In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Bonjour & bienvenue!
Slide 1 - Tekstslide
0
Slide 2 - Video
Votre prof de français:
Je suis Marieke de Boer
J'habite à Nijmegen
J'ai trois enfants
J'aime jouer au tennis, faire du shopping
et regarder des séries à Netflix
Slide 3 - Tekstslide
Et maintenant c'est à vous!
Fais une petite histoire sur toi.
Comment tu t'appelles?
Tu as quel âge?
Tu habites où?
Tu as un frère ou une soeur?
Tu as été en vacances? Où?
Slide 4 - Tekstslide
On va jouer un quiz!
Wie weet het meest over Frankrijk en het Frans in de wereld?
Bonne chance!
Slide 5 - Tekstslide
Hoeveel mensen ter wereld spreken er ongeveer Frans?
A
200 miljoen
B
300 miljoen
C
400 miljoen
D
500 miljoen
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
De hoeveelste wereldtaal is Frans?
A
3e
B
4e
C
5e
D
6e
Slide 8 - Quizvraag
Het Frans in 2050!
Door de bevolkingsgroei in Afrika zal het aantal Franstaligen tegen 2050 naar schatting 750 miljoen personen bedragen. Dan is het Frans ineens de tweede wereldtaal naast Engels!
Bron: Express business
Slide 9 - Tekstslide
De belangrijkste talen van de Europese Unie (EU) zijn Engels en ....
A
Duits
B
Italiaans
C
Frans
D
Spaans
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
In hoeveel landen is het Frans een officiële taal?
A
5
B
9
C
17
D
29
Slide 12 - Quizvraag
Welke stad ligt NIET in Frankrijk?
A
Lille
B
Marseille
C
Straatsburg
D
Milaan
Slide 13 - Quizvraag
Welke gerecht is niet typisch Frans?
A
ratatouille
B
légumes
C
coq au vin
D
quiche
Slide 14 - Quizvraag
Hoe hoog is de Eiffeltoren?
A
134 meter
B
254 meter
C
324 meter
D
434 meter
Slide 15 - Quizvraag
Welk merk komt NIET uit Frankrijk?
A
Chanel
B
LU
C
Lacoste
D
Unox
Slide 16 - Quizvraag
Hoe heet deze Franse rapper?
J'me tire
A
Sofiane
B
Le grand corps malade
C
Frans Duijts
D
Maitre GIMS
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heet dit rotsachtige eiland wat gelegen is in de Franse regio Normandië?
A
Pont du Gard
B
Mont Saint-Michel
C
Bassin d'Arcachon
D
Mont Ventoux
Slide 18 - Quizvraag
Hoe heet de huidige Franse president?
A
François Hollande
B
Nicolas Sarkozy
C
Emmanuel Macron
D
Barack Obama
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heten deze Franse stripfiguren?
Slide 20 - Open vraag
Hoe heet Kuifje in het Frans
A
Tintin
B
Tonton
C
Tantan
D
Titeuf
Slide 21 - Quizvraag
Welke Franse stad is bekend door een groot filmfestival?
A
Bordeaux
B
Cannes
C
Montpellier
D
Nice
Slide 22 - Quizvraag
Hoe heet de bergketen in Zuid-Frankrijk op de grens met Spanje?
A
Alpen
B
Jura
C
Pyreneeën
D
Vogezen
Slide 23 - Quizvraag
Welk belangrijk Frans historisch figuur zie je op de foto?
Slide 24 - Open vraag
Welk dier staat symbool voor Frankrijk?
A
adelaar
B
haan
C
zwaan
D
tijger
Slide 25 - Quizvraag
Hoe heet het Franse sportmerk wat je in de achtergrond ziet?
A
Adidas
B
Le coq sportif
C
Lacoste
D
Champion
Slide 26 - Quizvraag
Wie was de "Zonnekoning"?
A
Charles de Gaulle
B
Lodewijk / Louis XIV
C
Napoléon Bonaparte
D
Le Cardinal Richelieu
Slide 27 - Quizvraag
Hoe heet de rivier die Parijs doorkruist?
A
Loire
B
Mosel
C
Rhône
D
Seine
Slide 28 - Quizvraag
Waar komt het typisch Franse broodje "croissant" oorspronkelijk vandaan?
A
Turkije
B
Frankrijk
C
Oostenrijk
D
Zwitserland
Slide 29 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van être in: Tu ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes
Slide 30 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van être in: La fille ________ (être)
A
suis
B
est
C
êtes
D
sommes
Slide 31 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van être in: Nous ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes
Slide 32 - Quizvraag
Wat is een passé composé?
A
trouvé
B
a trouvé
C
a
D
trouvait
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de passé composé?
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooid verleden tijd (ik had gedanst)
Slide 34 - Quizvraag
Wat is de passé composé?
A
J'ai parlé
B
Je parlais
C
Je parlerai
D
Je parlerais
Slide 35 - Quizvraag
ik ben geweest (passé composé)
A
je suis été
B
j'ai été
C
j'ai êtré
D
je suis êtré
Slide 36 - Quizvraag
Tu (avoir) ..........
A
a
B
ai
C
as
D
ont
Slide 37 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van avoir in: Nous ________ (avoir)