopdracht
  5. Afsluiting les

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert wat de trappen van vergelijking zijn.
  • Je leert wanneer je als en dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking.

Slide 3 - Tekstslide

leuk - leuker - leukst
Trappen van vergelijking

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Als en dan
twee gelijke zaken > als

verschil > dan

Slide 7 - Tekstslide

Stellende trap
Joep is groot
Joep is even groot als Lars

Vis is lekker
Vis is net zo lekker als vlees

Slide 8 - Tekstslide

Vergrotende trap
Joep is groter
Joep is groter dan Lars

Vis is lekkerder
Vis is lekkerder dan vlees

Slide 9 - Tekstslide

Overtreffende trap
Lisa is het grootst

Vis is het lekkerst

Slide 10 - Tekstslide

Na als/dan
Hij is enthousiaster dan ...

Plak er een persoonsvorm achter! Dan hoor je wat er moet staan

Slide 11 - Tekstslide

Na als/dan
Hij is enthousiaster dan ik (ben)

Plak er een persoonsvorm achter! Dan hoor je wat er moet staan

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Je maakt opdracht 1 t/m 6 (blz. 224)

Je werkt 15 min in stilte

Klaar? Laat je werk door mij controleren

Slide 13 - Tekstslide