Los en aan elkaar schrijven

Pak alvast je boek (blz. 35), schrift en iPad
Klas 4TB
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak alvast je boek (blz. 35), schrift en iPad
Klas 4TB

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken
opdracht 1 t/m 5 blz. 35

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les...

weet je of je bepaalde woorden los of aan elkaar moet schrijven.
Lesdoel

Slide 3 - Tekstslide

Taalverzorging H2
Aan elkaar of los schrijven?

BLZ. 58

Slide 4 - Tekstslide

Aan elkaar of los schrijven
In de Nederlandse taal schrijven we 2 of meer woorden aan elkaar als die één begrip vormen. 
Als je hier niet bij stilstaat, kunnen er rare woordspelingen ontstaan. Kijk maar eens mee!

Slide 5 - Tekstslide

Vanaf vandaag verkopen we weer vlees van twee jarige koeien!

Alleen deze week: buiten band kopen, binnen band gratis.

Lekker bekken -  nu 3 euro

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lange zwemmer?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Ook in andere talen kan dit voorkomen!
Kijk naar eens mee!

Slide 13 - Tekstslide

(een Engels voorbeeld)

Slide 14 - Tekstslide

Duidelijk?
Volgens mij hoef ik niets meer uit te leggen!
Toch volgen hier nog even 6 regels op een rij. 

Slide 15 - Tekstslide

Regels aan elkaar of los
1. Werkwoorden die beginnen met een voorzetsel:
Dit zijn scheidbare werkwoorden en kun je los schrijven. 
Vb. Ik heb mijn kamer opgeruimd. 
Vb. Ik ga mijn kamer opruimen. 
Vb. Ik ruim mijn kamer op. 

Slide 16 - Tekstslide

Regels aan elkaar of los
2. Samengestelde zelfstandig naamwoorden:
Deze schrijven we aan elkaar. 

Vb. kassabon, schoonmaakdoekjes, langeafstandsloper. 

Slide 17 - Tekstslide

Regels aan elkaar of los
3. Samengestelde aardrijkskundige namen:
Deze schrijven we aan elkaar met een koppelteken ( - ). 

Vb. Zuid-Holland, Noord-Groningen, Zuid-Afrikaans 

Slide 18 - Tekstslide

Regels aan elkaar of los
4. Getallen tot en met het woord duizend:
Deze schrijven we aan elkaar 

Vb. tweeduizend, tweeëndertigduizend, achtenveertighonderd,
Vb. vierduizend achthonderd 

Slide 19 - Tekstslide

Regels aan elkaar of los
5. Voorzetsels met woorden als er- daar- hier- waar-
Deze schrijven we aan elkaar 

Vb. hiermee, ermee, daarmee, waarmee, erdoor, hierdoor, erdoor, daardoor, waardoor

Slide 20 - Tekstslide

Regels aan elkaar of los
6. Twee voorzetsels die achter elkaar staan
Deze schrijven we aan elkaar 

Vb. achteruit, bovenop, onderaan, achterin, tussendoor

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht 1 t/m 4 blz. 60, 61 (in je schrift)


Klaar? Maak de online opdrachten van Taalverzorging H1
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
A
Zuid-Hollander
B
ZuidHollander
C
Zuid Hollander

Slide 23 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
driekamer appartement
B
driekamerappartement
C
drie-kamer-appartement
D
drie kamer appartement

Slide 24 - Quizvraag

Aan elkaar of los?

A
Babybed
B
Baby bed

Slide 25 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
bananen schil
B
bananenschil

Slide 26 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
bruinebonensoep
B
bruine bonensoep
C
bruine bonen soep

Slide 27 - Quizvraag

Aan elkaar of los?

A
Politie auto
B
Politieauto

Slide 28 - Quizvraag

Pak alvast je boek (blz. 60), schrift en iPad
Klas 4TB

Slide 29 - Tekstslide

Na deze les...

...weet je wanneer je woorden aan elkaar of los schrijft.

.

.
Lesdoel

Slide 30 - Tekstslide

Nakijken
opdracht 1 t/m 4 blz. 60, 61

Slide 31 - Tekstslide

Los of aan elkaar?
opdracht 5* blz. 61

Slide 32 - Tekstslide

3-tallen maken
In 3-tallen een mini-lesje over spelling voorbereiden (PowerPoint)
Dia 1: Uitleg geven
Dia 2: Een voorbeeld geven
Dia 3: Checkvraag/ vragen

Slide 33 - Tekstslide