WEBB - H7 7.6 t/m 7.9

Wat is het verschil tussen het omslagstelsel en het kapitaaldekkingsstelsel?
1 / 27
volgende
Slide 1: Open vraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Wat is het verschil tussen het omslagstelsel en het kapitaaldekkingsstelsel?

Slide 1 - Open vraag

Welkom
4 havo ECONOMIE  ||  2024-2025

Slide 2 - Tekstslide

Startvragen
1. Waar staat AOW voor?
2. Wat is de AOW voor soort verzekering?
3. Wie komt in aanmerking voor de AOW en wanneer?
4. Wordt de AOW gefinancierd op basis van het kapitaaldekkingsstelsel of het omslagstelsel, leg beide stelsels uit.

Klaar? Zoek op wat het verschil is tussen een welvaartsvaste en welvaartsvaste uitkering

Slide 3 - Tekstslide

In 1957 werd de AOW geïntroduceerd. Waar staat AOW voor?

Slide 4 - Open vraag

De AOW is een ...
A
Volksverzekering
B
Werknemersverzekering

Slide 5 - Quizvraag

AOW-uitkeringen worden betaald met gebruik van het omslagstelsel
A
Onjuist; dan zou je zelf voor je AOW betalen
B
Juist; de AOW'ers hebben zelf de premies betaald
C
Juist; de werkenden betalen de premies voor de huidige AOW'ers
D
Onjuist; AOW is gebaseerd op het kapitaaldekkingsstelsel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de AOW?
A
Uitkering die je krijgt als je werkloos bent
B
Uitkering die je krijgt als je oud bent en mag stoppen met werken
C
Uitkering die je krijgt als je niet genoeg loon krijgt
D
Uitkering die je krijgt als je ziek bent en daarom niet kan werken

Slide 7 - Quizvraag

I: De AOW wordt gefinancieerd met het kapitaaldekkingstelsel.
II: Bedrijfspensioenen worden gefinancieerd met het omslagstelsel.
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
alleen I juist
D
alleen II juist

Slide 8 - Quizvraag

Lesdoelen
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen AOW en (bedrijfs)pensioen
  • Ik weet wie de actieve en wie de inactieve zijn
  • Ik kan uitleggen hoe het omslagstelsel werkt
  • Ik kan uitleggen hoe het kapitaaldekkingsstelsel werkt
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen waardevast en welvaartsvast

Slide 9 - Tekstslide

Pensioensopbouw

Slide 10 - Tekstslide

De AOW
  • De AOW is geregeld in de Algemene ouderdomswet (AOW).
  • De AOW is gebaseerd op het omslagstelsel.
  • Een omslagstelsel is gevoelig voor veranderingen in de      bevolkingsopbouw.

Slide 11 - Tekstslide

Omslagstelsel
Actieven mensen die werken.
Inactieven mensen die een uitkering ontvangen.



Slide 12 - Tekstslide

Omslagstelsel
De AOW (staatspensioen) werkt volgens het omslagstelsel.

De werkenden (actieven) van nu betalen premie voor de AOW uitkering aan de senioren (inactieven) van nu.

Slide 13 - Tekstslide

Kapitaaldekkingsstelsel
Een pensioenfonds (bedrijfspensioen) werkt volgens het kapitaaldekkingsstelsel.

De werkenden van nu betalen premie voor hun eigen pensioenuitkering voor later.

Slide 14 - Tekstslide

pensioen via het kapitaal dekkingsstelsel

Slide 15 - Tekstslide

Bedrijfspensioen is geen volledig salaris. Pensioen is uitgesteld loon; ruilen over de tijd 

Slide 16 - Tekstslide

Waardevast of welvaartsvast
Een uitkering is waardevast of welvaartsvast. 

Waardevast --> Uitkeringen die aangepast worden aan de inflatie

Welvaartsvast --> Uitkeringen die de loonontwikkeling volgen 

Slide 17 - Tekstslide

Hoogte uitkering oud €200,- en nieuw €208,-. Als deze uitkering waardevast is was de inflatie:

A
Inflatie 4%
B
Inflatie 2%
C
Deflatie 4%
D
Deflatie 2%

Slide 18 - Quizvraag

Twee beweringen over waardevast/welvaartsvast.

I. Een welvaartsvaste uitkering betekent behoud van koopkracht.
II.Een welvaartsvaste uitkering stijgt altijd meer dan de waardevaste uitkering.

Welke bewering(en) is/zijn juist?
A
Beide zijn goed
B
I is fout en II is goed
C
I is goed en II is fout
D
Beide zijn fout

Slide 19 - Quizvraag

Leg uit dat hogere AOW-premies via loonkosten tot werkloosheid kunnen leiden.

Slide 20 - Open vraag

Welk voordeel kan een pensioenfonds hebben als het belegt in aandelen? Licht het antwoord toe.

Slide 21 - Open vraag

Welk nadeel kan een pensioenfonds hebben als het belegt in aandelen? Licht toe.

Slide 22 - Open vraag

Leg uit hoe een eigen huis kan dienen als inkomstenbron.

Slide 23 - Open vraag

Besparingen via een pensioenfonds worden gedwongen besparingen genoemd. Leg deze benaming uit.

Slide 24 - Open vraag

Ze moeten verplicht een deel van hun inkomen opzij leggen voor de toekomst. --> welk begrip hoort hier bij?

Slide 25 - Open vraag

Leg uit waarom een pensioen via het hoort bij ruilen over tijd.

Slide 26 - Open vraag

Aan het werk
Maken  7.6 t/m 7.9
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
  • Onderstrepen
  • Samenvatten

Slide 27 - Tekstslide