les 9 en 10

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 9 en 10
Je hebt nodig: 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

kinderen maken een kaartje met een boodschap over vriendschap
Vriendschap volgens Aristoteles:

1. Vrienden omdat het handig is. 
2. Vrienden om samen plezier te maken
3. Vrienden om wie je bent

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Denk aan je vrienden. Waar heb jij de meeste vrienden van ?

A
Nuttige vrienden: handig om erbij te hebben
B
Vrienden om vooral mee te lachen.
C
Vrienden om je persoonlijke verhalen mee te delen.
D
Ik heb van alle soorten vrienden even veel / even weinig

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor jou de kenmerken van vriendschap?

( Wat hóórt bij vriendschap)

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Aan het einde van deze les...
- kun je in je eigen woorden uitleggen dat mensen sociale wezens zijn
- ontdek je dat de behoefte aan contact per mens verschilt

Gelukt?
A
ja!
B
bijna allemaal
C
nee :(

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer je in les 9?
  • Je leert wat een 'neutraal' woord is.
  • Je leert wat objectief en subjectief is.
  • Je leert voorbeelden van objectieve en subjectieve taal noemen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent volgens jou neutraal?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij elkaar?
Objectief
Subjectief
Feit
Je eigen mening
Dingen die waar zijn
Mannen zijn stoerder
Vrouwen hebben minder auto-ongelukken

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lezen: bladzijde 30.
Om de beurt lezen. Wie is er aan de beurt?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omcirkel alle scheldwoorden. Onderstreep de complimenten. Zet een * bij een neutraal woord. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 10
Je leert wat een pictogram en een symbool is.
Je leert het verschil tussen een pictogram en een symbool. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pictogram of symbool?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
pictogram
B
symbool

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
pictogram
B
symbool

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
pictogram
B
symbool

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
pictogram
B
symbool

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit beeld neutraal?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit beeld neutraal?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit beeld neutraal?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit beeld neutraal?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Of was het een cape?
A
cape
B
jurk

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Of was het een brandweerjas?
A
brandweerjas
B
jurk

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken de opdrachten van les 9 en 10 in het magazine en online.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf drie dingen op die je vandaag hebt geleerd of het meest zijn opgevallen.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog tips voor mij?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke dingen vond je leuk in deze les en wat vond je er goed aan?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies