Naamvallen 2HA

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2HA1

- Terugkoppeling vorige les

- Uitleg voorzetsels

- Evaluatie

- Begin H6 (boek B)

-Maken huiswerkopdrachten 

2HA naamvallen 

Lesdoel

- Aan het einde van de les weet je waardoor een naamval
   bepaald wordt.

- Wat voorzetsels zijn.

De naamvallen gaan over

1. werkwoorden
2. zelfstandige naamwoorden
3. zinsdelen
4. cijfers

Welke Duitse naamvallen heb je tot nu toe geleerd?

1. 1 en 2
2. 2 en 3
3. 1, 3 en 4
4. 2 en 4

Ich kenne d..... Mann nicht.

1. die
2. der
3. den
4. dem

Ich gebe d.... Frau eine Cola.

1. der
2. die
3. das
4. dem

D..... Haus ist sehr schön.

1. die
2. das
3. der
4. dem

Wat valt je op in onderstaande zinnen?

Ich gehe zu dem Bäcker (m)

Ich gehe zu dem Park (m)
Ich gehe zu dem Lehrer (m)

Na deze voorzetsels volgt een 3e naamval

aus - bei - mit - nach - seit - von - zu 

uit - bij - met - naar/na - sinds - van - naar

Na deze voorzetsels volgt een 4e naamval

bis - durch - für - gegen - ohne - um - entlang

tot - door - voor - tegen - zonder - om - langs 

Das Geschenk ist für d.... Mann.

1. der
2. dem
3. die
4. den

Begrijp ik hoe ik de naamvallen moet gebruiken?

1. ja, ik begrijp het en kan het een ander uitleggen
2. een beetje, ik moet nog wel oefenen
3. nee, ik heb hulp van de docent nodig
4. Ik snap er weinig van en schrijf mij in voor flex!

Morgen gaan we hiermee verder in de les

Nehmt jetzt Buch B auf den Tisch, Seite 11