Klas 4 Leesvaardigheid: vragen over de theorie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 4

Leesvaardigheid

Wat weet je al? 

Wat is geen leesstrategie?

1. verkennend lezen
2. plezierig lezen
3. grondig lezen
4. zoekend lezen

Wat is de juiste leesstrategie als je wilt weten waar de tekst over gaat?

1. grondig lezen
2. zoekend lezen
3. verkennend lezen

Wanneer gebruik je de leesstrategie zoekend lezen?

1. Als je moet zoeken naar de tekst
2. Als je geen zin hebt om de hele tekst te lezen
3. Als je een samenvatting wilt maken van de tekst
4. Als je een antwoord wilt vinden in de tekst op een vraag

Welke tekstdoelen
ken je?

Tekstdoelen

1 Informeren: informatie geven / iets nieuws vertellen

2 Uitleggen: de schrijver wil uitleg of een instructie geven

3 Mening geven de schrijver geeft verschillende meningen (beschouwing)

4 Overtuigen: de schrijver wil anderen van zijn/haar mening overtuigen / waarschuwen

5 Amuseren: vermaken

6 Activeren / aansporen / overhalen: de schrijver wil de lezer tot handelen overhalen

Wat is het tekstdoel van een reclametekst?

1. informeren
2. instructie geven
3. amuseren
4. activeren

Wat is het tekstdoel van een recensie?

1. informeren
2. overtuigen
3. amuseren
4. activeren

Uit welke drie delen bestaat een tekst?

Wat zijn tussenkopjes?

Lees de tekst

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. mbo-opleidingen in Nederland
2. onwenselijke situatie
3. stage mbo
4. stage voor illegale jongeren

Wat is volgens alinea 1 het tegenovergestelde van illegaal?

Hoeveel problemen noemt alinea 2?

Wat is het doel van de tekst?

1. instrueren
2. informeren
3. amuseren
4. overtuigen

Waar vind je vaak de hoofdgedachte van een tekst?

1. In de titel
2. In de bron
3. In de inleiding
4. In de hele tekst

Wat is een hoofdgedachte?

1. Een gedachte van de schrijver
2. Een korte samenvatting van de tekst in 1 zin
3. De eerste zin van de tekst
4. De titel van de tekst

Waar vind je vaak de bron van de tekst?

1. Boven de tekst
2. Bij de afbeelding
3. In de tekst
4. Onder de tekst

Wat weet je over
signaalwoorden?

Wat is een signaalwoord bij het tekstverband "opsomming"?

1. en
2. want
3. omdat
4. toch

Wat is een signaalwoord bij het tekstverband "reden"?

1. en
2. want
3. ten eerste
4. toch

-maar-
is een signaalwoord voor het tekstverband

1. opsomming
2. tegenstelling
3. voorbeeld

-om te beginnen-
is een signaalwoord voor het tekstverband

1. opsomming
2. tegenstelling
3. voorbeeld

Signaalwoorden

Ben je klaar voor de toets?

010