In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
1.2 De kust in beweging
Slide 1 - Tekstslide
Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Komt dit overal zo voor?
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
(1) Wat zijn de kenmerken van het Nederlandse kustgebied?
(2) Hoe wordt de Nederlandse kust door de natuur opgebouwd en afgebroken?
(3) Waarom veranderde de kijk op kustbescherming de laatste decennia?
Slide 3 - Tekstslide
Typen kust
Waddenkust
zeegaten en eilanden.
wadden overstromen alleen bij hoogwater, bij laagwater droog.
speciaal natuurgebied
Gesloten duinenkust
Van Den Helder tot Hoek van Holland. Strandwallen en duinen
Estuariumkust
Zeearmen en eilanden in het mondingsgebied.
Trechtervormige riviermonding waar zoet rivierwater en zout zeewater zich vermengen.
Slide 4 - Tekstslide
Typen kust
Naar ontstaan en uiterlijk (geomorfologie) zijn er drie kusttypen:
Waddenkust met zeegaten, eilanden en wadden. Wadden overstromen bij vloed: een sedimentatievlakte, beschermd door eilanden. De aanslibbing overtreft de afslag. Samen met de duinen zijn ze deel van het Nederlands Natuur Netwerk.
Gesloten kust, met oude duinen (strandwallen), jonge duinen en stranden. Duinen ontstaan vooral door de wind.
Estuariumkust, met zeearmen (estuaria) en (nu met elkaar verbonden) eilanden. In de trechtervormige riviermondingen mengen zoet en zout water.
Slide 5 - Tekstslide
Waddenkust
Wadden overstromen bij vloed: een sedimentatievlakte, beschermd door eilanden.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Estuaria
Estuaria kennen de grootste getijdenverschillen:
Hoe nauwer, hoe groter het verschil tussen eb- en vloedstand.
Sterke meandering vanwege uitschuring bij hoge stroomsnelheden.
De vloed zorgt voor ongeveer tweemaal per etmaal voor hoog water. De vloedstroom is sneller dan de ebstroom. Daardoor overtreft in een normale situatie de sedimentatie de erosie.
Slide 8 - Tekstslide
Estuaria en zeespiegelstijging
Slide 9 - Tekstslide
Soorten kusten
-
- Zachte kusten
- Harde kusten
Slide 10 - Tekstslide
Harde en zachte kust
Zachte kust: een kust die op een natuurlijke manier wordt gevormd. Delen van de kust worden ook beschermd door bouwwerken (dammen, strekdammen, zeedijken enz.): de harde kusten of kustgedeelten.
Harde kust: aangelegd en onderhouden door de mens.
Harde kustverdediging en kustbebouwing stoppen de vrije beweging van de kust onder natuurlijke omstandigheden van wind en water - de veerkracht van de kust neemt af - harde kusten steeds moeilijker te onderhouden.
Slide 11 - Tekstslide
Kustprocessen zorgen voor opbouw en afbraak
Kustproces: Voortdurende verandering van de kustlijn o.i.v. natuurlijke en menselijke factoren.
Slide 12 - Tekstslide
Natuurlijke kustprocessen
dynamische kust:
Zandverplaatsingen en stromingen maken de kust tot een systeem dat steeds beweegt en verandert: een dynamisch systeem.
Slide 13 - Tekstslide
Wind
De wind is een van de voornaamste krachten in het kustproces. De overheersende windrichting is vanuit het zuidwesten.
Vooral bij stormen veel afslag.
Slide 14 - Tekstslide
Golven
De golfsnelheid is in diep water hoger -> sedimentatie bij de kust.
Golven schuin op de kust veroorzaken stranddrift. Daarbij wordt zand in noordoostelijke richting verplaatst.
Slide 15 - Tekstslide
Zeestromen en getijde
Slide 16 - Tekstslide
Getijden
De getijdenstroming is het gevolg van aantrekkingskracht van maan en zon.
De positie daarvan resulteert in hoogtij en laagtij, kentering, springtij en doodtij.
Vloedstroom sneller dan ebstroom
Slide 17 - Tekstslide
www.geogebra.org
Slide 18 - Link
Getijdenstromingen
Slide 19 - Tekstslide
Hoogte van het hoogtij niet overal hetzelfde. Oorzaken:
- Hoe breder de zee/estuarium, hoe hoe kleiner het getijverschil
- Bij een hogedrukgebied heb je een lagere waterstand
- Wind kan water opstuwen
Slide 20 - Tekstslide
Waar in het estuarium is het verschil tussen eb en vloed het grootst?