1.4 Het huishoudboekje van de overheid

1.4 Het huishoudboekje van de overheid
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.4 Het huishoudboekje van de overheid

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Bespreken opdracht 1.17 en bouwsteen 1.2
- leerdoelen
- uitleg
- Opdrachten maken
- Wat hebben we geleerd

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Weten wat er op Prinsjesdag gebeurt en wat dit met economie te maken heeft.
  • Weten hoe de overheid aan inkomsten komt.
  • Weten wat directe en indirecte belastingen zijn
  • Weten wat de overheid kan doen bij een begrotingstekort en wat de gevolgen hiervan zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Wie weet wat er gebeurt op Prinsjesdag?

Slide 5 - Open vraag

Inkomsten en uitgaven van de centrale overheid

De centrale overheid (het Rijk) maakt ieder jaar in de rijksbegroting en de miljoenennota de financiële plannen voor het komende jaar bekend.

Slide 6 - Tekstslide

Rijksbegroting en miljoenennota
De rijksbegroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven vor het komend jaar. 

De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën. 

Slide 7 - Tekstslide

Gevolgen begrotingstekort?
  • Optie 1 = bezuinigen op de uitgaven
Gevolg  = er kan minder gedaan worden in NL --> bijvoorbeeld minder geld naar de zorg.
  • Optie 2 = Meer inkomsten krijgen
Gevolg = Bedrijven en burgers betalen meer belasting
--> geen populaire maatregel 




Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen begrotingstekort?
Optie 3 = De overheid leent geld
Gevolg = De staatsschuld stijgt
--> De overheid is elk jaar extra geld kwijt aan rente en aflossing om de schulden af te betalen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de inkomsten van de overheid?

Slide 10 - Open vraag

Belastingen: 
inkomsten voor de overheid

Er zijn twee soorten belastingen:
  • directe belastingen
  • indirecte belastingen

Slide 11 - Tekstslide

Directe belastingen
Worden direct aan de belastingdienst betaald.
Het gaat om de belasting over inkomen, winst en vermogen.

Voorbeeld: vermogensbelasting (belasting op de winst van grotere bedrijven)

Slide 12 - Tekstslide

Indirecte belastingen
Zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten. Ze worden betaald aan de verkoper, deze draagt ze af aan de belastingdienst.

Het gaat om btw en accijns.

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten
Maak 1.18 t/m 1.24 blz. 19

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Weten wat er op Prinsjesdag gebeurt en wat dit met economie te maken heeft.
  • Weten hoe de overheid aan inkomsten komt.
  • Weten wat directe en indirecte belastingen zijn
  • Weten wat de overheid kan doen bij een begrotingstekort en wat de gevolgen hiervan zijn. 

Slide 15 - Tekstslide