Much/Many

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zeg je 'veel' in het Engels?

Slide 2 - Open vraag

Veel
She has much money.
There are many apples.
We have much sugar.
I count many birds.
There is much time. 

Slide 3 - Tekstslide

Much

Dingen die je NIET kan tellen

much food
much time
much homework
Many

Dingen die je WEL kan tellen

many students
many clocks
many chairs

Slide 4 - Tekstslide

Kun je het tellen of niet:
questions
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 5 - Quizvraag

Kun je het tellen of niet:
hamburgers
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 6 - Quizvraag

Kun je het tellen of niet:
tea
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 7 - Quizvraag

Kun je het tellen of niet:
cup of tea
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 8 - Quizvraag

Kun je het tellen of niet:
money
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 9 - Quizvraag

Kun je het tellen of niet:
euro
A
Wel tellen
B
Niet tellen

Slide 10 - Quizvraag

Kun je het tellen of niet:
time
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 11 - Quizvraag

Kun je het tellen of niet:
minutes
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 12 - Quizvraag

TIP
Als je achter een woord een -S kan zetten, kun je het meestal tellen.
1 apple, 2 apples
1 room, 2 rooms

Kijk voor jezelf of je kan zeggen 1....... en 2........

Slide 13 - Tekstslide

He has......sisters.
A
Much
B
Many

Slide 14 - Quizvraag

There is not......snow.
A
Much
B
Many

Slide 15 - Quizvraag

Do you have......homework?
A
Much
B
Many

Slide 16 - Quizvraag

I have......patience (geduld).
A
Much
B
Many

Slide 17 - Quizvraag

I have......hobbies.
A
Much
B
Many

Slide 18 - Quizvraag

There is......food left.
A
Much
B
Many

Slide 19 - Quizvraag

He received......presents for his birthday.
A
Much
B
Many

Slide 20 - Quizvraag

I don't eat......meat.
A
Much
B
Many

Slide 21 - Quizvraag