1.1 WERKWOORDEN Nu Ned Entree 25 november 2024

1   LUISTEREN & KIJKEN
SPELLING
- 1.1  werkwoorden
- 1.2 onderwerp
- 1.3 persoonsvorm t.t.
- 1.4 persoonsvorm v.t.
- 1.5 voltooid deelwoord
- 1.6 Engelse werkwoorden
                                                                             
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1   LUISTEREN & KIJKEN
SPELLING
- 1.1  werkwoorden
- 1.2 onderwerp
- 1.3 persoonsvorm t.t.
- 1.4 persoonsvorm v.t.
- 1.5 voltooid deelwoord
- 1.6 Engelse werkwoorden
                                                                             

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PAK BOEK B ERBIJ
TERUGBLIK en PLANNING

WAT GAAN WE DOEN 
  • spelling H1 1.1 werkwoorden

DOEL VAN DE LES: 
Je herkent werkwoorden en leert verschillende vormen van het werkwoord.





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spellen

Slide 3 - Woordweb

Waaraan denk je bij spellen? 
waarom is goed spellen belangrijk? 

Waarom is goede spelling belangrijk?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

p. 133 ELO en boek

Slide 6 - Tekstslide

welke twee woordsoorten en hun spelling komen voor in het filmpje? 
Noem werkwoorden

Slide 7 - Woordweb


Noem werkwoorden
fietsen, lopen, wandelen

Welke woordsoorten ken je nog meer
?

Slide 8 - Open vraag

bijvoegelijk nw
voorzetsel
voegwoord / signaalwoord

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

p. 133 ELO en boek

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

werkwoordsvormen behandelen:
heel werkwoord (infinitief)
persoonsvorm
voltooid deelwoord
Welke werkwoordsvormen ken je dus?

Slide 13 - Open vraag

persoonsvorm
infinitief (heel ww)
voltooid deelwoord

Slide 14 - Tekstslide

Lesmateriaal > ww spelling > screencasts > ww

Slide 15 - Tekstslide

p. 134 ELO en boek

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

de test van 14 april individueel. 
Zet een foto met je score in de chat

Het ontbreekt jou aan ........ .
A
interrese
B
interesse
C
interresse

Slide 18 - Quizvraag

interesse = belangstelling

Het woord 'interesse' is via een omweg afkomstig uit het Latijn:
inter (tussen) + esse (zijn) = interesse (zijn tussen, deelnemen aan)
Zie ook de pagina onmiddellijk.
De deskundige heeft al in diverse ........ gezeten.
A
jurys
B
juries
C
jury's

Slide 19 - Quizvraag

Het woord 'jury's' heeft tussen de y en de s een apostrof. De Engelse schrijfwijze 'juries' is in het Nederlands onjuist.
Deze regel geldt voor woorden die eindigen op een y als daar geen andere klinker voor staat.
Bij woorden op -ay, -ey en -oy komt de s aan het woord vast (sprays, jockeys, cowboys).
Zie ook de pagina opa's, acties, cafés.
In het middeleeuwse stadje klinkt muziek van een ........ .
A
troebadoer
B
troebedoer
C
troubadour
D
troubedour

Slide 20 - Quizvraag

Het woord 'troubadour' (rondtrekkende liedjeszanger) is afkomstig uit het Frans.
Zie ook de pagina onmiddellijk.
Het pakketje is op tijd ........ bij het postkantoor.
A
gedroped
B
gedropd
C
gedropt
D
gedropped

Slide 21 - Quizvraag

Het woord 'gedropt' is voltooid deelwoord van 'droppen'. Omdat de p een medeklinker in 't kofschip is, eindigt het voltooid deelwoord op een t, ook al is het woord afkomstig uit het Engels.
Zie ook de pagina gefaxt, gepland.

Wat zie je?

Slide 22 - Open vraag

Als we het over een echt kofschip hebben, bedoelen we eigenlijk een kof. Een kofschip is een zeeschip met een brede achtersteven. Een kofschip gaat niet snel en is geschikt voor de oceaan.

https://taalhelden.org/bericht/wat-een-kofschip
Wat vond je van dit deel van de les?

😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Boek B
1.1 ( klaar? -> 1.2 - 1.3)
blz. 134 - 141

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies