3.1 Money BB+KB

Money

Welcome back!

How was your exam week?


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Money

Welcome back!

How was your exam week?


Slide 1 - Tekstslide

Today

This chapter

Quiz to learn words

Adjectives , comperatives , superlatives


Goals

You know what adjectives, comperatives and superlatives are.

You have learned new words that are about money. 

Slide 2 - Tekstslide

Adjectives 

Adjectives: bijvoeglijke naamwoorden 
(omschrijft mensen, dieren, dingen)

I ate a delicious apple
Laura is a beautiful girl
It was a difficult week




Slide 3 - Tekstslide

Comperatives & superlatives
Comperatives: vergrotende trap
Superlatives: overtreffende trap

Ze worden gebruikt om personen, dingen of plaatsen te vergelijken

NL: groot - groter - grootst  / English: big - bigger - biggest

NL: goed - beter - best / English: good - better - best



Slide 4 - Tekstslide

Spelling bij woorden met 1 lettergreep
Bij een adjective van 1 lettergreep voeg je "-er" toe voor de vergrotende trap, "-est" voor de overtreffende trap.

Small, smaller, the smallest / Strong, stronger, the strongest

Eindigt het op 1 klinker en een medeklinker? Dan voeg je "-er" en "-est" toe en verdubbel je de medeklinker (behalve als die medeklinker een w of y is).
Big, bigger, the biggest
Fat, fatter, the 
Grey, greyer, the greyest
Slow, slower, slowest

Slide 5 - Tekstslide

Make
3.2 A Reading text

3.2B About comperatives and superlatives

3.2 C Discover the comparisons + writing

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Let's practice
https://quizlet.com/nl/615571700/engels-lj-3-p1-bb-flash-cards/




Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de comparative/superlative van "hot"?
A
hoter - hotest
B
hotter - hottest
C
more hotter- most hptest
D
more hot - most hot

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn de comparative/superlative van "happy"?
A
happier - happiest
B
happyer - happyest
C
happyr - happyst

Slide 10 - Quizvraag

He is .... (nice) than I am.
A
Nice
B
Nicer
C
Nicest

Slide 11 - Quizvraag

Those must be the .... (baggy) jeans in the world!
A
Baggyer
B
Baggier
C
Baggiest

Slide 12 - Quizvraag

She is the ..... (smart) girl in her class.
A
smarty
B
smartest
C
smarter

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Shark Tank
Assignment (LB 3.1):

- Bedenk een product
- Teken deze uit
- Verzin een elevator pitch (30 sec.)

Slide 15 - Tekstslide

Goals
You know what adjectives, comperatives and superlatives are.
 

You have learned new words that are about money. 
Finish 3.2

Slide 16 - Tekstslide