In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom V6
Vandaag herhaling bij domein Wereld
Slide 1 - Tekstslide
AK-vaardigheden
Kijk het filmpje op de volgende slide over schaalniveaus en dimensies.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
AK-vaardigheden
Schaalniveau's
Dimensies
Lokaal
Sociaal-cultureel
Regionaal
Politiek
Nationaal
Economisch
Continentaal
Demografisch
Mondiaal
Fysisch
Komt 100% terug in alle examens!
Slide 4 - Tekstslide
00:55
Er zijn 5 schaalniveau's. Welk onderstaande antwoord is geen juiste benaming voor één van de schalen?
A
Regionale schaal
B
Nationale schaal
C
Lokale schaal
D
Internationale schaal
Slide 5 - Quizvraag
01:47
Even checken... Welk schaalniveau is een provincie?
A
Lokale schaal
B
regionale schaal
C
mondiale schaal
D
continentale schaal
Slide 6 - Quizvraag
01:47
Even checken... Welk schaalniveau is een dorp?
A
Lokale schaal
B
regionale schaal
C
mondiale schaal
D
continentale schaal
Slide 7 - Quizvraag
01:47
Even checken... Welk schaalniveau is een werelddeel?
A
Lokale schaal
B
regionale schaal
C
mondiale schaal
D
continentale schaal
Slide 8 - Quizvraag
Domein wereld
-globalisering
-exploitatiekolonie
-transportnetwerk
-hegemoniale staat
-autonomie
-tweedeling wereldsysteem
-centrum-periferiemodel
-eenzijdigheid exportpakket
Slide 9 - Tekstslide
Hoe meet je welvaart?
Slide 10 - Open vraag
Hoe meet je welzijn?
Slide 11 - Open vraag
Globalisering verandert het wereldsysteem
Wat is het wereldsysteem?
Hoe verandert globalisering dat?
Slide 12 - Tekstslide
Wereldsysteem: Centrum-periferie
Slide 13 - Tekstslide
De eerste contouren van het wereldsysteem
Schematische weergave van het wereldsysteem van Wallerstein.
Slide 14 - Tekstslide
Wereldsysteem
centrum-semiperiferie-periferie
Hebben samen een afhankelijkheidsrelatie.
Slide 15 - Tekstslide
Regionale ongelijkheid
Hoe kan je het wereldsysteem hier nu op toepassen?
Donkerblauw: centrum
Lichterblauw: semiperiferie
Rood: periferie
Slide 16 - Tekstslide
Wereldsysteem: welk type land hoort bij I, en welke bij 3?
Slide 17 - Tekstslide
Het wereldsysteem is samengesteld op basis van welvaart
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Twee redenen voor ontwikkeling: na 1900 en 2000
1900: dekolonisatie
2000: globalisering in de uitschuiving maakindustrie, opkomst andere industrielanden.
Slide 19 - Tekstslide
Nieuwe arbeidsverdeling als gevolg van uitschuiving en doorschuiving
Oude internationale arbeidsverdeling:
Uitschuiving van voornamelijk laagwaardige productie naar (semi)-periferie
Nieuwe internationale arbeidsverdeling:
R&D ook gedaan door semi-periferie
hoogwaardige maakindustrie, dienstverlening
Slide 20 - Tekstslide
Hoe noemen we de verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld naar Oost- en Zuidoost- Azië
A
Globalisering
B
Global shift
C
Wereldeconomie
D
Uitschuiving
Slide 21 - Quizvraag
Het demografische transitie model
Slide 22 - Tekstslide
De meeste landen zitten in
A
fase 1 van de demografische transitie
B
fase 2 van de demografische transitie
C
fase 3 van de demografische transitie
D
fase 4 van de demografische transitie
Slide 23 - Quizvraag
Welk land is verder in de demografische transitie?
A
Land A
B
Land B
Slide 24 - Quizvraag
Hoge groene druk
Hoge grijze druk
Armer land
Rijk land
Fase 3 Demografische transitie
Fase 5 Demografische transitie
In de toekomst een tekort aan arbeiders
In de toekomst een overschot aan arbeiders
Zeer laag geboortecijfer
Dalend geboortecijfer
Slide 25 - Sleepvraag
02:04
Welke is GEEN dimensie?
A
Sociaal culturele dimensie
B
Politieke dimensie
C
Interpersoonlijke dimensie
D
Economische dimensie
Slide 26 - Quizvraag
03:00
Even checken... Klimaat hoort bij...
A
Fysische dimensie
B
Demografische dimensie
C
Economische dimensie
D
Politieke dimensie
Slide 27 - Quizvraag
Domein B: Wereld
Programma les:
Vragen over begrippen en de stof
Oefenen examenopgaven
Slide 28 - Tekstslide
Welk woord hoort bij deze definitie: Verspreiding van een verschijnsel van gebied tot gebied of binnen bevolkingsgroepen.
