ja/nee vragen trudy geur, geurherkenning en feromonen

Kattengedrag module 3
Ja/nee vragen van Trudy: geur, geurherkenning en feromonen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kattengedrag module 3
Ja/nee vragen van Trudy: geur, geurherkenning en feromonen

Slide 1 - Tekstslide

Het kitten “ruikt” al in de baarmoeder.
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Kittens met heftige conflicten leren het best met elkaar omgaan.

A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

toelichting
veel contact wel, maar weinig conflict.


Slide 4 - Tekstslide

Hoe meer ervaring met geur een kitten heeft, hoe beter die zal gaan ruiken.
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Een kat heeft een geuridentiteit
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Hoe langer de neus, hoe beter voor de longen.

A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Toelichting
Door bevochtigen en verwarmen van de inademingslucht (zit wel een grens aan lengte)

Slide 8 - Tekstslide

De kat ruikt bij elke inademing de geur van de omgeving.

A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Een geurreceptorcel herkent een molecule.

A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

toelichting
of een deel ervan

Slide 11 - Tekstslide

Feromonen zijn specifieke geurboodschappen tussen soorten.

A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Toelichting
feromonen zijn geurboodschappen binnen 1 soort.


Slide 13 - Tekstslide

Het vomeronasaal orgaan test de lucht voortdurend op feromonen

A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Toelichting
Alleen wanneer kat actief inzet, soms per ongeluk

Slide 15 - Tekstslide

F3 werkt vooral bij onzindelijke katten.

A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Toelichting
F3 kan ingezet worden om stress te reduceren. Kat voelt zich veiliger in ‘diens’ omgeving omdat die hele omgeving 'naar hem' ruikt.
Kan worden ingezet bij: reduceren markeergedrag en stereotype gedrag, verminderen angst en onzekerheid, verbeteren van eten, spel en activiteit 


Slide 17 - Tekstslide