14-2 schrijven H4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

programma

bespreken opdr 2 blz 121

uitleg woordenschat H4 (opdr 1,2 3)

bespreken verwerkingsopdracht leesboeken.

11 maart PW H4 Zet ajb in de agenda

Verbeter eventueel je werk. Klaar? bekijk opdr 3

H4 Woordenschat

stijlfiguren Pleonasme en tautologie

In het kort

Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt. De woorden die gebruikt worden, behoren niet tot dezelfde woordsoort.

Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. Hier worden wel vaak dezelfde woordsoorten gebruikt.

Let op: soms maken een pleonasme of een tautologie een tekst sterker.  Soms juist niet. Hier gaan we in een volgende les op in.

Voorbeelden pleonasme

• lange slungel 
  
• mondeling bespreken 
  
• naar beneden dalen 
  
• nieuwe aanwinst 
  
• nog eens herhalen 
  
• noodzakelijke behoefte 
  
• omlaag vallen 
  

• opnieuw herhalen 
  
• groen gras
  
• witte sneeuw
  
• als eerste beginnen 
  
• blauwe smurf 
  
• bloeiende bloesem 
  
• grote reus 
  
• hardop voorlezen 
  
• houten plank 
  

Voorbeelden TAUTOLOGIE

• gratis en voor niets 
  
• één en dezelfde 
  
• leugen en bedrog / list en bedrog 
  
• roddel en achterklap 
  
• geheel en al 
  
• vast en zeker / zeker en vast 
  
• nooit ofte nimmer 
  

• voor eeuwig en altijd 
  
• afgelopen (over) en uit 
  
• klaar uit 
  
• bont en blauw  
  
• schots en scheef  
  
• keurig netjes
  

'Fijn, we kunnen de les weer hervatten!' sprak de docent tevreden.

1. pleonasme
2. tautologie

We wisten dit reeds weken al.

1. pleonasme
2. tautologie

Bespreken verwerkingsopdracht

14 punten = voldoende

huiswerk

M opdr 1 en 2

opdr 3 woorden 1 t/m 16 opschrijven