In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Kattengedrag module 3
Feromonen, geur en communicatie
les van 27 mei 2022 (en stukje 8 april)
Slide 1 - Tekstslide
Uitleg
Hieronder volgen meerdere vragen over de lesstof van de les van 27 mei 2022 over feromonen geur en communicatie
Bij de meeste vragen staat ook een toelichting van het juiste antwoord.
Slide 2 - Tekstslide
Noem de verschillende vormen van communicatie bij de kat
Slide 3 - Open vraag
Grote pupillen bij de kat wijzen op
A
Angst
B
Opwinding of pijn
C
Agressie remmend
D
alle bovenstaande
Slide 4 - Quizvraag
Toelichting
Bij katten zien we in verschillende situaties vergrote pupillen. Ook denkt men dat grote pupillen agressie remmend werkt
Slide 5 - Tekstslide
Waar bevinden zich de Caudale glands
A
Poten
B
Nek
C
Staart
D
Kin
Slide 6 - Quizvraag
Toelichting
Caudaal is staart en supra caudaal is aan de basis vd staart
Slide 7 - Tekstslide
Welk feromoon scheid de moederpoes uit
A
FAP
B
FIS
C
F3
Slide 8 - Quizvraag
Toelichting
Dit scheid de moederpoes uit in de zoogperiode rond het gebied van de tepels. Geeft gevoel van veiligheid en herkenning
Kan ingezet worden bij bv stress als nieuwe kat in huishouden komt. Feliway friends
Slide 9 - Tekstslide
Wat wordt er bedoeld met de term Tail up
A
Een kater die gaat dekken
B
Een krolse poes
C
Vriendelijke begroeting door de kat
Slide 10 - Quizvraag
Toelichting
Tail up is een begroeting die je zowel van kat tot kat ziet als van kat tot mens.
Slide 11 - Tekstslide
Hoe meer ervaring met geur een kitten heeft, hoe beter hij zal ruiken
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Noem de verschillende vormen van olfactorische communicatie
Slide 13 - Open vraag
Waar bevinden zich de interdigitale klieren
A
kin
B
wang
C
gehele kop
D
poten
Slide 14 - Quizvraag
toelichting
Fis Feline interdigitale semiochemical wordt toegepast bij het aanleren van het krabben op de gewenste plekken in huis
Slide 15 - Tekstslide
Wat wordt er bedoeld met bunting
Slide 16 - Open vraag
Hoe heet het het orgaan dat ook wel geur knobbel wordt genoemd
A
Orgaan van Jacobson
B
Bulbus olfactorius
C
Hersenschors
D
Limbisch systeem
Slide 17 - Quizvraag
Toelichting
Vanuit de Bulbus olfactorius worden de geurwaarnemingen direct doorgestuurd naar het limbisch systeem, waar herinnering, herkenning en emotie daaraan gekoppeld wordt
Slide 18 - Tekstslide
F3 zou ondersteunend ingezet kunnen worden bij welke problematiek en/of gedrag
A
Reduceren markeergedrag
en stereotype gedrag zoals overmatig likken
B
Verminderen van angst
C
Verbeteren van eten, spel en activiteit
D
Alle genoemde opties
Slide 19 - Quizvraag
Welke klieren geven voornamelijk stoffen af die duiden op gevaar?
Slide 20 - Open vraag
Welke zintuigen zijn vanaf de geboorte al ontwikkeld
Slide 21 - Open vraag
Wat betekent Pilo erectie
A
een opgewonden kater
B
omhoogstaande uitgezette vacht bij de kat
C
vruchtbare kat
Slide 22 - Quizvraag
toelichting
Een kat kan zich door middel van het opzetten van de vacht/staart groot maken
Slide 23 - Tekstslide
Een kat heeft een geur identiteit
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Waar hoort omschreven lichaamstaal bij? Ineengedoken, platte oren, grote pupillen, blazen/krijsen/spugen, verkrampt lichaam en snorharen naar achteren
A
offensieve lichaamstaal
B
defensieve lichaamstaal
C
geen van bovenstaande
Slide 25 - Quizvraag
Welk van genoemde signalen behoort niet tot de stresssignalen
A
Tongelen
B
Pootje heffen
C
Hijgen
D
Heksenrug
Slide 26 - Quizvraag
Toelichting
Heksenrug is een offensieve dreighouding
Slide 27 - Tekstslide
Noem 3 verschillende redenen voor geurafzetting/markeren