H8 begrippen en rekenen

H8 begrippen en rekenen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H8 begrippen en rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betalingsbalans
Open economie
Invoerrechten
Globalisering
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland  en alle ontvangsten uit het buitenland.
De toenemende vrije wereldhandel als gevolg van het openstellen van grenzen en nieuwe vormen van communicatie en transport.
Importheffingen, douanerechten. Belasting op ingevoerde producten.
Een land met veel in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen.

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wederuitvoer?
A
Goederen die worden verkocht aan NL'se bedrijven
B
Diensten die worden gekocht van buitenlandse bedrijven.
C
Goederen die worden ingevoerd en geëxporteerd aan het buitenland.
D
Goederen die worden uitgevoerd en geëxporteerd aan het buitenland.

Slide 3 - Quizvraag

3. Nagaan of de belangrijkste begrippen of vaardigheden zijn overgekomen/5 min.

- Je richt je op de kern van de informatie
- Je richt je op alle leerlingen
- Je laat zien dat je de begrippen indivuele aanspreekbaarheid, zichtbaarheid denktijd en veiligheid inhoud geeft.

INDIVIDUELE AANSPREEKBAARHEID, ZICHTBAARHEID, VEILIGHEID EN MOTIVATIE STIMULEREN, KENNIS VAN RESULTATEN
Nationaal inkomen = €420 miljard
Invoerwaarde= €323 miljard
Uitvoerwaarde = €392 miljard
Bereken de importquote

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een land voert in 2011 10. 000 auto's in.
Deze auto's hebben een gemiddelde prijs van € 20 000.

Wat is de invoerwaarde?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Import is
A
Het uitvoeren van binnenlandse producten
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse producten
D
In eigen land producten verkopen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Structurele hulp
Noodhulp
Korte termijn
Lange termijn
Medicijnen, tenten
Voedsel
Goed onderwijs
Moderne machines

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland is niet zelfvoorzienend. Nederland heeft een open economie.
Wanneer heeft een land een open economie?
A
Als er in een land in verhouding veel import en veel export is.
B
Als er in een land in verhouding veel import en weinig export is.
C
Als er in een land in verhouding weinig import en veel export is.
D
Als er in een land in verhouding weinig import en weinig export is.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het nationaal inkomen is €530 miljard. De invoerwaarde is €297 miljard en de uitvoerwaarde is €373 miljard. Bereken de exportquote.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het nationaal inkomen?
A
het inkomen van de koning
B
De totale inkomens in de wereld
C
het inkomen van de nationale overheid
D
de totale inkomens in een land

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebonden hulp
Inkomen per hoofd van de bevolking 
Noodhulp
Ontwikkelingslanden
Structurele hulp
De oorzaak van het ene probleem is een gevolg van een ander probleem. Met hulp van buitenaf kan het worden doorbroken.
Landen met een grote economische achterstand op rijke westerse landen
Hulp in noodsituaties, zoals geven van voedsel, medicijnen. Met als doel op korte termijn de mensen te laten overleven
Vicieuze cirkel
Hulp aan ontwikkelingslanden om de oorzaken van armoede te bestrijven en de landen economisch zelfstandig te maken. Deze hulp is gericht op lange termijn
Hulp aan een ontwikkelingsland waarbij voorwaarden aan die hulp gesteld worden. 
Het gemiddelde inkomen per inwoner van een land

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking in Nederland. Het nationaal inkomen is € 725,4 miljard, het aantal inwoners is € 17,08 miljoen.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Protectie maatregelen
Importbeperkende 
maatregelenen

Exportbevorderende 
maatregel
Contigentering
exportsubsidie
invoerrechten
Importquota

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

protectie - maatregelen
Importbeperkende maatregelen
exportbevorderende maatregelen
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
timer
2:00
invoerrechten 
invoerverbod
importquota
exportsubsidie

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Export is
A
Het uitvoeren van binnenlandse producten
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse producten
D
In eigen land producten verkopen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste woorden in.

Afspraken tussen een werknemer en een werkgever Door de toenemende vrije wereldhandel is er sprake van                                  . Het gevolg hiervan is dat de productie wordt verplaats naar landen die beter en ......................... produceren. Je noemt dat                               
arbeidsverderling. In ons land verdwijnt daardoor vooral                                   arbeid.                
globalisering
internationale
laaggeschoolde
goedkoper

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Internationale arbeidsverdeling is:
A
Elk land produceert waar hij goed en goedkoop in is.
B
Elk land produceert hetzelfde product
C
er komen steeds meer gastarbeiders
D
de werkeloosheid neemt toe

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies