GO landbouwhuisdieren - les 1 introductie huisvesting

Les 2 GO gezelschapsdieren gedrag en het ontstaan van gedrag
Les 1. Huisvesting Landbouwhuisdieren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
LandbouwhuisdierenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 2 GO gezelschapsdieren gedrag en het ontstaan van gedrag
Les 1. Huisvesting Landbouwhuisdieren

Slide 1 - Tekstslide

Rassenkennis: Blaarkop

info:
De blaarkop is egaal zwart of rood met een witte kop en een witte staartpunt. Rondom de ogen heeft de blaarkop een zwarte of rode vlek, de blaar. Deze mag aan de hals vastzitten. De onderkant van de buik is wit.
Van oorsprong een dubbeldoelkoe van het vlees-melktype (60%-40%) gekenmerkt door een acceptabele melk- en vleesproductie. Blaarkoppen zijn dus gefokt met iets meer nadruk op de vleesaanzet dan op melkproductie.

Slide 2 - Tekstslide

Rassenkennis: Belgisch witblauw (Belgische blauwe)

info: Vleesras. Moet door zijn doorgefokte uiterlijk (spiermassa) met keizersnede verlost worden. 
De kop is relatief klein ten opzichte van de rest van het lichaam; heeft een harmonische bouw, afgeronde lijnen, diepe borst en brede rug, gespierde achterhand en is zwaargebouwd, met weinig dekvet.

Ondanks de naam schuilen onder het witblauwras drie kleurvariëteiten: volledig wit (47%), witblauw tot blauw (43%) en wit-zwart (10%). 
Lesplanning
wk 47
les 1
- Introductie huisvesting  & Runderen
wk 48
Nadine Studiedag, geen les
wk 49
les 2
- Staltypen & Paarden & ezels
wk 50
les 3
- Klimaat  & Varken
wk 51
les 4
- Hygiëne & Schaap
wk 52 
kerstvakantie
wk 1
kerstvakantie
wk 2
les 5
- Erfinrichting & Geit
wk 3 
les 7
- Huisvesting Pluimvee
wk 4
les 8
- Alpaca & Lama en herhalingsles 
wk 5
oriëntatie-week
wk 6
oriëntatie-week

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je:

  • Hoe en waarom landbouwhuisdieren gehuisvest worden
  • Hoe rundvee gehuisvest wordt
  • wat de basisprincipes zijn van duurzame landbouw


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij huisvesting
landbouwdieren?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is het dierwelzijn in de afgelopen 100 jaar verbeterd?

Slide 7 - Open vraag

NB. (nav filmpje)
Ned. varkens mogen niet meer gecastreerd worden. Beren voor de export worden wel gecastreerd. Anno 2020 is het verboden te castreren zonder verdoving en bestrijding napijn, dit gebeurt niet altijd. Het slijpen van tanden en couperen van de staart is nog niet verboden. 
Functie van de stal vroeger
Basis functie:
Beschermen van de dieren tegen winterse weersinvloeden.​
Geconserveerde voedermiddelen verstrekken.

Slide 8 - Tekstslide

Foto: Grupstal of aanbind stal

Friese stal: de dieren staan met hun kop tegen de zijmuren; in het midden van de stal is één looppad tussen twee gruppen. {foto 1}

Hollandse stal: de dieren staan met hun kop naar het middenpad, waar ze kunnen worden gevoerd. Achter de dieren is aan beide zijden een grup met daarachter een smal looppad. Dit type grupstal kwam op 70 tot 80% van de bedrijven voor. {foto 2}


Functie van de stal nu
Tegenwoordig meer functies​:
Bescherming voor het vee​ -> Gebruiksgemak veehouder ​
Het welzijn belangrijker -> overgang naar duurzame en dierwaardige veehouderij 

Slide 9 - Tekstslide

Het kabinet wil dat Nederland geleidelijk overgaat op kringlooplandbouw. Dat is een systeem waarbij afval opnieuw gebruikt wordt. Bijvoorbeeld in voedsel of als compost. Dit staat in de visie ‘Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden’.

