3.8 Spelling

3.8 Spelling
  • Herhaling
  • Nieuwe lesstof 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

3.8 Spelling
  • Herhaling
  • Nieuwe lesstof 

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf de verleden tijd van het werkwoord in de zin.
(rijden) Eric ... altijd op de fiets naar school.

Slide 2 - Open vraag

Schrijf de verleden tijd van het werkwoord in de zin.
(houden) Hij ... niet van fietsen door de regen.

Slide 3 - Open vraag

Schrijf de verleden tijd van het werkwoord in de zin.
(verbruiken) Door al dat fietsen ... hij veel energie.

Slide 4 - Open vraag

Schrijf de tegenwoordige tijd van het werkwoord in de zin.
(drinken) Hij ... twee koppen thee.

Slide 5 - Open vraag

Schrijf de tegenwoordige tijd van het werkwoord in de zin.
(ontbijt) Daarom ... Eric tegenwoordig goed.

Slide 6 - Open vraag

Voltooid deelwoord
  • Een voltooid deelwoord (VD) begint vaak met ge-
  • Er staat altijd een vorm van hebben, zijn, of worden bij een VD
  • Een VD staat vaak aan het einde van de zin

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord - sterk
  • VD van sterke werkwoorden eindigt vaak op -en
  • Je schrijft ze zoals je het zegt.
  • We zijn snel naar huis gereden.
  • Hij heeft in zee gezwommen

Slide 8 - Tekstslide

Voltooid deelwoord - zwak
  • VD van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t
  • Maak het woord langer om te horen of je een -d of een -t schrijft
  • De rekening is betaald (de betaalde rekening)
  • De schoenen zijn ingepakt (de ingepakte schoenen)

Slide 9 - Tekstslide

In welke zin staat een voltooid deelwoord?
A
Dat gebeurt bijna nooit, toch?
B
De dokter heeft de wond op mijn been gehecht.
C
Ik herinner me dat echt niet.

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf het voltooid deelwoord in de zin.
(scoren) Ons team heeft in totaal 26 punten ...

Slide 11 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord in de zin.
(halen) De tegenstander had er maar 23 ...

Slide 12 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord in de zin.
(werken) ' Jullie hebben er hard voor ...' zei de coach.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord in de zin.
(basketballen) vrijdag hebben we op de sportdag ...

Slide 14 - Open vraag

Sterke of zwakke werkwoorden. Sleep de werkwoorden naar het goede vak.
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
beven
roepen
lusten
smelten
schilderen
hopen
laten
bereiden
jagen
darten

Slide 15 - Sleepvraag

Werkwoorden met be-, ge-, her-, ver-, of ont-
Sommige werkwoorden beginnen met be-, ge-, her-, ver-, of ont-. Bij het voltooid deelwoord schrijf je er dan geen ge- voor
  • bedenken           Ik heb een goed voorbeeld bedacht.
  • genieten             Wat heb ik van de sportdag genoten.
  • herdenken         WOII wordt elk jaar herdacht.
  • verhuizen           De school is naar de Middenweg verhuisd.
  • Ontbijten            Hij heeft heerlijk ontbeten.

Slide 16 - Tekstslide

Vul het voltooid deelwoord in.
(geloven) Ik heb dat verhaal nooit ...

Slide 17 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
(herhalen) De uitzending wordt morgen ...

Slide 18 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
(ontdooien) Is dat vlees al ...?

Slide 19 - Open vraag

Samenwonen 
Je hoeft niet te trouwen maar:
Samenwonen met een samenlevingscontract, waarin je allerlei afspraken zet.






 

Slide 20 - Tekstslide

Samenwonen
Latrelatie:  Living apart together


Alleenstaand: bijna 3 miljoen 
Nederlanders leven allen

Slide 21 - Tekstslide

Tot je 18e 
Ouders hebben het ouderlijk gezag over hun kinderen.
De wettelijke plicht om je kinderen op te voeden (tot hun 18e) en te verzorgen (tot hun 21e).
Bij het ouderlijk gezag horen ook rechten: 
ze mogen je school uitkiezen 
en je dingen verbieden.


Slide 22 - Tekstslide

Voogdij
Vaak ruzie of problemen in een gezin.
Regelmatig contact en neemt beslissingen over zaken.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Echtscheiding
  • 33% van de huwelijken eindigt in een scheiding
  • Toestemming vragen bij de rechter
  • Ex-partners moet soms alimentatie betalen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video