Oefening 1
Nodig: Een kopje, Suiker, Melk, Thee en koffie.
1. Zet een kopje, suiker, melk, thee en koffie klaar.
2. Speel de volgende situatie voor. Kies een van de antwoorden.
- Wil je koffie of thee?
- Koffie graag. Thee graag. Nee, dank je.
- Wat wil je drinken?
- Koffie, graag. Thee, graag.
3. Lees de zinnen nogmaals voor, in redelijk hoog tempo. Laat uw leerlingen deze zinnen herhalen.
4. Speel de situatie nu met een leerling. Stel uw leerling individueel de volgende vragen.
- Wil je koffie? Enz.
Variatie: Bij stap 3, verdeel de klas in twee groepen. De ene groep vraagt en de andere groep antwoordt.