Vaak herkenbaar aan ge-
Geen ge-: ww die beginnen met her-, ver-, be-, er-, ge-, ont-.
(In een zinnetje: Herman en Veronica bestellen er geen ontbijt.)
Deze werkwoorden hebben vaak een vorm met -t in de persoonsvorm, en een vorm met -d in het voltooid deelwoord.
Voorbeeld: Hij herhaalt de les. / Hij heeft de les herhaald.