A
Globalisering
B
Diffusie
C
Global village
D
Blokvorming
Slide 29 - Quizvraag
Welk woord hoort bij deze definitie: Alle schakels in het productieproces, vanaf het winnen van de delfstoffen of het voortbrengen van de landbouwproducten tot aan de verkoop van de eindproducten.
A
Afstandsverval
B
Fragmentarische modernisering
C
Productieketen
D
Nieuwe internationale arbeidsverdeling
Slide 30 - Quizvraag
Welk woord hoort bij deze definitie: De index van de menselijke ontwikkeling of de human development index is een samengestelde indicator die het bnp per inwoner, het analfabetisme, het onderwijs en de levensverwachting in een land weergeeft.
A
BBP
B
Spreadeffect
C
Globaliseringsindex
D
VN-Ontwikkelingsindex
Slide 31 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een transnationaal en een mondiaal netwerk?
A
Transnationaal is tussen meerdere verschillende landen, mondiaal is de hele wereld.
B
Transnationaal is tussen twee landen, mondiaal is de hele wereld.
Slide 32 - Quizvraag
Wie heeft de wereldsysteem theorie bedacht?
A
Marx.
B
Köppen
C
Wallerstein
D
Wegener
Slide 33 - Quizvraag
Welke drie landen/gebieden horen bij de triade?
A
Canada, Taiwan en Europa
B
VS, Taiwan en Europa
C
VS, Canada en Japan
D
VS, Japan en Europa
Slide 34 - Quizvraag
In de toekomst zal het politieke en economische zwaartepunt verder gaan verschuiven. Dit heet de global shift. Waar zal het zwaartepunt heen gaan?
A
Westen van Azië
B
Oosten van Azië
C
Zuid-Amerika
D
Noord Afrika
Slide 35 - Quizvraag
Welk begrip past bij dit plaatje?
Slide 36 - Open vraag
Wat is de afkorting van bedrijven die wereldwijd vestigingen hebben?
Slide 37 - Open vraag
Welk woord hoort bij deze definitie: Samenhanged geheel van verkeers- en communicatieknooppunten en de onderlinge verbindingen als spoorlijnen, wegen en pijpleidingen.
A
Hub en spokenetwerk
B
Mondiaal Knooppunt
C
Migrantennetwerk
D
Stedelijke geleding
Slide 38 - Quizvraag
Welk woord hoort bij deze definitie: Het proces van opwaardering van een verarmde wijk op sociaal, cultureel en economisch gebied door instroom van kaptiaalkrachtige nieuwe bewoners, waarbij de armlastige bewoners uit het stardsdeel worden verdreven.
A
Edge city
B
Sociale polarisatie
C
Gentrification
D
Ruimtelijke segregatie
Slide 39 - Quizvraag
Kosmopolitisme
Metropool
Hub en spokenetwerk
Creatieve stad
Wereldstad waarin alle stedelijke functies vertegenwoordigd zijn en die een belangrijke functie vervult voor een uitgetrekt gebied of land.
Stad met relatief sterke vertegenwoordiging van de creatieve sector.
Het gevoel van verbondenheid met de mensheid in het algemeen (meer dan je nationale/regionale identiteit)
Samenhangend geheel van verkeers- en communciatieknooppunten en verbindingen.
Slide 40 - Sleepvraag
Als je de dimensies Economie, Cultuur en Politiek moest verdelen over de drie steden. Hoe zou je ze dan verdelen?
Washington
Los Angeles
New York
Economie
Politiek
Cultuur
Slide 41 - Sleepvraag
Examenvraag 1
Lees de bron:
Slide 42 - Tekstslide
Geef aan dat de huidige handelsrelatie tussen Groot-Brittannië en India niet meer past in de traditionele centrum-periferieverhoudingen.
Slide 43 - Open vraag
Examenvraag 1 - Antwoord
Uit het antwoord moet blijken dat bedrijven uit een perifeer / voormalig
koloniaal land, eigenaar zijn geworden van bedrijven uit een centrumland
(terwijl dat in de traditionele centrum-periferieverhoudingen juist andersom
was).
Slide 44 - Tekstslide
In het verleden hebben veel Britse bedrijven hun callcenters en helpdesks verplaatst naar India. De laatste jaren halen zij deze werkzaamheden vaak weer terug naar Groot-Brittannië. Geef twee redenen waarom Britse bedrijven dit doen.
Examenvraag 2
Slide 45 - Open vraag
Examenvraag 2 - Antwoord
Juiste redenen zijn:
− Het verschil tussen de lonen in Groot-Brittannië en India is minder groot geworden.
− De afhandeling van vragen / administratie / serviceverlening is efficiënter / beter wanneer dit in het eigen land gebeurt.
− In Groot-Brittannië zijn regio’s met een relatief hoge werkloosheid.