H7.1 + 7.2 Je leven lang naar school?

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H7: Nu of later?

H7.2: Je leven lang naar school?

• Terugblik par 7.1;
• Terugblik par.7.2;

Een stroomgrootheid wordt gemeten..

1. op een moment
2. over een periode

Wat is een voorbeeld van een voorraadgrootheid?

1. De belastinginkomsten van de overheid in 2021
2. De inkomsten uit je bijbaantje in een bepaalde maand
3. Het saldo op jouw betaalrekening
4. De winst van een bedrijf in januari 2020

Hoe doet de overheid aan ruilen over tijd?

1. Investeren in onderwijs
2. Kopen van straatlantaarns
3. Uitgeven van staatsobligaties
4. Alle antwoorden zijn juist

Is de balans van een bedrijf een voorraadgrootheid of een stroomgrootheid?

1. Voorraadgrootheid
2. Stroomgrootheid

Voorraad-

grootheid

Stroom-

grootheid

zakgeld over de maand november

Het saldo van je bankrekening op 1 november

Salaris over juni

Winkelvoorraad 

per 31-12-20

Een voorbeeld van ruilen over tijd is:

1. Ik koop nu een auto en ik leen daarvoor geld.
2. Ik koop nu een auto en ik betaal die meteen.
3. Appels ruilen tegen peren
4. .

Je leven lang naar school? 

De leerplichtwet verplicht iedereen na een bepaalde leeftijd naar school te gaan. 

Motieven voor verdere scholing kunnen zijn:

• Interesse 
• Geld verdienen = toename verdiencapaciteit 
  

Scholing: 

Het volgen van een opleiding, cursus of training.  

Human capital:  

De mate waarin kennis en vaardigheden bij iemand aanwezig zijn. 

Verdiencapaciteit:  

De mate waarin je in staat bent om inkomen te verdienen. 

https:

Dus...

Studeren = investeren in menselijk kapitaal = human capital (kennis en vaardigheden)

Studeren = het vergroten van jouw verdiencapaciteit (het bedrag dat jij maximaal kan verdienen)

Studiefinanciering

Studeren kost geld

Via een studiefinanciering kun je geld krijgen of lenen.

- Basisbeurs

- Aanvullende beurs

- Studenten OV 

- een studielening

Studiefinanciering: 

Stelsel dat de overheid heeft gemaakt met als doel mensen financieel in staat te stellen om te kunnen studeren.  

Herscholing: 

Het opfrissen van bestaande kennis en vaardigheden. 

Bijscholing:  

Het toevoegen van nieuwe vaardigheden en kennis aan bestaande kennis en vaardighede

Omscholing: 

Het leren van een geheel nieuw beroep. 

Een timmerman verkoopt zijn bedrijf, gaat Frans leren en begint een camping in Frankrijk.

1. Omscholing
2. Bijscholing
3. Herscholing

Wat is jouw 'human capital'?

1. De voorraad van competenties, kennis, sociale en persoonlijke vaardigheden,
2. De voorraad diploma's
3. De interesses in een bepaald vak

Een docent wiskunde gaat opnieuw studeren om ook les te kunnen geven in natuurkunde.

1. Omscholing
2. Bijscholing
3. Herscholing

omscholing betekent:

1. je leert voor compleet ander beroep
2. je verhoogt je kennis van je bestaande beroep

Kok Konstandinos gaat een cursus pizza bakken doen. Dit is....

1. Herscholing
2. Bijscholing
3. Omscholing

Een gymleraar volgt een opleiding tot belastingadviseur

1. Bijscholing
2. Omscholing

Als financieel adviseur ben ik een opleiding gaan doen om docent te worden. Dit is ....

1. herscholing
2. bijscholing
3. omscholing

Wat is GEEN overdrachtsinkomen?

1. Kinderbijslag
2. Winst
3. Studiefinanciering
4. Huurtoeslag