Past Simple + Past Continuous (revision, 2D)

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welcome to today's English lesson!

With Ms Frijns

Background: Who is this?

By the end of this lesson, you...

...have refreshed your memory on the past simple. 

...have refreshed your memory on the past continuous. 

...know what irregular verbs are and how to use them. 

Table of Contents

Test dates

Revision: Past Simple and Past Continuous

Together: Past Simple (irregular verbs)

Work by yourself

Test dates

Monday, 23 September: 

SO Chapter 1

Wat moet je hiervoor leren?

Alle woorden van de woordenlijst van hoofdstuk 1. (NL-EN, EN-NL)

Schrijf dit op in je Plenda!

Take out your notebooks

1. Show me your notes from last lesson.
2. If your notes are neat, you can choose to take your notes by yourself. 
3. (go to lessonup > Chapter 1 > Past Simple + Continuous (revision 2D) go through the lessonup. In some slides you will see 'Write down!'. Copy these slides onto your notebook.)

Present tenses 

English practise

With Ms Frijns

Let's practise the tenses!

In these slides, you are presented with exercises and explanations on:

• The Past simple
• The Past continuous

Do the exercises and take notes! You are expected to know this for the next couple lessons.

Past Simple: What do you remember?

Read the following past simple sentences:

• Yesterday, I played the piano with the orchestra.
  
• We went to see the ice hockey game last night. 
  
• Did you see the Planet Earth documentaries?
  
• She didn't tell me that she is pregnant!
  

Next slide: 

Horen de regels wel of niet bij de past simple?

Klopt! 

Klopt niet! 

Een regelmatige past simple (+) eindigt altijd op -ed

Onregelmatige vormen moet je uit je hoofd leren

Je gebruikt de past simple voor dingen die altijd waar zijn. 

Je ontkent een past simple door 'didn't + het hele werkwoord' te gebruiken 

Je maakt vragen in de past simple door 'did' vooraan de zin te zetten.

In de past simple staat altijd een tijdsbepaling

The Past Simple: Gebruik en vorm

Wanneer gebruik je de past simple?

• Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  
• Als er een tijdsbepaling in de zin staat. (yesterday, last night)

The Past Simple: Gebruik en vorm

Wanneer gebruik je de past simple?

• Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  
• Als er een tijdsbepaling in de zin staat. (yesterday, last night)

Hoe ziet de Past Simple eruit?

• Bij regelmatige werkwoorden (regular verbs):
  

        ww + ed (bv. stay - stayed, walk - walked)

Past Simple (Write this in your notebook)

Wanneer gebruik je de past simple?

• Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  
• Als er een tijdsbepaling in de zin staat.(yesterday, last night)

Hoe ziet de Past Simple eruit?

• Bij regelmatige werkwoorden (regular verbs):
  

        ww + ed (bv. stay - stayed, walk - walked)

The Past Simple: Gebruik en vorm

Wanneer gebruik je de past simple?

• Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  
• Als er een tijdsbepaling in de zin staat.

Hoe ziet de Past Simple eruit?

• Bij regelmatige werkwoorden (regular verbs):
  

        ww + ed (bv. stay - stayed, walk - walked)

Let op!

Onregelmatige werkwoorden hebben een andere vorm!

Let's Practise!

Put the following sentence in the past simple:
Shaila ... (drop) her son off at school.

1. dropped
2. was dropped
3. was dropping
4. were dropping

Put the following sentence in the past simple:
Nora ... (plan) to go to Thailand during the summer.

1. planned
2. was dropping
3. were dropping

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs

run

stop

know

jump

buy

come

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs

swim

walk

drink

cook

give

have

see

catch

call

put

Put the following sentence in the past simple:
I ... (teach) myself to play the piano.

1. teached
2. taught
3. teacht
4. taucht

Put the following sentence in the past simple:
Zoe ... (cry) when she first saw Titanic.

1. cryed
2. cryet
3. cried
4. criet

Put the following sentence in the past simple:
Andrea ... (travel) all the way to Marokko.

1. traveled
2. travelled
3. travelt
4. travellet

Put the following sentence in the past continuous:
I ... (try) to help!

1. tried
2. was trying
3. was trying
4. were trying

Next exercises

Zet bij de volgende opdracht de zin in de past simple in een (1) bevestigende, (2) vragende en (3) negatieve zin. 

Dus zo:

"I ... (forget) to take out the trash yesterday."

1. I forgot to take out the trash yesterday.

2. Did I forget to take out the trash yesterday?

3. I didn't/ did not forget to take out the trash yesterday. 

Drake ... (perform) on stage last night.

The woman ... (steal) the ring last week.

The dancers ... (be) tired after the concert.

Past Continuous: what do you remember?

Past Continuous

Hoe maak je de past continuous?

Wanneer gebruik je de past continuous

The Past Continuous: gebruik

Adam was doing his homework. 

They were building a treehouse. 

I was telling a story.

Hoe maak je de Past Continuous?

The Past Continuous: vorm

Adam was doing his homework. 

They were building a treehouse. 

I was telling a story.

Hoe maak je de Past Continuous?

to be (was/were) + hele ww + ing

The Past Continuous: vorm

Adam was doing his homework. 

They were building a treehouse. 

I was telling a story.

Hoe maak je de Past Continuous?

to be (was/were) + hele ww + ing

Het lijkt op de present continuous!

'Adam is doing his homework.'

The Past Continuous: gebruik

Adam was doing his homework. 

NL: 

Wanneer gebruiken we de Past Continuous?

NL:

The Past Continuous: gebruik

Adam was doing his homework. 

NL: Adam was zijn huiswerk aan het doen. 

Wanneer gebruiken we de Past Continuous?

NL:   was/waren aan het….

The Past Continuous: gebruik

Adam was doing his homework. 

NL: Adam was zijn huiswerk aan het doen. 

Wanneer gebruiken we de Past Continuous?

Je gebruikt de past continuous om te vertellen over iets dat in de verleden tijd werd uitgevoerd.

NL:   was/waren aan het….

Past Continuous (Write this in your notebook)

Wanneer gebruik je de past continuous?

• Je gebruikt de past continuous wanneer je het hebt over iets dat in het verleden bezig was.

Hoe ziet de Past continuous eruit?

• vorm van 'to be' (was/were) + hww + ing

Voorbeeld: I was speaking to him.

Over to you...

Work on the weektask