In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
quiz time
Slide 2 - Tekstslide
Test je kennis over Frankrijk en de Franse taal
Bonne chance!
Slide 3 - Tekstslide
vorm evt. teams
Slide 4 - Tekstslide
Welk getal is SOIXANTE-SIX?
A
57
B
66
C
76
D
67
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel mensen ter wereld spreken er ongeveer Frans?
A
200 miljoen
B
300 miljoen
C
400 miljoen
D
500 miljoen
Slide 6 - Quizvraag
Het Frans in 2050!
Door de bevolkingsgroei in Afrika zal het aantal Franstaligen tegen 2050 naar schatting 750 miljoen personen bedragen. Dan is het Frans ineens de tweede wereldtaal naast Engels!
Bron: Express business
Slide 7 - Tekstslide
De belangrijkste talen van de Europese Unie (EU) zijn Engels en ....
A
Duits
B
Italiaans
C
Frans
D
Spaans
Slide 8 - Quizvraag
In hoeveel landen is het Frans een officiële taal?
A
5
B
9
C
17
D
29
Slide 9 - Quizvraag
Welke stad ligt NIET in Frankrijk?
A
Lille
B
Marseille
C
Straatsburg
D
Milaan
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent 'grappig' in het Frans?
A
bizarre
B
gentil
C
drôle
D
joli
Slide 11 - Quizvraag
Het Frans is belangrijk in heel veel landen. Van welk land is dit de vlag?
A
Algerije
B
Libanon
C
Marokko
D
Tunisië
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heten deze Franse stripfiguren?
Slide 13 - Open vraag
Hoe hoog is de Eiffeltoren?
A
134 meter
B
254 meter
C
324 meter
D
434 meter
Slide 14 - Quizvraag
Welk merk komt NIET uit Frankrijk?
A
Chanel
B
LU
C
Lacoste
D
Unox
Slide 15 - Quizvraag
Welke drie automerken zijn Frans? C.... P.... R.....
Slide 16 - Open vraag
Welke gerecht is typisch Frans?
A
braadworst
B
paëlla
C
pizza
D
quiche
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heet deze Franse rapper?
J'me tire
A
Stromae
B
Booba
C
MHD
D
Maitre GIMS
Slide 18 - Quizvraag
Hoe heet de huidige Franse president?
A
François Hollande
B
Nicolas Sarkozy
C
Emmanuel Macron
D
Barack Obama
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heet dit rotsachtige eiland wat gelegen is in de Franse regio Normandië?
A
Pont du Gard
B
Mont Saint-Michel
C
Bassin d'Arcachon
D
Mont Ventoux
Slide 20 - Quizvraag
Hoe heet Kuifje in het Frans
A
Tintin
B
Tonton
C
Tantan
D
Titeuf
Slide 21 - Quizvraag
Welke Franse stad is bekend door een groot filmfestival?
A
Bordeaux
B
Cannes
C
Montpellier
D
Nice
Slide 22 - Quizvraag
Hoe heet de bergketen in Zuid-Frankrijk op de grens met Spanje?
A
Alpen
B
Jura
C
Pyreneeën
D
Vogezen
Slide 23 - Quizvraag
Welke winkel komt oorspronkelijk NIET uit Frankrijk?
A
Carrefour
B
Décathlon
C
Spar
D
Sephora
Slide 24 - Quizvraag
Welk belangrijk Frans historisch figuur zie je op de foto?
Slide 25 - Open vraag
Welk dier staat symbool voor Frankrijk?
A
adelaar
B
haan
C
zwaan
D
tijger
Slide 26 - Quizvraag
Hoe heet het Franse sportmerk wat je in de achtergrond ziet?
A
Adidas
B
Le coq sportif
C
Kipsta
D
Reebok
Slide 27 - Quizvraag
Door welke hit is deze Franse zangeres bekend geworden?
Aya Nakamura
A
Aux Champs-Elysées
B
Djadja
C
Jingle Bells
D
Het duurt te lang
Slide 28 - Quizvraag
Q1: Wat is de stam van het regelmatige werkwoord "travailler"?
Slide 29 - Open vraag
Hoe heet de bekende wielerwedstrijd in Frankrijk?
Slide 30 - Open vraag
Wie was de "Zonnekoning"?
A
Charles de Gaulle
B
Lodewijk / Louis XIV
C
Napoléon Bonaparte
D
Le Cardinal Richelieu
Slide 31 - Quizvraag
Welk pretpark ligt NIET in Frankrijk?
A
Disneyland
B
Parc Astérix
C
Futuroscope
D
Movie Park
Slide 32 - Quizvraag
Waarom heet de langste snelweg in Frankrijk de "Route du Soleil"?
Slide 33 - Open vraag
Waar komt het typisch Franse broodje "croissant" oorspronkelijk vandaan?
A
Turkije
B
Frankrijk
C
Oostenrijk
D
Zwitserland
Slide 34 - Quizvraag
Hoe heet de rivier die Parijs doorkruist?
A
Loire
B
Mosel
C
Rhône
D
Seine
Slide 35 - Quizvraag
Q3: Nu nemen we het ww 'donner'. Wat is de nous-vorm?
A
nous donne
B
nous donnes
C
nous donnons
D
nous donnez
Slide 36 - Quizvraag
Bij welk werkwoord horen deze vormen?
AVOIR (hebben)
ÊTRE (zijn)
Nous sommes
Je suis
Tu as
Vous avez
Ils sont
Elle est
On a
Nous avons
Il a
J'ai
Ils ont
Vous êtes
Slide 37 - Sleepvraag
Maak deze zin ontkennend? Je déteste les maths.
Slide 38 - Open vraag
Welke vorm van het bijvoeglijk naamwoord is correct? La (grand) maison.
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes
Slide 39 - Quizvraag
Welk getal is SEIZE?
A
13
B
14
C
15
D
16
Slide 40 - Quizvraag
Zie onderstaande bezittelijke voornaamwoorden. Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
mon
ton
son
ta
tes
mes
ses
ma
sa
Slide 41 - Sleepvraag
Welke vertaling hoort bij: Ik ben 13 jaar.
A
J'ai treize ans.
B
Je suis treize ans.
C
Je donne treize ans.
D
Je vais treize ans.
Slide 42 - Quizvraag
Wat is de juiste vertaling van.. Het is 20 over 12 's nachts.
A
Il est midi vingt.
B
Il est minuit vingt.
C
Il est midi moins vingt.
D
Il est minuit moins vingt.
Slide 43 - Quizvraag
Wat vraagt Martien aan de bouwvakker?
A
Of hij
Slide 44 - Quizvraag
Wat krijg je als je een croque-monsieur bestelt?
A
Een uitsmijter
B
Een tosti
C
Een pannenkoek
D
Een kroket
Slide 45 - Quizvraag
Welk dier is het symbool van Frankrijk
A
Een duif
B
Een paard
C
Een varken
D
Een haan
Slide 46 - Quizvraag
Wat is de juiste vertaling van.. Het is kwart voor drie.
A
Il est trois heures.
B
Il est trois heures et quart.
C
Il est trois heures et demie.
D
Il est trois heures moins le quart.
Slide 47 - Quizvraag
Wat is de bijnaam van het Franse nationale sportteam?