2TA Modals

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Modals

Open your book

Look at exercise 52 on page 116.

Find out the rule.

Hulpwerkwoorden

should = zou moeten
must = moeten
have/has (got) to = iets moet van iemand anders

Should

Should = zou (niet) moeten.

Should  (+not) + hele werkwoord

jij vindt dat iets (niet) zou moeten.
Je geeft een advies.
Je raadt iets af.

Must

Must (+not) + hele werkwoord

jij vindt dat iets (niet) moet.
Must is krachtiger dan should.

You must check the tyres.
You mustn't buy that game. It's a waste of money.

Have (got) to

has/have (got) to + hele werkwoord

Iets moet van iemand anders, niet van jou.

Je geeft een noodzaak, zekerheid of verplichting aan.

Mum says I have to do the dishes.
You have to turn off your phone in class.

Have to in ontkenningen

Als je have to in ontkennende zinnen gebruikt, dan verandert de betekenis van 'moeten' in 'niet hoeven'.

Don't have to + hele werkwoord 
Doesn't have to + hele werkwoord

She doesn't have to walk her dog.

My room is a mess.
I ______ (zou moeten) clean it up.

1. have to
2. should
3. must

I _______ be in the hospital at 5 o'clock. I have an important meeting.

1. have to
2. should
3. must

She _______ save that money for her driver's licence! (advice/opinion)

1. have to
2. should
3. must

I _______ study hard for this testweek.
(vind je zelf, maar erg krachtig!)

1. have to
2. should
3. must

Tot slot... Begrijp je deze grammatica en kun je hem toepassen op de toets? Of wil je meer uitleg?

1. Ik snap de grammatica
2. Ik wil graag nog meer uitleg / samen oefenen

Do exercise:

53, 54, 55.

Finished? Study vocabulary

Test chapter 2

Thursday 21-12-21

Vocabulary and grammar