Par. 2.4 blessures (1 les)

2.3 spieren 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3 spieren 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Pak je boek nectar en login www.lessonup.com 
  • Wat hebben we vorige les geleerd?
  • Uitleg over blessures hoofdstuk 2.4.
  • Opdrachten maken hoofdstuk 2.4.

Slide 2 - Tekstslide

Buigspier
Strekspier

Slide 3 - Sleepvraag

Als je de armbuigspier samentrekt, wordt de onderarm ..1.. getrokken. De arm wordt dan ..2..

Welke woorden passen op de lege plekken?
A
1=omlaag 2=gestrekt
B
1=omlaag 2=gebogen
C
1=omhoog 2=gebogen
D
1=omhoog 2=gestrekt

Slide 4 - Quizvraag

Spieren kunnen samentrekken, pezen niet.

Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Wat gebeurt er als spier D zich samentrekt?
A
het heupgewricht buigt zich
B
het heupgewricht strekt zich
C
het kniegewricht buigt zich
D
het kniegewricht strekt zich

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
  • Uitleggen wat een blessure is.
  • Uitleggen waardoor je een blessure krijgt en hoe je ze behandelt.
  • Uitleggen hoe je een blessure kunt voorkomen.

Slide 7 - Tekstslide

Begrippen
Blessure = beschadiging aan een bot, gewricht of spier.

Kan ontstaan door bijvoorbeeld een val, 
maar ook door overbelasting.
Overbelasting = te lang/zwaar gebruiken 
van spieren en gewrichten.
Botblessure = een botbreuk


Slide 8 - Tekstslide




Je krijgt een aantal röntgenfoto's te zien.
Typ de namen van de botten die gebroken zijn.
kijk eventueel op bladzijde 68, als je de namen niet meer weet.

Slide 9 - Tekstslide

Welk bot is gebroken?

Slide 10 - Open vraag

Welk bot is gebroken?

Slide 11 - Open vraag

Welk bot is gebroken?

Slide 12 - Open vraag

Botblessure
Bij een botbreuk:
  • botstukken weer recht zetten
  • gips eromheen
  • beencellen maken extra beenweefsel -> bot groeit weer aan elkaar.

Slide 13 - Tekstslide

Gewrichtsblessures.
1. Ontwrichting: gewrichtsknobbel schiet uit 
gewrichtskom; gewrichtskapsel en -banden 
rekken hierdoor uit.
2 Verstuiking of verzwikking: gewrichtsband 
rekt uit doordat een gewricht te ver doorbuigt.
 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Lees in stilte bladzijde 100.
timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Spierblessures.
  1. Spierpijn: door een spier veel te gebruiken. Er ontstaan afvalstoffen, die voor spierpijn zorgen.
  2. Spierkneuzing: door een klap kunnen spiervezels stukgaan en bloedvaatjes knappen. De bloedvaatjes in de huid kunnen ook stuk gaan.
  3. Spierkramp: bij intensief sporten kan je spier ineens krachtig samentrekken. Dan moet je stoppen met die beweging.
  4. Spierscheuring/zweepslag: doorgaan bij spierkramp -> scheurtje binnen in de spier, er gaan spiervezels en bloedvaatjes stuk

Slide 17 - Tekstslide

Blessures voorkomen.
  • Beschermende kledingen, beschermende middelen: helm, scheenbeschermer.
  • Intapen: Gewricht omwikkelen met linnen band. 'Extra gewrichtsbanden', helpt met extra stevigheid.
  • Warming-up: rustig een training  beginnen waardoor je spieren goed doorbloed waardoor ze beter kunnen samentrekken.
  • Cooling-down: rustig een training eindigen door de spieren re bewegen en te rekken, je zorgt ervoor dat er voldoende bloed door je spieren stroomt om alle afvalstoffen af te voeren.

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten
Nu maken in 2-tallen fluisterend!: 1 t/m 14 van 2.4
Daarna gaan we  een aantal vragen nakijken!




timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk:
Maken opdrachten 1 t/m 14.

Slide 20 - Tekstslide

2.3 spieren 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Blessures voorkomen
Warming-up: spieren opwarmen, bloed gaat stromen, bloedvaten worden breder -> afvalstoffen kunnen beter weg tijdens intensief trainen

Slide 23 - Tekstslide

Blessures voorkomen
Cooling-down: spieren blijven actief, hierdoor stroomt bloed beter en kunnen resterende afvalstoffen beter weg. Hierdoor voorkom je spierpijn of kramp.

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een goede lichaamshouding?
Lichaamshouding = de manier waarop je zit/staat/beweegt.

Op de juiste manier: minder beschadiging van kraakbeenschijven. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Maken 
hoofdstuk 2.4 t/m 19.
Klaar wat is een voetbalknie? opdrachten 20 en 21

Slide 27 - Tekstslide

Hernia
Als de kraakbeenschijven beschadigen of 'uitpuilen', kunnen er zenuwen klem komen te zitten = hernia.


Slide 28 - Tekstslide

Blessures genezen
  • Voorkomen is beter!
  • Tijd
  • Niet veel belasten
  • Intapen
  • Fysiotherapie 
  • Kneuzing: direct koelen, om te verminderen.

Slide 29 - Tekstslide

Leren voor biologie
Kies 4 dagen uit vóór maandag 16 december. Per keer halfuur:
- Dag 1 = leren 2.1
- Dag 2 = leren 2.2
- Dag 3 = leren 2.3
- Dag 4 = leren 2.4

Leren kan zijn: de paragraaf op één A4 tekenen, de leerdoelen samenvatten of de bronnen tekenen.

Oefenen:
Thuis kun je daarna nog oefenen met:
- test jezelf 
- oefentoets (online methode)
- www.biologiepagina.nl

De toets is op dinsdag 17 december.

Slide 30 - Tekstslide

Een botbreuk moet altijd geopereerd worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een blessure aan het gewricht?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek

Slide 32 - Quizvraag

Wat is geen knieblessure?
A
Afgescheurde kruisband
B
Gescheurde meniscus
C
Knieschijf kneuzing
D
Ingescheurde knieband

Slide 33 - Quizvraag

Wie heeft sneller een botbreuk?
A
baby
B
puber
C
bejaarde
D
kleuter

Slide 34 - Quizvraag

Voorbereiding toets

  • OEFENTOETS online maken!
  • Extra oefenen: 2.6 (skelet en leefwijze). Dit soort stof moet je ook kunnen toepassen op de toets, dus is goede oefening.

(Volgende les is laatste les voor de toets)

Slide 35 - Tekstslide