B-geel (7-6-2022) Scheidbare werkwoorden , thema 14 de bom

Wat gaan we vandaag doen?


  • P2P
  • scheidbare werkwoorden
  • Party & Taal
  • Jeugdjournaal

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?


  • P2P
  • scheidbare werkwoorden
  • Party & Taal
  • Jeugdjournaal

Slide 1 - Tekstslide

Peer2Peer

  • woensdag 15:30
  • 16:15 tot 18:00 in de aula
  • theatersketches: opgeven voor CAT-uur woensdag 9e uur
  • Bedenk: “ wat heb je geleerd van je peerbuddy” en “ geef je peerbuddy een compliment”. 

Slide 2 - Tekstslide

Scheidbaar werkwoord


Deze hond vindt het niet leuk dat we hem uitlachen!

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel

Na deze les kunnen jullie zinnen
maken met scheidbare werkwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

gewone werkwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

scheidbare werkwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Het scheidbare werkwoord

Deze hond vindt het niet leuk dat we hem uitlachen!

uitlachen      =   lachen  +  uit

scheidbaar             werkwoord + voorzetsel
werkwoord

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een scheidbaar werkwoord?
Een scheidbaar werkwoord heeft 2 woorden:
een werkwoord en een ander woord. Meestal is dit een voorzetsel.

schoonmaken = schoon  + maken 
     opruimen     = op             + ruimen
       nadenken   = na             + denken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Noem 3 scheidbare
werkwoorden

Slide 11 - Woordweb

Hoe gebruik je een scheidbaar werkwoord?
Je schrijft eerst wie. Dan het werkwoord. 
Het andere woord staat altijd op de laatste plaats in de zin:

Ik               maak        de keuken         schoon.
                                                          
Wij            denken   eerst                    na

Slide 12 - Tekstslide

Ik lach hem niet uit!

Wat is het scheidbare werkwoord?
A
uit
B
hem
C
lachen
D
uitlachen

Slide 13 - Quizvraag

Ik trek mijn jas uit!

Wat is het scheidbare werkwoord?
A
trekken
B
trekkenuit
C
uittrekken
D
uit

Slide 14 - Quizvraag

Jullie staan op acht uur op.

Wat is het scheidbare werkwoord?
A
jullie
B
opstaan
C
staan
D
op

Slide 15 - Quizvraag

Ik maak de keuken schoon.

Wat is het scheidbare werkwoord?
A
schoonmaken
B
maken
C
schoon
D
ik

Slide 16 - Quizvraag

Ik trek mijn nieuwe jas aan.

Wat is het scheidbare werkwoord?
A
trekken
B
maken
C
aantrekken
D
mijn nieuwe jas

Slide 17 - Quizvraag

Ik ........ een briefje voor mijn docent ..... (ophangen)

Slide 18 - Open vraag

Zij ....... haar kamer vanavond ......
(opruimen)

Slide 19 - Open vraag

Ik ....... mijn vriend ......
(ophalen)

Slide 20 - Open vraag

Mohamed ....... de les uit het boek ......
(overschrijven)

Slide 21 - Open vraag

Zij ....... hun huis morgen ......
(schoonmaken)

Slide 22 - Open vraag

Dit was het lesdoel voor vandaag

Na deze les kunnen jullie zinnen maken met scheidbare werkwoorden.
Is dat gelukt?
We gaan het controleren met het 'rad van fortuin'!

Slide 23 - Tekstslide

Maak zelf een zin met deze werkwoorden:

Slide 24 - Tekstslide

Bereid een korte presentatie voor over jouw favoriete artiest


Wat voor type muziek maakt hij/zij?
Waar komt hij/zij vandaan?
Wat is zijn/haar meest bekende nummer?
Wanneer is hij/zij bekend geworden?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Party & Taal
  • Verschillende categorieën: liplezen, uitbeelden, omschrijven, en tekenen.
  • Werk in groepjes van 4.
  • 30 seconden per woord.
  • Degene die het goed heeft, mag het kaartje 
  • houden.

Slide 27 - Tekstslide

A2: spreken

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link





Hard gewerkt!

Goed gedaan!

Slide 36 - Tekstslide