Kennisquiz 2024

1 / 50
volgende
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

quiz time

Slide 2 - Tekstslide

Test je kennis over Frankrijk en de Franse taal


Bonne chance!

Slide 3 - Tekstslide

vorm evt. teams

Slide 4 - Tekstslide

Welk getal is SOIXANTE-SIX?
A
57
B
66
C
76
D
67

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel mensen ter wereld spreken er ongeveer Frans?
A
200 miljoen
B
300 miljoen
C
400 miljoen
D
500 miljoen

Slide 6 - Quizvraag

Het Frans in 2050!
 Door de bevolkingsgroei in Afrika zal het aantal Franstaligen tegen 2050 naar schatting 750 miljoen personen bedragen. Dan is het Frans ineens de tweede wereldtaal naast Engels!
Bron: Express business

Slide 7 - Tekstslide

De belangrijkste talen van de Europese Unie (EU) zijn Engels en ....
A
Duits
B
Italiaans
C
Frans
D
Spaans

Slide 8 - Quizvraag

In hoeveel landen is het Frans een officiële taal?
A
5
B
9
C
17
D
29

Slide 9 - Quizvraag

Welke stad ligt NIET in Frankrijk?
A
Lille
B
Marseille
C
Straatsburg
D
Milaan

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent 'grappig' in het Frans?
A
bizarre
B
gentil
C
drôle
D
joli

Slide 11 - Quizvraag

Het Frans is belangrijk in heel veel landen. Van welk land is dit de vlag?
A
Algerije
B
Libanon
C
Marokko
D
Tunisië

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heten deze Franse stripfiguren?

Slide 13 - Open vraag

Hoe hoog is de Eiffeltoren?
A
134 meter
B
254 meter
C
324 meter
D
434 meter

Slide 14 - Quizvraag

Welk merk komt NIET uit Frankrijk?
A
Chanel
B
LU
C
Lacoste
D
Unox

Slide 15 - Quizvraag

Welke drie automerken zijn Frans?
C.... P.... R.....

Slide 16 - Open vraag

Welke gerecht is typisch Frans?
A
braadworst
B
paëlla
C
pizza
D
quiche

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet deze Franse rapper?
J'me tire
A
Stromae
B
Booba
C
MHD
D
Maitre GIMS

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet de huidige Franse president?
A
François Hollande
B
Nicolas Sarkozy
C
Emmanuel Macron
D
Barack Obama

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet dit rotsachtige eiland wat gelegen is in de Franse regio Normandië?
A
Pont du Gard
B
Mont Saint-Michel
C
Bassin d'Arcachon
D
Mont Ventoux

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet Kuifje in het Frans
A
Tintin
B
Tonton
C
Tantan
D
Titeuf

Slide 21 - Quizvraag

Welke Franse stad is bekend door een groot filmfestival?
A
Bordeaux
B
Cannes
C
Montpellier
D
Nice

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heet de bergketen in Zuid-Frankrijk op de grens met Spanje?
A
Alpen
B
Jura
C
Pyreneeën
D
Vogezen

Slide 23 - Quizvraag

Welke winkel komt oorspronkelijk NIET uit Frankrijk?
A
Carrefour
B
Décathlon
C
Spar
D
Sephora

Slide 24 - Quizvraag

Welk belangrijk Frans historisch figuur zie je op de foto?

Slide 25 - Open vraag

Welk dier staat symbool voor Frankrijk?
A
adelaar
B
haan
C
zwaan
D
tijger

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heet het Franse sportmerk wat je in de achtergrond ziet?
A
Adidas
B
Le coq sportif
C
Kipsta
D
Reebok

Slide 27 - Quizvraag

Door welke hit is deze Franse zangeres bekend geworden?
Aya Nakamura
A
Aux Champs-Elysées
B
Djadja
C
Jingle Bells
D
Het duurt te lang

Slide 28 - Quizvraag

Q1: Wat is de stam van het regelmatige werkwoord "travailler"?

Slide 29 - Open vraag

Hoe heet de bekende wielerwedstrijd in Frankrijk?

Slide 30 - Open vraag

Wie was de "Zonnekoning"?
A
Charles de Gaulle
B
Lodewijk / Louis XIV
C
Napoléon Bonaparte
D
Le Cardinal Richelieu

Slide 31 - Quizvraag

Welk pretpark ligt NIET in Frankrijk?
A
Disneyland
B
Parc Astérix
C
Futuroscope
D
Movie Park

Slide 32 - Quizvraag

Waarom heet de langste snelweg in Frankrijk de "Route du Soleil"?

Slide 33 - Open vraag

Waar komt het typisch Franse broodje "croissant" oorspronkelijk vandaan?
A
Turkije
B
Frankrijk
C
Oostenrijk
D
Zwitserland

Slide 34 - Quizvraag

Hoe heet de rivier die Parijs doorkruist?
A
Loire
B
Mosel
C
Rhône
D
Seine

Slide 35 - Quizvraag

Q3: Nu nemen we het ww 'donner'.
Wat is de nous-vorm?
A
nous donne
B
nous donnes
C
nous donnons
D
nous donnez

Slide 36 - Quizvraag

 Bij welk werkwoord horen deze vormen?
AVOIR (hebben)
ÊTRE (zijn)
Nous sommes
Je suis
Tu as
Vous avez
Ils sont
Elle est
On a
Nous avons
Il a
J'ai
Ils ont
Vous êtes

Slide 37 - Sleepvraag

Maak deze zin ontkennend? Je déteste les maths.

Slide 38 - Open vraag

Welke vorm van het bijvoeglijk naamwoord is correct? La (grand) maison.
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 39 - Quizvraag

Welk getal is SEIZE?
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 40 - Quizvraag

Zie onderstaande bezittelijke voornaamwoorden. Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
mon
ton
son
ta
tes
mes
ses
ma
sa

Slide 41 - Sleepvraag

Welke vertaling hoort bij:
Ik ben 13 jaar.
A
J'ai treize ans.
B
Je suis treize ans.
C
Je donne treize ans.
D
Je vais treize ans.

Slide 42 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van..
Het is 20 over 12 's nachts.
A
Il est midi vingt.
B
Il est minuit vingt.
C
Il est midi moins vingt.
D
Il est minuit moins vingt.

Slide 43 - Quizvraag

Wat vraagt Martien aan de bouwvakker?
A
Of hij

Slide 44 - Quizvraag

Wat krijg je als je een croque-monsieur bestelt?
A
Een uitsmijter
B
Een tosti
C
Een pannenkoek
D
Een kroket

Slide 45 - Quizvraag

Welk dier is het symbool van Frankrijk
A
Een duif
B
Een paard
C
Een varken
D
Een haan

Slide 46 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van..
Het is kwart voor drie.
A
Il est trois heures.
B
Il est trois heures et quart.
C
Il est trois heures et demie.
D
Il est trois heures moins le quart.

Slide 47 - Quizvraag

Wat is de bijnaam van het Franse nationale sportteam?
A
Les Rouges
B
Les Jaunes
C
Les Bleus
D
Les Verts

Slide 48 - Quizvraag

Hoe zeg je 'shit' in het Frans?
A
Merde!
B
Mince!
C
Zut!
D
Bof!

Slide 49 - Quizvraag

Slide 50 - Tekstslide