W14-NE-L1-M-Spelling H6

Wat heb je nodig tijdens 
deze les?

1. Leesboek ( 10 min. lezen)
2. Nederlands boek en schrift.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat heb je nodig tijdens 
deze les?

1. Leesboek ( 10 min. lezen)
2. Nederlands boek en schrift.

Slide 1 - Tekstslide

Spelling h6 
De verleden tijd van sterke werkwoorden 


Slide 2 - Tekstslide

DOELEN

- verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden kennen

- de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd goed schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Instructie: sterke werkwoorden in de verleden tijd

Slide 4 - Tekstslide

Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank.
vul de lege vakjes in. 

Lopen -> ...
Blazen -> ...
Worden -> ...

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden
Lopen -> liepen
Blazen -> bliezen
Worden -> werden

Slide 6 - Tekstslide

Sterke werkwoorden


Een lijst van de meest voorkomende sterke werkwoorden kun je via deze link vinden:


http://www.beterspellen.nl/website/index.php?pag=113

Slide 7 - Tekstslide

Maken (blz. 162/163)
Opdr. 1 
Opdr. 2
Opdr. 3


Slide 8 - Tekstslide

CONTROLE

Slide 9 - Tekstslide


Maak af:
Je ziet hier ...
A
sterke werkwoorden
B
zwakke werkwoorden
C
werkwoordvervoeging tegenwoordige tijd
D
werkwoorden die van klank veranderen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is waar?
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van
A
vorm
B
klank
C
lengte

Slide 12 - Quizvraag