Weerkunde - Hoofdstuk 4: Luchtdruk

Weerkunde - Hoofdstuk 4
Bijeenkomst 2 | 2023-2024
Vakdidactiek | Voltijd & deeltijd
Jelle Jagtenberg | Anne Hazenberg
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
natuurkundeHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Weerkunde - Hoofdstuk 4
Bijeenkomst 2 | 2023-2024
Vakdidactiek | Voltijd & deeltijd
Jelle Jagtenberg | Anne Hazenberg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
De student kan: 
• op basis van gegeven informatie (diagrammen, tekst, data, formules, etc.) berekeningen uitvoeren m.b.v. het hydrostatisch evenwicht (toepassen);
• op basis van gegeven informatie (diagrammen, tekst, data, formules, etc.) voorspellingen doen over veranderingen van grootheden (luchtdruk) m.b.v. het hydrostatisch evenwicht (redeneren);
• op basis van gegeven informatie (diagrammen, tekst, data, formules, etc.) berekeningen uitvoeren m.b.v. en de barometrische hoogteformule (toepassen);
• op basis van gegeven informatie (diagrammen, tekst, data, formules, etc.) voorspellingen doen over veranderingen van grootheden (luchtdruk) m.b.v. de barometrische hoogteformule (redeneren);

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oriëntatieopdracht - de luchtdrukverdeling in de atmosfeer
- Schets een grafiek hoe volgens jou de luchtdruk verandert als je hoger in de atmosfeer komt. 
- Zet de hoogte horizontaal en de luchtdruk verticaal.

- Waar het kan zet je getallen bij de grafiek. 
- Geef een toelichting waarom je de grafiek zo geschetst hebt. 
- Pas je grafiek tijdens de les eventueel aan. 
- Controleer aan het einde van de les je schets met de gegeven grafiek. 

Slide 3 - Tekstslide

De luchtdruk op een gegeven plaats is gelijk aan het gewicht van een luchtkolom boven die plaats per eenheid van oppervlakte. Op zeeniveau is de gemiddelde luchtdruk gelijk aan 1 atmosfeer. 
1. Reken om (maak eventueel gebruik van BINAS):
1 atm = … hPa

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Reken om (maak eventueel gebruik van BINAS):
1 atm = … mb

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Reken om (maak eventueel gebruik van BINAS):
1 atm = … bar

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Reken om (maak eventueel gebruik van BINAS):
1 atm = … mm Hg

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Reken om (maak eventueel gebruik van BINAS):
1 atm = …. Torr

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Vul het juiste woord in:
De luchtdruk neemt snel af met de hoogte omdat de dichtheid van de lucht ook snel groter / kleiner wordt.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Vul het juiste woord in:
Op een gedetailleerde weerkaart zijn lijnen van gelijke luchtdruk, de …, getekend

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbanden
Leg uit welk verband je verwacht tussen de variabelen luchtdruk, dichtheid, temperatuur en hoogte? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

T(h)-grafiek
T(h)=T(0)-Lh
L=0,0065°C/m

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid en druk

Slide 13 - Tekstslide

Als gevolg van de zwaartekracht neemt de luchtdruk sterk af met de hoogte. 

Eenheid: Pascal (Pa) 

Vaak wordt hPa of mbar gebruikt. 

1 atmosfeer = 1013 hPa=1013 mbar

Slide 14 - Tekstslide

alternatieve versie van de ideale gaswet. 


Rekenvoorbeeld 1
Als 𝑝 = 1000 hPa en 𝑇 = 273 K, bepaal de dichtheid van de lucht

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afleiden van de formule voor de druk 
Leidt de formule ∆p=ρ∙g∙∆h af. 

Ga uit van de algemene formule voor (extra druk): ∆p=F/A

Maak gebruik van de tips hieronder als het niet lukt.
Tip 1: F is de zwaartekracht
Tip 2: Druk m uit in het volume V en de dichtheid ρ
Tip 3: Druk het volume V uit in het oppervlak A en het hoogteverschil ∆h


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenvoorbeeld 2
Hoe hoog is de atmosfeer als de dichtheid constant blijft?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoogte van de atmosfeer
Op de hoogte waar de druk volgens rekenvoorbeeld 2 nul Pa zou moeten zijn, is hij nog ongeveer 1/3 van de luchtdruk op zeeniveau. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het model wijkt dus af van de werkelijkheid. Bedenk oorzaken voor deze afwijking.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenvoorbeeld 3
Geef een schatting voor de luchtdruk op 4 km hoogte.
Neem 𝑝(0) = 1000 hPa en 𝑇(0) = 290 K.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit welke aanpassingen je gemaakt hebt aan je grafiek van de oriëntatieopdracht. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen Hfdst. 4
De student kan:
• op basis van gegeven informatie (diagrammen, tekst, data, formules, etc.) berekeningen uitvoeren m.b.v. het hydrostatisch evenwicht (toepassen);
• op basis van gegeven informatie (diagrammen, tekst, data, formules, etc.) voorspellingen doen over veranderingen van grootheden (luchtdruk) m.b.v. het hydrostatisch evenwicht (redeneren);
• op basis van gegeven informatie (diagrammen, tekst, data, formules, etc.) berekeningen uitvoeren m.b.v. en de barometrische hoogteformule (toepassen);
• op basis van gegeven informatie (diagrammen, tekst, data, formules, etc.) voorspellingen doen over veranderingen van grootheden (luchtdruk) m.b.v. de barometrische hoogteformule (redeneren);

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer zou je jezelf willen geven voor je werkhouding?
010

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

De druk op grotere hoogte is lager, vandaar het minteken. 

De formule geldt alleen als delta h klein is, zodat de dichtheid als constante kan worden gezien.