In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Planning
Uitleg 4.4
Aan de slag 4.4
Bespreken opdr. 4.3
timer
1:00
Slide 1 - Tekstslide
Hernieuwbare energiebronnen
Wat is een belangrijke eigenschap van hernieuwbare energiebronnen?
Hernieuwbare energiebronnen raken niet op.
Wat zijn ook alweer voorbeelden van hernieuwbare energiebronnen?
Wind
Water
Zon
Slide 2 - Tekstslide
Hernieuwbare energiebronnen
Hernieuwbare energiebronnen zijn minder slecht voor het milieu dan uitputbare energiebronnen.
Groene energie: uit een hernieuwbare bron en weinig schadelijk voor het milieu Grijze energie: uit een uitputbare bron en wel schadelijk voor het milieu.
Slide 3 - Tekstslide
Zon
Zonne-energie op twee manieren:
Zonnepanelen zetten zonne-energie om in elektriciteit.
Met zonnecollectoren verwarmen we water.
Hoe werkt een zonnepaneel?
In de meeste zonnepanelen wordt het scheikundige element silicium gebruikt. Energie van de zon kan elektronen losmaken uit het silicium. Hierdoor ontstaat spanning in een zonnecel. Door meerdere zonnecellen achter elkaar te schakelen in een zonnepaneel kan er stroom gaan lopen. Voor het opwekken van stroom hebben zonnepanelen niet per se direct zonlicht nodig. Ook op een bewolkte dag levert een zonnecel elektriciteit.
Hoe werken zonnecollectoren?
De werking van een zonnecollector lijkt op dat van een tuinslang. Wanneer een tuinslang in de zon ligt, wordt het water in de tuinslang vanzelf warm. Een zonnecollector werkt via een vergelijkbaar principe. De zonnecollector vangt zonlicht op en gebruikt deze warmte voor het verwarmen van een vloeistof. Deze vloeistof kan een temperatuur van wel 90 graden Celcius bereiken. De opgewarmde vloeistof wordt via een buizensysteem naar het voorraadvat gestuurd dat gevuld is met leidingwater, waardoor het water wordt verwarmd. Wanneer de vloeistof in het buizensysteem is afgekoeld, wordt het weer teruggepompt naar de zonnecollector om opnieuw op te warmen.
Slide 4 - Tekstslide
Wind
Windenergie gebruiken we voor het opwekken van elektriciteit. Windmolenparken zijn er op het vaste land (bijvoorbeeld bij boerderijen, langs snelwegen of op dijken) en op zee (off shore).
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Warmte uit de ondergrond
Aardwarmte / geothermische energie:
500m diep water opgepompt -> 30 graden Celsius
4000m -> 130 graden Celsius
Te duur in Nederland IJsland kan wel -> Vulkanisch
Slide 7 - Tekstslide
Energie uit biomassa
Hout, groente, fruit- en tuinafval, plantaardige oliën en dierlijke mest, wordt verbrand in een elektrische centrale.
Uit plantaardige resten maken we biogas, biodiesel, biobenzine.
Bij verbranding komt wel koolstofdioxide vrij, maar geen extra CO2, omdat nieuwe planten en bomen de CO2 weer opnemen.
Slide 8 - Tekstslide
Uitputbaar en hernieuwbaar
Slide 9 - Tekstslide
Test je kennis!
Meld je aan bij LessonUp.
Slide 10 - Tekstslide
Zonne-energie is een fossiele brandstof.
timer
0:05
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
Het is lastig te voorspellen wanneer de voorraden fossiele brandstof op zijn.
timer
0:05
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quizvraag
CO2 is een broeikasgas.
timer
0:05
A
goed
B
fout
Slide 13 - Quizvraag
Windenergie is een voorbeeld van een uitputbare energiebron.
timer
0:05
A
goed
B
fout
Slide 14 - Quizvraag
Uitputbare energiebronnen kunnen opraken.
timer
0:05
A
goed
B
fout
Slide 15 - Quizvraag
Bevolkingsgroei is een oorzaak voor het stijgen van het energieverbruik.