Slapen

Wie van de klas heeft de meeste slaap nodig?
1 / 21
volgende
Slide 1: Woordweb
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Wie van de klas heeft de meeste slaap nodig?

Slide 1 - Woordweb

(Waarom) Is slapen belangrijk voor jou?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Functies van slaap
  • Ontspanning / herstel lichamelijk
  • Ontspanning / herstel geestelijk
  • 'Filteren' ervaringen van de dag. Positieve invloed geheugen. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat gebeurt tijdens het slapen?
  • Ademhaling en hartslag  wordt langzamer.
  • Hersenactiviteit wordt minder.
  • Het lichaam groeit.
  • Lichaamstemperatuur wordt iets lager.
  • Spieren ontspannen zich en herstellen.
  • Stofwisseling wordt trager.
  • weefsels vernieuwen zich.

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel uur iemand van nature slaapt, hangt af van...?

  • Leeftijd
  • Tijdstip dat men naar bed gaat
  • Biologische klok

Slide 6 - Tekstslide

Fasen van de slaap






Per nacht 4 -6 slaapcycli

Slide 7 - Tekstslide

Slaap en waakritme
leeftijd
gemiddelde aantal uren per etmaal
pasgeboren
tot 18 uur
1-12 maanden
14 tot 18 uur
1-3 jaar
12 tot 15 uur
3-5 jaar
11 tot 13 uur
adolescenten
9 tot 10 uur
volwassenen en oudere
7 tot 8 uur

Slide 8 - Tekstslide

1. Welke externe factoren kunnen invloed hebben op een verstoorde slaap? Min. 2 voorbeelden (noem 1 v.b. in een zorgsetting)

2. Welke interne factoren kunnen invloed hebben op een verstoorde slaap? min. 2 voorbeelden

Slide 9 - Open vraag

Door slecht slapen verminderd:
  • Het geheugen

  • het concentratievermogen​ 

  • het spraakvermogen ​ 

  • de reactiesnelheid​ 

  • de besluitvaardigheid​ 

  • het gevoel voor tijd en ruimte(planning)​ 

  • de fysieke gezondheid.​ 
  • het vermogen om emoties te hanteren​

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Welke 'slechte slaap' zie je hier?
A
Insomnie
B
Slaapapneu
C
Slaapstoornis gebonden aan circadiaan ritmiek
D
Narcolepsie

Slide 12 - Quizvraag

Slaap stoornissen
* Een slaapstoornis is een stoornis in het slaapwaakpatroon.
* Het is een medische aandoening, dus er kan een diagnose worden gesteld.

Ziektebeelden die bij slaapstoornissen horen zijn(?):
  • Insomnia (slapeloosheid)
  • Slaapapneu
  • Narcolepsie
  • Parasomnie 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Gevolgen verstoord slaap-waak ritme


  • Afwijkend gedrag, bijvoorbeeld nervositeit, geïrriteerdheid of zich angstig of apathisch (onverschillig) voelen.

  • Concentratieverlies en geringere opmerkzaamheid, wat kan leiden tot ongelukken.

  • Gestoorde gedachtegang en vaak abnormale reactie op prikkels: zorgvragers die van een mug een olifant maken.

  • Niet meer goed lichamelijk functioneren; minder werkzaamheden en activiteiten kunnen doen.

Slide 15 - Tekstslide

Vpk interventies; bevorderen van slaap
  • Verpleegplan (wensen en gewoonten). 
  • Observeren
  • Warmte toedienen
  • Goede activiteitprogramma overdag (dagindeling)
  • Beweging
  • Voeding
  • Slaaphygiëne
  • Omgang prikkels voor slapen gaan
  • etc. etc. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slaap medicatie
  • Probeer eerst andere interventies
  • Slaapmedicatie wordt voorgeschreven door de arts
  • Observeer de werking en het slaap-waakritme
  • Geeft de medicatie pas als de zorgvrager klaar is om te gaan slapen ( toilet is geweest, bed is in orde). 
  • Bij voorkeur kortdurend gebruik

Slide 18 - Tekstslide

hoe is het beste om te stoppen met slaap- en kalmeringsmiddelen?
A
Afbouwen.
B
Acuut stoppen.
C
Andere middelen gebruiken.
D
Niet stoppen.

Slide 19 - Quizvraag

Soorten slaapmedicatie
  1. Kortwerkende benzodiazepine: midazolam, temazepam
- Bij problemen met het in slaap komen.
- Beginnen meestal binnen 30 min te werken.

2. Langwerkende benzodiazepine: diazepam, lorazepam, oxazepam
- Bij problemen met doorslapen.
- Deze medicijnen werken meestal na 1uur.

Slide 20 - Tekstslide

Casuïstiek
casuïstiek-opdracht

Slide 21 - Tekstslide