MA32 + MA33 - Sterke werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Sterke werkwoorden in de tegenwoordige tijd

MA32 + MA33
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Sterke werkwoorden in de tegenwoordige tijd

MA32 + MA33

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Ich ..... auf den Boden.
Maja und Yannik ... mit dem Zug nach Berlin.
Was ... dir ... ?
Ihm ... die Idee überhaupt nicht.
falle
fahren
fällt ... auf
gefällt

Slide 5 - Sleepvraag

1. laufen - Hermann ... sehr schnell.

Slide 6 - Open vraag

2. fahren - ... du zur Polizei, um Anzeige zu erstatten?

Slide 7 - Open vraag

3. halten - Was ... ihr von einer Radtour nach Hamburg?

Slide 8 - Open vraag

4. einfallen - Mir ... gerade das deutsche Wort ... .

Slide 9 - Open vraag

(e)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

5. Bij sterke werkwoorden verandert de korte e-klank in ...

Slide 14 - Open vraag

6. Bij sterke werkwoorden verandert de lange e-klank in ...

Slide 15 - Open vraag

7. essen - Was ... du am liebsten?

Slide 16 - Open vraag

8. essen - Am liebsten ... ich Pizza.

Slide 17 - Open vraag

9. fressen - Der kleine Hund ... gern Fleisch.

Slide 18 - Open vraag

10. geben - Rosi ... mir eine CD!

Slide 19 - Open vraag

Vanaf hier staan de werkwoorden door elkaar.

Slide 20 - Tekstslide

11. gelten - Welche Spielregeln ... bei Handball?

Slide 21 - Open vraag

12. schlafen - Herr L ... drei Wochen in unserem Hotel.

Slide 22 - Open vraag

13. brechen - Pass auf! Sonst ... du dir noch das Bein!

Slide 23 - Open vraag

14. stehen - Das Mädchen ... vor dem Eingang.

Slide 24 - Open vraag

15. lassen - Die Polizei ... mich nicht im Ruhe.

Slide 25 - Open vraag

Viel Erfolg!

Slide 26 - Tekstslide