§3 temperatuursverschillen op aarde

§3 temperartuurverschillen op aarde
herhaling 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

§3 temperartuurverschillen op aarde
herhaling 

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we de vorige week gedaan?
de vorige keer hebben we gekeken naar de verschillende klimaten op de wereld

Slide 2 - Tekstslide

Welk klimaat zie
je op de foto's

Slide 3 - Open vraag

welk klimaat zie
je op de foto's

Slide 4 - Open vraag

Atmosfeer is
De luchtlaag rond de aarde.

Slide 5 - Tekstslide

Waarvoor zorgt de atmosfeer?
de atmosfeer zorgt ervoor dat de warmte van de zonnestralen op aarde blijven en niet weer de ruimte in verdwijnen. Hierdoor is leven op aarde mogelijk.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe hoger hoe kouder?

Slide 7 - Tekstslide

Hoe hoger hoe kouder?
Doordat de zonnestralen pas worden omgezet naar warmte als ze de grond raken. Is het dicht bij het aardoppervlak warmer dan in de bergen. Hierdoor kan het zijn dat het in het dal 20 graden is en boven op een berg sneeuw ligt. de temperatuur daalt per 100m 0,6 graden Celsius. dus elke 1000m daalt de temperatuur 6 graden Celsius. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wordt het aardoppervlak direct of indirect verwarmd?
A
Direct
B
Indirect

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Wordt de atmosfeer direct of indirect verwarmd?
A
Direct
B
Indirect

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Hoe hoger in de atmosfeer hoe warmer of kouder
A
Warmer
B
Kouder

Slide 14 - Quizvraag

De stand van de zon

Slide 15 - Tekstslide

Stand van de zon

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Waar hebben we het dinsdag over gehad? Denk aan de afbeelding die je zojuist hebt gezien.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Welke afbeelding
heeft de grootste
schaduw
A
A
B
B

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke afbeelding
werd het grootste
oppervlak verwarmd
A
A
B
B

Slide 21 - Quizvraag

Welke afbeelding
ligt op een
lagere breedte
A
A
B
B

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wanneer is de temperatuur normaal gezien het hoogst?

Slide 24 - Open vraag

Wanneer is de temperatuur meestal het laagst?

Slide 25 - Open vraag

Weerbericht

Slide 26 - Tekstslide

Minimum- en maximum temperatuur
Maximumtemperatuur= de hoogst gemeten temperatuur overdag.
minimumtemperatuur= de laagst gemten temperatuur die in de nacht wordt gemeten.

Slide 27 - Tekstslide

Meten of berekenen
Wanneer meet je een temperatuur en wanneer bereken je een temperatuur?

Slide 28 - Tekstslide

De gemeten temperatuur
De minimum- en maximumtemperaturen zijn op een dag gemeten.

Slide 29 - Tekstslide

De berekende temperatuur
De gemiddelde temperatuur op een dag wordt berekend.

Slide 30 - Tekstslide

De berekende temperatuur
Ook wordt het klimaat gemiddelde berekend en dus niet gemeten. Het klimaat gemiddelde is de gemiddelde temperatuur over een 
periode van 30-40 jaar

Slide 31 - Tekstslide

Even herhalen
Welk van de volgende temperaturen zijn gemeten en welke zijn berekend.

Slide 32 - Tekstslide

Wat hebben we deze les gedaan?

Slide 33 - Open vraag

Wat hebben we deze les besproken:
- De zon op hoge- en lage breedte,
- gekeken naar de minimum- en maximumtemperatuur en
- we hebben gekeken naar de gemeten en de berekende temperatuur.

Slide 34 - Tekstslide