Informatie voor toets 2.3 Lezen

Informatie voor toets 2.3 Lezen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Informatie voor toets 2.3 Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
1. Het journaal bekijken

2. Terugblik ; 

3. Lezen 2.3: Theorie 2.3 behandelen

4. Maak opdr. 6 , 7 en 9 t/m 11 

5. Lesafsluiting



Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen/ Wat moet je weten?
  • Tekstdoelen (aangeven wel tekstdoel bij een tekst hoort)
  • Tekst kunnen verklaren/informatie uit tekst kunnen halen (begrijpend lezen van een tekst /zoekend lezen)
  • Hoofdzaken en bijzaken
  • Feiten en meningen
  • Onderwerp van een tekst
  • Deelonderwerp
  • De hoofdgedachte van een tekst kunnen geven
  • Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Tekstdoelen
1 Informeren: informatie geven / iets nieuws vertellen
2 Uitleggen: de schrijver wil uitleg of een instructie geven
3 Mening geven de schrijver geeft verschillende meningen (beschouwing)
4 Overtuigen: de schrijver wil anderen van zijn/haar mening overtuigen / waarschuwen
5 Amuseren: vermaken
6 Activeren / aansporen / overhalen: de schrijver wil de lezer tot handelen overhalen

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijkste informatie in de tekst noem je een hoofdzaak.
Wat niet zo belangrijk is, zijn de bijzaken.
De hoofdzaken van een tekst lees je in de inleiding, het slot en de kernzin van elke alinea.
De kernzin is meestal de eerste of de laatste zin van de alinea. In de zinnen voor of na de kernzin staat dan een uitleg of een voorbeeld van iets uit de kernzin. 

Slide 5 - Tekstslide

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of onwaar is


Controleerbaar

Je kunt altijd controleren of een feitenuitspraak waar of niet waar is

Slide 6 - Tekstslide

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt


Niet controleerbaar

Je kunt het eens of oneens zijn

Slide 7 - Tekstslide

Onderwerp van een tekst
Het onderwerp kun je formuleren in slechts één woord (gameverslaving) of een woordgroep (het beroep vuilnisman)
Het onderwerp vind je vaak al als je de titel, ondertitel, afbeeldingen en/of inleiding bekijkt.

Slide 8 - Tekstslide

Deelonderwerpen van een tekst
Met een deelonderwerp belicht de auteur een deel van het onderwerp.
Tussenkoppen kondigen vaak deelonderwerpen aan.
Onderwerp: vluchtelingen
Deelonderwerpen: herkomst van vluchtelingen, geschiedenis van vluchtelingenopvang

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdgedachte
Het belangrijkste dat de auteur (schrijver) over het onderwerp zegt, is de hoofdgedachte.
Voorkeursplaatsen zijn: (onder)titel, inleiding, slot. Bij nieuwsberichten is het vaak de eerste zin.
'Wat zegt de auteur over het onderwerp?' -> hoofdgedachte

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide