Bouwsteen 5 en 6

Nederlands 
Bouwstenen - 2F 
05 Hoofd- en bijzaken
06  Informatie en meningen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
Bouwstenen - 2F 
05 Hoofd- en bijzaken
06  Informatie en meningen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik: ik weet de 3 tekstsoorten en bijbehorende tekstdoelen nog....
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Tekstdoelen en tekstsoorten
  • Informeren -- informatieve tekst
  • Overtuigen -- betogende tekst
  • Instrueren -- instructieve tekst

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: ik weet de functies nog van inleiding, kern en slot.....
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Inleiding
Kern
Slot
aandacht trekken
conclusie
introductie
deelonderwerp
alinea's
samenvatting

Slide 5 - Sleepvraag

Doel vandaag

  • Je weet wat hoofd- en bijzaken zijn en begrijpt het verschil 
  • Je weet wat feiten en meningen zijn en begrijpt het verschil

Slide 6 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken
Niet alle informatie in een geschreven of gesproken tekst is even belangrijk. Informatie die echt belangrijk voor het tekstdoel is, noem je hoofdzaken. Zonder deze informatie kun je de tekst niet begrijpen. Minder belangrijke informatie noem je bijzaken.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzaak
  • Vaak aan het begin of einde van een tekst
  • Feit of eigenschap van het onderwerp
  • Geeft antwoord op een wie-, wat-, waar-, wanneer- en hoe-vraag
Bijzaak
  • Voorbeeld of extra uitleg
  • Maakt de tekst duidelijker of leuker
  • Je kunt bijzaken weglaten


In een samenvatting laat je alle bijzaken weg!

Slide 8 - Tekstslide


Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.

Slide 9 - Quizvraag

Wat maakt een tekst leuker?
A
hoofdzaken
B
bijzaken

Slide 10 - Quizvraag

Wat kan je in een tekst weglaten om toch de tekst nog te begrijpen?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 11 - Quizvraag

Welke uitspraak over hoofd- en bijzaken is juist?
A
Hoofdzaken zijn belangrijk, bijzaken niet
B
Bijzaken zijn belangrijk, hoofdzaken niet

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de hoofdzaak? Kies er 2
A
Van der Plas voelt zich niet veilig genoeg
B
Van der Plas is niet aanwezig bij het boerenprotest
C
Van der Plas zegt dat ze wordt bedreigd
D
Van der Plas deed tijdelijk een stapje terug

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de hoofdzaak?
A
Elon Musk heeft excuses aangeboden
B
Elon Musk zegt dat Thorleifsson zich aanstelt
C
Thorleifsson kon niet op computer inloggen
D
Thofleifsson leidt aan spierdystrofie

Slide 14 - Quizvraag

Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 15 - Quizvraag

Beelden bij een tekst zijn vaak een...
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 16 - Quizvraag

Een feit is een bewering die je kunt controleren. Je kunt dus opzoeken of het echt waar is. Een feit kan waar of onwaar zijn.
Wat is een feit?

Slide 17 - Woordweb

Een mening is wat iemand ergens van vindt. Een mening kun je niet controleren. Je kunt het ermee eens zijn, maar het is niet een vaste waarheid zoals een feit.
Wat is een mening?

Slide 18 - Woordweb

Feit
Mening
Nepnieuws
Het is hier warm
Het is hier 21 graden
Roken is schadelijk
Je ziet er mooi uit

Slide 19 - Sleepvraag

Ik weet het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Wat is figuurlijk taalgebruik?
A
Precies zoals het er staat.
B
Er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat.

Slide 21 - Quizvraag

Benjamin liep als een kip
zonder kop door het lokaal.
Dit is ........
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik

Slide 22 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van figuurlijk taalgebruik
A
Het zag zwart van de mensen
B
Ik vond het maar een mager cijfer
C
Mijn moeder zegt dat ik dat niet moet doen
D
Dat is niet iets om over naar huis te schrijven

Slide 23 - Quizvraag

2 voorbeelden van figuurlijk taalgebruik:
A
ik schiet uit mijn slof
B
ik ben verdrietig
C
ik krijg een punthoofd
D
ik heb buikpijn van het lachen

Slide 24 - Quizvraag

Maken
-Bouwstenen voorbeeld en theorie hoofdstuk 5&6
-Opdracht it's learning
-Bouwstenen tussentoets hoofdstuk 5&6

Slide 25 - Tekstslide