2.2 De spreiding van steden in een land

Welkom! 
Welkom!
Open Lessonup op de laptop.

Herhaling 2.1 en 2.2 + instructie.

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Welkom!
Open Lessonup op de laptop.

Herhaling 2.1 en 2.2 + instructie.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen 2.1 en 2.2
  • Instructie 2.2
  • Aan de slag
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Istanbul is een megastad. Wat is een megastad?
A
Een stad met meer dan 1 miljoen inwoners
B
Een stad met meer dan 100 miljoen inwoners
C
Een stad met meer dan 100.000 inwoners
D
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een wereldstad? Geef vervolgens een voorbeeld van een wereldstad.

Slide 4 - Open vraag

2 beweringen

1. Een wereldstad is altijd een hoofdstad
2. Een megastad is altijd een wereldstad
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 5 - Quizvraag

Wat is verstedelijkingsgraad?
A
Aantal steden in een land.
B
Groei van het aantal steden in een land.
C
Percentage van de bevolking dat in steden woont.
D
Groei van de bevolking in steden.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is verstedelijkingstempo?
A
Snelheid waarmee er meer steden in een land komen.
B
De groei van de steden in oppervlakte.
C
Percentage waarmee de stedelijke bevolking jaarlijks toeneemt.
D
De groei van het aantal steden in een land.

Slide 7 - Quizvraag

Maak de juiste combinaties.
rijk land
arm land
arm land
rijk land
hoge verstedelijkingsgraad
lage verstedelijkingsgraad 
hoog verstedelijkingstempo 
laag verstedelijkingstempo

Slide 8 - Sleepvraag

Waarom is het verstedelijkingstempo in arme groter dan in rijke landen? Geef twee redenen.

Slide 9 - Open vraag

Wat hoort waar bij?
Megastad
Wereldstad
Hoofdstad
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners. 
Deze stad heeft veel inwoners en is belangrijk voor de wereld.
In deze stad vind je meestal de regering van een land. 

Slide 10 - Sleepvraag

Leerdoelen 2.2

Slide 11 - Tekstslide

Gebiedskenmerken
  • Niet elk gebied is  geschikt voor steden. 

  • Wel geschikt: voldoende neerslag, niet te koud, bereikbaar (rivieren, wegen), vlak, vruchtbaar, aan de kust.

Slide 12 - Tekstslide

Relatieve ligging
Relatieve ligging = ligging ten opzichte van andere plaatsen. 'Papendrecht ligt 20km ten oosten van Rotterdam, is 20 minuten rijden etc. 

  • midden in het land, of juist aan de grens/ kust
  • goede verbindingen met andere steden


Stedelijk netwerk

Slide 13 - Tekstslide

Primate city
De primate city is de grootste en meest dominante stad in een regio.

Ongeveer vijf keer groter dan de tweede stad (soms ook minder…)

Lagos en Bangkok zijn voorbeelden.


Primate cities vind je vaak in arme landen. In deze landen trekken veel mensen naar de/ een stad vanwege economische kansen. Daarnaast groeit de bevolking in deze landen snel, waardoor een dergelijke stad snel kan groeien

Slide 14 - Tekstslide

Satellietstad
Nieuwe stad, buiten de oude stad, om de oude stad te ontlasten en om de bevolking te spreiden.
Voorbeeld: Caïro - heeft diverse satellietsteden (new towns) en Egypte krijgt zelfs een nieuwe hoofdstad!
Nieuwe hoofdstad
Egypte krijgt een nieuwe hoofdstad, maar heeft nog geen naam.
  • Congestie verkeer en OV in Caïro met vuile lucht
  • Huizencrisis in Caïro
  • Bouw nieuwe stad levert werk op
  • Veiligheid: niewe stad is beter te beveiligen

Slide 15 - Tekstslide

Koloniale dubbelstad
Stad met een oud (islamitisch) centrum (medina) en een modern deel uit de koloniale tijd (ville nouvelle).


Medina
Smalle, doodlopende straten/ steegjes en ramen vaak hoger dan ooghoogte (privacy!), ommuurd

Medina (2)
Ville nouvelle
Door de koloniale machten (in geval van Marokko was dat Frankrijk) werden moderne stadsdelen tegen de medina gebouwd. Het straatpatroon is recht, breed met Euopese gebouwen. Vb. Marrakech.

Slide 16 - Tekstslide

Satellietstad Zoetermeer
Er was veel behoefte aan woningen in en rondom Den Haag. Den Haag wilde Leidschendam als satellietstad. Dit werd uiteindelijk Zoetermeer omdat Zoetermeer bereid was wel uit te breiden

Slide 17 - Tekstslide

Wat is geen gebiedskenmerk?
A
Ligging
B
Natuurlijke omgeving
C
Demografische kenmerken
D
Ingericht landschap

Slide 18 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van een koloniale dubbelstad.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag

Dit deel van de koloniale dubbelstad ligt vaak aan het water
A
Oudere, inlandse deel
B
Nieuwere, Europese deel

Slide 20 - Quizvraag

welke gebiedskenmerken zie je in de afbeelding
A
Natuurlijke omgeving
B
Economie
C
Bodemgebruik
D
Ingericht landschap

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag
  • Maken 2.2: 1 en 6
  • Lezen 2.3
  • Leren: 2.1, 2.2 en 2.3 (leerdoelen + begrippen)

Slide 22 - Tekstslide