Herhaling H1 en H2 6vwo

Herhaling H1 en H2
Herhaling  uit H1 en H2
Examenopdracht maken
Examenopdracht bespreken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Herhaling H1 en H2
Herhaling  uit H1 en H2
Examenopdracht maken
Examenopdracht bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Globalisering

Slide 2 - Tekstslide

De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen.
Hier is vooral sprake van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering

Slide 3 - Quizvraag

De volgende zinnen gaan over globalisering. Welke is juist?
A
Door globalisering wordt de handel met het buitenland steeds lastiger.
B
Internet heeft het proces van globalisering versneld.
C
Nu we te maken hebben met globalisering wordt de hele wereld een vrijhandelszone.
D
Steeds minder producten of ingrediënten komen uit het buitenland.

Slide 4 - Quizvraag

Welk begrip past
hierbij?
A
Globalisering
B
Duurzaam
C
Keurmerk
D
Armoedegrens

Slide 5 - Quizvraag

Noord-Korea wil niet met andere leiders over kernwapens praten, wat voor soort globalisering hoort hierbij?
A
Economische globalisering
B
Politieke globalisering
C
Culturele globalisering
D
Ik weet het niet

Slide 6 - Quizvraag

Geef de juiste volgorde van globalisering
A
Imperialisme - Industrialisatie - Uitschuiving - Neokolianisme - Handelingskapitalisme
B
Handelskapitalisme - Industrialisatie - Imperialisme - Neokolonialisme - Uitschuiving
C
Imperialisme - Uitschuiving - Industrialisatie - Handelskapitalisme - neokolonialisme
D
Handelskapitalisme - Imperialisme - Industrialisatie - Uitschuiving - Neokolonialisme

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welk begrip is niet demografisch?
A
Bevolkingsspreiding
B
Verstedelijkingsgraad
C
Geboortecijfer
D
Bruto regionaal product per hoofd

Slide 10 - Quizvraag

Hiernaast zie je het demografisch transitiemodel van China.
Welke lijn geeft het geboortecijfer weer?
A
Geel
B
Groen
C
Rood

Slide 11 - Quizvraag

In welke fase van het demografisch transitie model zit de bevolkingsdiagram van Indonesië?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 12 - Quizvraag

Geen enkel land in Oost-Azië heeft te maken met vergrijzing, vanwege hun jonge bevolking
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Hieronder staan drie uitspraken over Nederlandse radio- en televisie-omroepen in de periode 1950-2000:
Geef per uitspraak aan welk begrip daarbij hoort.

Let op! Er blijft één begrip over.
De AVRO was de eerste televisie-omroep zonder godsdienstige of
politieke uitgangspunten.
De populaire radiozender haalde zijn inkomsten uit reclames.
Er werden omroepen opgericht voor onder andere boeddhisten,
moslims en hindoes.
consumptiemaatschappij
globalisering
multiculturele samenleving
ontzuiling

Slide 14 - Sleepvraag

De verdeling van de beroepsbevolking laat zien wat het ontwikkelingspeil van een land is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Regionale ongelijkheid kom je vooral tegen in
A
rijke landen
B
industrialiserende en globaliserende landen
C
arme landen
D
landen zonder veel globalisering

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noemen we de verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld naar Oost- en Zuidoost- Azië
A
Globalisering
B
Global shift
C
Wereldeconomie
D
Ik weet het niet

Slide 17 - Quizvraag

C11. Na 1970 is de globalisering sterk toegenomen. Welke reeks van drie ontwikkelingen heeft daar aan bijgedragen?
A
1. De toename van het aantal mno’s, toename van de regionale ongelijkheid in ontwikkelingslanden en het verdwijnen van handelsbelemmeringen.
B
2. De toename van het aantal mno’s, het verdwijnen van handelsbelemmeringen en de verbetering van het transport.
C
3. De verbetering van verbindingen, de toename van het aantal mno’s en de groei van de formele sector.
D
4. De verbetering van de verbindingen, het opheffen van handelsbelemmeringen en de opkomst van de semiperiferie.

Slide 18 - Quizvraag

Het toerisme draagt bij aan de globalisering van de Filipijnen op cultureel, economisch en politiek gebied.
Maak de juiste combinaties.


Door de contacten met buitenlandse bezoekers nemen de Filipijnen gewoonten over uit andere delen van de wereld.



Door de werkgelegenheid in het toerisme kunnen de Filipijnen zich meer producten van buiten de Filipijnen veroorloven. 



Door de contacten met buitenlandse bezoekers maken de Filipijnen kennis met andere ideeën over democratie.
Culturele globalisering
Economische globalisering
Politieke globalisering

Slide 19 - Sleepvraag

Wereldsysteem
Centrum: ontwikkelde landen
Semiperiferie: landen in ontwikkeling
Periferie: ontwikkelingslanden

In elk van deze gebieden overheerst het werk van 1 sector uit de internationale arbeidsverdeling. Welke sector hoort bij welk gebied?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Centrum
Semi-periferie
Periferie

Japan
BRIC
Lage productiviteit
Laag BNP per hoofd
Politieke macht
Hoofdkantoren MNO
Hoofdkantoren MNO
Verouderde en moderne technologie
Sterk groeiende eigen markt
Hoge arbeidsproductiviteit
Gevaar ruilvoetverslechtering
Eenzijdige handel
Hoge industrialisatiegraad

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Zet de hegenominale staten op volgorde:
Vroeger- nu
1
2
3
Verenigde staten
Spanje & Portugal
Groot- Brittannië

Slide 24 - Sleepvraag

Uit welke landen bestaat de Triade?
A
Japan, China & VS
B
VS, China & Europa
C
Japan, Europa & VS
D
China, Zuid-Korea & Brazilië

Slide 25 - Quizvraag

De laatste decennia zijn er steeds meer kapitaalstromen tussen (semi)-perifere landen. Dit noem je
A
noord-zuid investeringen
B
zuid-zuid investeringen
C
Oost-zuid investeringen
D
West-zuid investeringen

Slide 26 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maken examenopdracht globalisering

Slide 27 - Tekstslide