Volgens deze visie moet ook de veehouderij duurzamer worden en beter voor het dier. Het kabinet maakt hier plannen voor en betrekt daar partijen bij uit de veehouderijsector. Denk aan veehouders, verwerkers en afnemers. Maar ook organisaties die opkomen voor het welzijn van dieren.

Een duurzame veehouderij is nodig voor behoud van de natuur. Maar ook voor de strijd tegen opwarming van de aarde. Nu is er nog teveel uitstoot van methaan.

Bron: Rijksoverheid.nl 
Er zijn verschillende manieren
huisvesten. Welke ken je al?

Slide 10 - Open vraag

vb. potstal, grupstal, hellingstal, ligboxenstal, vrije uitloop stal. 
Waar let je op bij het kiezen van huisvesting?
Opdracht: in tweetallen, 5 minuten
Noteer in een woordweb wat belangrijk is in het kiezen van huisvesting met betrekking tot de volgende onderwerpen: De verzorger / Het dier / De consument. 

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden van antwoorden:
Verzorger:
efficiëntie
verzorging individueel dier
arbeids extensief

Dier:
Welzijn
Natuurlijk gedrag​
Sociaal gedrag​
Gezondheid ​
Comfort 

Consument:
voedselveiligheid
duurzaamheid
maatschappelijk belang
imago
dierwelzijn
uitstraling


Animalis
Thema: Landbouwhuisdieren
Module: Runderen
  • Les: Huisvesting
  •  Les: verzorging

15 minuten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Veehouderij van de toekomst -> 
Dierwaardige veehouderij + transitie naar kringlooplandbouw en duurzame veehouderij. 
6 principes dierwaardige veehouderij -> 5 vrijheden
De 5 vrijheden 

  1. Vrij van honger, dorst, onjuiste voeding
  2. Vrij van thermaal en fysiek ongemak
  3. Vrij van verwonding en ziekten
  4. Vrij van angst en stress
  5. Vrij zijn om normaal soorteigen gedrag te vertonen
Brambell, Britse Farm Animal Welfare Council, 1965
Raad voor dieraangelegenheden , 2022

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzame veehouderij
Opdracht: Wat is voor jou duurzaamheid?
Bedenk wat voor jou duurzaamheid betekent, schrijf dit op. (2 min)

Leg jouw antwoord naast dat van je buur.. komen jullie antwoorden overeen? (2 min.)

Bedenk samen welke duurzame maatregel jullie van belang vinden op een veehouderijbedrijf (3 min)


Slide 15 - Tekstslide

Laat studenten nadenken over duurzaamheid. (niets opzoeken)

Overleggen en daarna klassikaal bespreken. 
Duurzame veehouderij -> kringloop veehouderij
Definitie: Een redelijke oogst/ opbrengst van het bedrijf verkrijgen zonder dat je daarbij het milieu (bodem, lucht, water) vervuilt, geen natuurlijke hulpbronnen uitput en het ecosysteem en de biodiversiteit niet verstoort met je activiteiten. 
Daarbij is het opbouwen van een gezonde bodem, hergebruik, minimaliseren van afvalstromen en rationeel gebruik van waterbronnen van belang. 

De overheid wil dit bewerkstelligen door:
  • Minder afval (gewasresten, voedselrente, procesafval, mest, compost) -> hergebruik
  • Veevoer zelf telen of lokaal kopen 
  • minimaliseren uitstoot broeikasgas (CO2, methaan), stikstof, fijnstof en stank.
  • Testen via praktijkpilots wat werkt
  • Ruimte voor natuurlijk gedrag
  • Aanbod duurzaam vlees in supermarkt vergroten.

Slide 16 - Tekstslide

Bron: wikifarmer en rijksoverheid.nl


Leerdoelen: Je weet nu....
  • Hoe en waarom landbouwhuisdieren gehuisvest worden
  • Hoe rundvee gehuisvest wordt
  • wat de basisprincipes zijn van duurzame landbouw

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je het meest bijgebleven van deze les?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies